Huub Artz: “Hoop op vrijheid in koersen als Parijs-Roubaix om in de vroege vlucht te gaan”
foto: Cor Vos
Youri IJnsen
woensdag 18 december 2024 om 07:15

Huub Artz: “Hoop op vrijheid in koersen als Parijs-Roubaix om in de vroege vlucht te gaan”

Interview Het einde van het jaar nadert en dat betekent dat het nieuwe wielerseizoen 2025 op het punt staat om te beginnen. In een serie met zeven vaste vragen stelt WielerFlits de komende dagen alle zeven jonge Nederlandse talenten voor die op 1 januari 2025 hun profdebuut maken in de WorldTour. Te beginnen met Huub Artz, die via Metec-Solarwatt en opleidingsploeg Wanty-ReUz-Technord komend jaar doorstroomt naar het Belgische Intermarché-Wanty.

Een must have voor alle wielerfans! Met de Black Friday deal van RIDE Magazine haal je het ideale cadeautje voor de feestdagen in huis. Voor slechts € 13,95 ontvang je de najaars- en de winter-editie in jouw brievenbus. Dat betekent meer dan 300 pagina’s aan schitterende wielerverhalen. Wacht niet te lang, want OP=OP. Bestel nu jouw magazines en verzeker je van uren leesplezier.

Waar ben je opgegroeid en hoe kwam je in aanraking met de wielersport?
“Ik ben geboren en getogen in Wintelre, een klein dorpje dichtbij Eindhoven. Mijn vader en zijn zussen fietsten vroeger wedstrijden, de broers van mijn moeder – mijn ooms, dus – ook. Mijn ouders hebben elkaar niet geheel toevallig leren kennen door de koers. Wat dat betreft was het dus eigenlijk onvermijdelijk dat ik ook ooit zou gaan wielrennen. Uiteindelijk was het volgens mij in 2010 dat ik ben begonnen bij TWC Het Snelle Wiel in Hapert. 

Dat was samen met mijn broer Bart en mijn neef Kars ten Boske. Bart heeft heel lang in de nationale veldritselectie gezeten en Kars heeft nog een jaar op Continental-niveau voor Alecto gereden. Niet onverdienstelijk, dus. Ikzelf heb uiteindelijk de knoop doorgehakt om mijn studiecarrière even op stop te zetten en me volledig op wielrennen te concentreren. Ik ben gelukkig dat dit pad me hier gebracht heeft.”

Wat voor type-renner ben je en wat zijn je sterke punten?
“Dat vind ik moeilijk om te bepalen. Ik zou zeggen dat ik allround ben, misschien iets meer richting de klassiekers. Mijn sterke punten zijn krachten goed inzetten en goed positioneren. Ik kan op allerlei parcoursen goed uit de voeten, omdat ik tactisch in de gaten heb hoe ik mezelf in die wedstrijden moet rijden. Op die manier kan ik mijn zwaktes verbloemen. Denk bijvoorbeeld aan lastige klimmen, door mezelf te pacen en vooraan in het peloton te beginnen, zodat ik achterin in de groep over de top kom. 

Bij de nieuwelingen en junioren kende ik een aantal moeilijke jaren. Toen heb ik echt moeten leren om slim te rijden, omdat de kracht mij ontbrak. Ik merk nu dat ik daar heel erg in ben gegroeid. Nu rijd ik bijvoorbeeld automatisch heel dicht op wielen en maak ik me van nature erg klein om uit de wind te blijven.”

Wat zijn je belangrijkste prestaties?
“In 2024 heb ik Gent-Wevelgem voor beloften gewonnen, werd ik Europees kampioen op de weg en pakte ik een ritzege in de Giro Next Gen (Giro d’Italia voor beloften, red.). Daarnaast hoor ik van veel mensen uit het continentale circuit dat ze onder de indruk waren van mijn optreden in de Dorpenomloop van Rucphen. Daar zat ik eerst zestig-zeventig kilometer in de ontsnapping met Halvor Dolven, die overigens nu naar onze opleidingsploeg gaat. We werden teruggepakt, maar uiteindelijk eindigde ik nog als tweede in de massasprint. Dat laat mijn veelzijdigheid goed zien.”

