UAE Emirates: “Ons succes is het gevolg van meer dan geld alleen”
Foto: Cor Vos
woensdag 4 december 2024 om 07:30

UAE Emirates: “Ons succes is het gevolg van meer dan geld alleen”

Interview Dé wielerploeg van 2024? Daar mag eigenlijk geen discussie over bestaan. UAE Emirates nam het stokje over van Jumbo-Visma als het meest succesvolle team, en kwam aan het einde van het jaar uit op 81 overwinningen. Natuurlijk kwam bijna een derde van kopman en slokop Tadej Pogacar, maar ook 19 (!) van de 29 anderen deden hun duit in het zakje. Wat is het geheim van deze steenrijke Emiratenploeg? WielerFlits bespreekt het met de Venezolaanse ploegleider Tomas Aurelio Gil Martinez.

Een must have voor alle wielerfans! Met de Black Friday deal van RIDE Magazine haal je het ideale cadeautje voor de feestdagen in huis. Voor slechts € 13,95 ontvang je de najaars- en de winter-editie in jouw brievenbus. Dat betekent meer dan 300 pagina’s aan schitterende wielerverhalen. Wacht niet te lang, want OP=OP. Bestel nu jouw magazines en verzeker je van uren leesplezier.

“We hadden die 81 overwinningen nooit verwacht, maar het komt ook niet uit het niets natuurlijk”, legt Gil uit. “We werken heel hard om het beste uit elke wedstrijd te halen. Dat werk gebeurt niet alleen tijdens de wedstrijd of tijdens het seizoen, maar vooral ook daarbuiten tijdens het off-season. Een goede omgeving leidt tot goede resultaten.”

Iedereen spreekt altijd over Tadej Pogacar. Maar dit jaar bij uitstek was het veel meer dan dat.
“Dat klopt, Hirschi op zich wint al acht keer en in totaal winnen twintig renners. Dit zegt best veel over onze ploeg. We rekenen op iedereen, we zijn niet Team-Pogacar. Natuurlijk is hij op dit moment de beste renner ter wereld. Hij heeft voor een derde van onze overwinningen gezorgd. Maar we benaderen elke koers met eenzelfde mentaliteit, en dat is een grote winnaarsmentaliteit.”

“Of Pogi nu meedoet of Hirschi of Wellens: dat maakt niet eens uit, er is in principe geen verschil. Ik merk ook dat we een heel fijne sfeer binnen de ploeg hebben tussen renners en staf. Dat is een reflectie van het goede werk dat geleverd wordt. Iedereen voelt zich goed in de ploeg en dat spiegelt af op de resultaten.”

De wereldkampioen stuwt de ploeg naar grotere hoogten – foto: Cor Vos

Dat klinkt een beetje cliché, maar je zag dat in het verleden ook bij ploegen als HTC-Columbia of Soudal Quick-Step, waar een echte ‘winnaarscultuur’ heerste.
“Dat is zo. Je hebt aan het hoofd van die piramide een grote kampioen nodig zoals Pogacar, of destijds Mark Cavendish of Tom Boonen bij de ploegen die je noemde. Dat soort figuren kunnen een inspiratie betekenen voor de andere jongens, het zijn de types die hen kunnen pushen. Niet alleen hun ploeggenoten, maar ook de stafleden zullen dan dat tikkeltje extra effort doen. Met Pogi in de ploeg, werkt iedereen net dat beetje meer. Ze doen hun werk dat beetje beter. Dat is de reden achter de overwinningen.”

Heeft ook de drang naar het record van de meeste verschillende winnaars binnen een ploeg meegespeeld? Dat stond al sinds Mapei in 2000 op de tabellen.
“Het leefde binnen de ploeg, ja. Zeker op het einde van het seizoen wilde Molano heel graag de nummer twintig worden. Maar de andere tien renners die nog niet hadden gewonnen, wilden dat ook. Dat is het belangrijkste, die drang hebben.”

