Zo bereiden traditionele crossploegen zich voor op rentree van Van der Poel en Van Aert
Interview Strijden tegen Mathieu van der Poel en (in mindere mate) Wout van Aert, hoe pak je dat als fulltime crosser in hemelsnaam aan? Wij vroegen het aan Jurgen Mettepenningen en Eric Braes, ploegleiders van de twee grootste veldritblokken Pauwels Sauzen-Bingoal en Baloise Trek Lions, en ook zij beseffen dat de kansen om de zes- en drievoudige wereldkampioen te verslaan andermaal niet heel groot zullen zijn. Maar zich op voorhand bij de suprematie neerleggen? Dat nooit.
In Hulst krijgen de crossers voor een laatste keer géén concurrentie van de Grote Twee, maar nadien is het tussen Zonhoven (22 december) en het WK veldrijden (2 februari) iedere week dat minstens één van de twee de crosswereld onveilig komt maken – met uitzondering van de Superprestigecross in Diegem en het weekend van de nationale kampioenschappen.
De vorige crosswinter in acht genomen – Van der Poel verloor van zijn veertien confrontaties alleen in Benidorm, en dan ging Van Aert met de hoofdprijs aan de haal – moeten de traditionele veldritploegen daar niet blij van worden. “Maar wij vinden dat niet lastig”, repliceert Mettepenningen. “We zijn nu nog niet bezig het feit dat ze terugkomen, maar Hulst is voor ons wel de belangrijkste dag van het weekend. Mathieu is Mathieu, die gaat misschien meteen meedoen om te winnen en wellicht ook winnen. Maar daar gaan we geen ruzie mee maken. Je weet dat die mannen komen, dat ze fenomenen zijn van buitencategorie.”
Van der Poel twijfelde vooraf zelf nog een beetje aan zijn vorm, en ook analist Niels Albert stelde dat de crossers misschien wel eens kans maken in de eerste afspraken. “Maar ze gaan toch niet komen crossen als ze niet klaar zijn?”, zegt Mettepenningen. “Daarom moeten ze nog niet direct iedereen op een hoopje rijden, maar ik weet zeker dat ze niet veel crossen nodig hebben om te domineren. Ik verwacht een super-Mathieu en een goede Wout.” Idem voor Braes: “Als Mathieu meedoet, weet je 99 procent zeker dat hij wint.”
Maar de ploegleider van Baloise Trek Lions verwacht tegengas van zijn mannen. “Het doel is altijd om zo lang mogelijk te volgen. Maar of dat lukt, hangt maar van één iemand af: Mathieu zelf. Hoe hard is die versnelling, wanneer is die versnelling? We moeten hopen dat er renners zijn die kunnen antwoorden en dat ook zo lang mogelijk volhouden. Dat brengt alleen de waarde van de cross omhoog. Daar wordt toch soms meewarig over gedaan, maar het zou voor velen duidelijk maken dat de pure crossers ook een hoog niveau halen.”
Braes kijkt daarvoor binnen de eigen rangen naar Europees kampioen Thibau Nys. “In de Wereldbeker van Hoogerheide was hij de enige die de eerste versnelling van Mathieu kon beantwoorden. Bij de nummer twee kon hij dat voor mijn gevoel ook, maar dan zat Eli Iserbyt ertussen. Dat zijn de kansjes die je moet grijpen, en Thibau gaat dat op zijn parcoursen ook wel kunnen. Dan spreek ik niet over winnen, maar als je achter Mathieu tweede wordt, of je nog een tijdje met hem in duel kunt gaan, geeft dat ook wel een zekere voldoening. Het geeft ook waarde als team, dat je met zo iemand mee op het podium kan staan.”
Dat wil echter niet zeggen dat ze zich op voorhand gewonnen geven. “De cross moet altijd gereden worden. Het is niet zo dat we op voorhand al rijden voor een podium, maar het niveau gaat de lucht in. Mathieu kan nog sneller rijden. Dat is simpel, dat is een uitzondering. Wout kan dat ook, maar ik denk dat hij meer gefocust is op zijn voorbereiding op de weg. Mathieu heeft als crosser en acrobaat altijd een tikje voor op Wout. Ik denk dat er meer mogelijkheden zijn tegen Wout dan tegen Mathieu”, aldus ploegleider Braes.
Mettepenningen kijkt dan weer naar kopman Michael Vanthourenhout, die recent de zeges aan elkaar reeg. “Als het echt technisch is, kan hij misschien in de buurt blijven van Mathieu. Als het op vermogen is, dan gaat het een maat voor niets zijn. Ik denk aan schuine kanten, dat is Michael zijn ding. Maar dat zeggen we elk jaar, hé. We hopen elke winter dat het anders zal zijn, maar we worden telkens meteen met de neus op de feiten gedrukt dat Mathieu ongenaakbaar is. Misschien moeten we dat in Zonhoven opnieuw toegeven.”
Om te reageren moet je ingelogd zijn.