Artz bekroonde zijn topseizoen met de Europese titel, voor de latere wereldkampioen Niklas Behrens (links) – foto: Cor Vos

Waarom koos je voor je huidige ploeg?
“Toen ik bij Metec-Solarwatt reed, kwam er de nodige interesse. Het sprak me heel erg aan dat de opleidingsploeg van Intermarché-Wanty direct concreet was en ook het initiatief nam. Dat gaf me vertrouwen in mezelf, ze zagen iets in mij. Ook de persoonlijke sfeer die hier is spreekt me heel erg aan. Ik vind dat belangrijk. In gesprekken die ik voerde, kreeg ik dat eveneens terug, zoals van Roel van Sintmaartensdijk bijvoorbeeld. Wat ze hier zeggen en beloven, komen ze ook na. Dat heeft me voornamelijk aangetrokken.”

In welke koersen gaan we je volgend jaar zien?
“Ik ga een beetje van alles wat rijden, maar voorlopig nog geen grote ronde. Wel staan de UAE Tour en de Ronde van Polen op mijn voorlopige programma, bijvoorbeeld. Al staat dat nog niet vast. Ze gooien me met andere woorden meteen voor de leeuwen, maar dat is natuurlijk onvermijdelijk in een WorldTeam. Hier en daar zullen er ook grote klassiekers – zodat ik me daarin kan specialiseren – tussen zitten, in de mix met .1-koersen waar ik voor eigen kans mag rijden. 

De ploeg kiest ervoor om met mij voorzichtig te beginnen, dus er zitten nog wel wat ruimtes in mijn programma. Je kunt er altijd wedstrijden bij doen, dat is beter dan dat je ze moet schrappen omdat het te veel is. Maar ik ben wel heel nieuwsgierig. Vorig jaar heb ik me echt verbaasd in wedstrijden als de rondes van Oman en Noorwegen. Stiekem droom en hoop ik dat zoiets dit jaar weer kan gebeuren. Dan heb ik het niet over podium rijden in Strade Bianche, maar meer dat ik in de UAE Tour misschien in een waaierrit een mooie uitslag kan rijden. Ik noem maar iets.

Op de kasseien in Le Samyn 2024 – foto: Cor Vos

Met diezelfde gedachte kijk ik naar de grote klassiekers. Mocht ik Parijs-Roubaix rijden, dan hoop ik dat ik de vrijheid krijg om mee te gaan in de vroege vlucht en op die manier ver in de wedstrijd te komen. Maar realistischer zou zijn om een wedstrijd als Le Samyn uit te kiezen en daar naartoe te werken, om dan echt voor het podium of zelfs de overwinning te gaan.”

Wat is komend seizoen voornamelijk jouw rol binnen de ploeg?
“Met het gemixte programma is er dus ruimte voor mij om finales te rijden, net zoals afgelopen jaar in de belotenwedstrijden. Maar ik zal ook onderdeel gaan uit maken van een sprinttrein, waarbij ik de voorlaatste man voor Gerben Thijssen ben. Ik beheers het positioneren en kan hoge snelheden goed aan, daar heb ik goede ervaringen mee. Dat is nog niet op WorldTour-niveau, maar we moeten ergens beginnen. Gijs Van Hoecke – die achter me zit – gaat me komend jaar begeleiden, zodat ik eventueel in de toekomst Biniam Girmay kan bijstaan in een grote ronde.”

Welk leuk feit móeten mensen van jou weten naast het wielrennen?
“Poeh… Toen ik veertien jaar was, kwam Corné van Kessel een keer op de club meekijken tijdens een jeugdtraining. Toen heb ik tegen hem gesprint, hij was destijds prof bij Telenet-Fidea. En nu zit ik bij het WorldTeam waar hij ook voor reed. Daarnaast ben ik in 2017 als klein jongetje nog in de bus van David en Mathieu van der Poel geweest. Als fan heb ik toen een handtekening gevraagd, dat was begin 2017 tijdens het WK veldrijden in Bieles. Voor Mathieu heb ik echt een soort ontzag en volgend jaar neem ik het plots tegen hem op. Dat is heel bijzonder, maar ook bizar tegelijk.”

RIDE Magazine

Om te reageren moet je ingelogd zijn.