Hebben jullie ook niet gewoon het grootste budget van het hele WorldTour-peloton?
“Ja, maar het is veel meer dan geld alleen. Het geld is natuurlijk een deeltje dat ons helpt om onze renners van het beste te voorzien, om problemen op te lossen. Maar iedereen blij houden is niet alleen een kwestie van geld. Het is ook inzicht in de noden van de renners en hen de ideale omgeving bieden om te presteren. Het is juist het gelukkig houden van zowel renners als staf dat zich rechtstreeks reflecteert in de resultaten.”

“We hebben ook belangrijke mensen in onze ploeg zoals Matxin met zijn sublieme scouting. Hij heeft het perfecte oog om de jonge renners tijdig te ontdekken en beter te maken tot de toppers die ze nu zijn. We hebben Pogi niet weggekocht voor een miljoenenbedrag, hè. We hebben hem zelf mee groot gemaakt in de ploeg. Dat is minstens zo belangrijk. Het geld gaat naar performance en het behouden van onze toppers.”

Welke renners hebben je het meeste verrast in 2024?
“Dan denk ik toch meteen aan Marc Hirschi. Hij had nog nooit zo veel gewonnen als dit jaar. En hij kon het ook waarmaken in de belangrijke wedstrijden, zoals de Clásica San Sebastian of Amstel Gold Race en Plouay. Ook ons nieuwe talent Pablo Torres, die pas volgend jaar overkomt naar de profploeg, staat op mijn lijst. Die was misschien wel een verrassing voor buitenaf, maar ook voor onszelf. Hij werd nu al tweede in de Tour l’Avenir en deed het ook goed in de wedstrijden die hij al met de profs mocht meedoen.”

Ook Marc Hirschi was een slokop in 2024, maar hij vertrekt – foto: Cor Vos

Torres komt, net als Jhonatan Narváez en Florian Vermeersch. Maar Hirschi en Diego Ulissi gaan weg. Hoe lastig is het om die ijzersterke groep nu samen te houden?
“Ik hou van Ulissi en Hirschi, we zijn hier uiteraard niet blij met hun vertrek. Ze hebben hun eigen kansen bij ons in de ploeg geregeld gekregen. Natuurlijk, als je met Tadej naar zowel de Tour als Giro gaat, wordt het in die grootste wedstrijden ook lastig. Maar in andere koersen was er ruimte. Misschien smaakt dat naar meer en dat respecteren we ook. Het is dan zaak om dat op te vangen met nieuwe talenten. Daarnaast is er geïnvesteerd in langlopende deals met onze kopstukken.”

Jullie waren heel dominant in 2024, soms zelfs in die mate dat andere ploegen zich zorgen beginnen maken. Is die dominantie goed voor de koers?
“Wielrennen is een harde wereld, zeker in deze nieuwe generatie. Niemand krijgt iets cadeau, je moet er hard voor werken. Natuurlijk is zeker Pogacar heel sterk, maar hij was zelf ook verbaasd met zijn prestaties dit seizoen. Als je zo sterk bent, moet je gewoon alles meepikken wat je kunt. Het ijzer smeden als het heet is. Misschien was het twintig jaar geleden anders, dan gaf iemand als Miguel Indurain nog sommige ritten weg.”

“Voor de andere ploegen moet dat inderdaad niet leuk zijn. Maar als ze Pogi in hun ploeg hadden, zouden ze het wellicht op dezelfde manier aanpakken. Overal waar je komt, heb je negatieve commentaren. Maar we gaan onze aanpak zeker niet veranderen.”

Kun je überhaupt verwachten om het even goed te doen in 2025?
“Een paar jaar geleden was Jumbo-Visma dé ploeg, nu zijn wij dat. Het is zoals een wiel. Soms ben je vanboven, soms onderin. Dat beseffen we maar al te goed en daarom raken die negatieve commentaren over de grote dominantie ons niet. Je moet genieten van het moment. Maar het wordt lastig om beter te doen in het volgende jaar. We hopen op z’n minst hetzelfde aan te houden.”

RIDE Magazine

Om te reageren moet je ingelogd zijn.