In Madrid is vandaag het parcours van de Vuelta a España 2025 voorgesteld. Zoals al bekend was, gaat de Spaanse ronde volgend jaar van start in Italië. Later in de rittenkoers wachten onder andere een ploegentijdrit, een individuele tijdrit en een etappe naar de Alto de l’Angliru. De laatste bergrit finisht op de Bola del Mundo.

De Vuelta a España begint op 23 augustus in de Italiaanse regio Piëmont. Venaria Reale heeft de eer om de start van de openingsrit te organiseren. Van daaruit gaat het – over een route van 183 kilometer – naar Novara. Op het eerste gezicht lijkt het een uitgelezen kans voor de rappe mannen. De enige klim van de dag, de Puerto Bienca-Tomalino van derde categorie – ligt immers op bijna 120 kilometer van de finish.

Rit twee begint dan weer in Alba en finisht 157 kilometer verderop in Limone Piemonte. De klimmers zullen deze etappe met rood omcirkelen in het routeboek. De eerste pakweg 135 kilometer zijn – zeker voor Spaanse begrippen – vlak, maar daarna begint de klimpret. De finishstreep is namelijk getrokken op de Puerto Limonte, een beklimming van zo’n tien kilometer, met enkele steilere percentages richting de top.

De derde etappe op Italiaans grondgebied is relatief kort (139 kilometer), maar niet te onderschatten. Tussen startplaats San Maurizio en de finish in Ceres worden de geaccidenteerde Italiaanse wegen opgezocht, met onderweg een klim van tweede categorie: de Puerto Issiglio.

Op dag vier verlaat de karavaan Italië. Er wordt gestart in Susa om koers te zetten richting Frankrijk, waar de streep is getrokken in Voiron. In het begin van de etappe moeten twee cols van de tweede categorie beklommen worden, waaronder de Col du Lauteret, maar de finale is relatief eenvoudig. De renners vliegen vervolgens naar Spanje, waar een dag later een twintig kilometer lange ploegentijdrit op het programma staat. De chronoproef voor teams start en finisht in Figueras, in de provincie Girona. In rit zes trekt het peloton vervolgens in een zware bergrit naar Andorra.

Ook de zevende etappe betreft een flinke bergetappe, met twee beklimmingen van de tweede categorie en twee van de eerste categorie. De eindstreep is getrokken na de slotklim naar Cerler Huesca La Magia (11,8 km aan 7,2%). De renners kunnen de volgende dag een beetje herstellen, want rit acht naar Zaragoza is relatief eenvoudig. De sprinters zullen hier toe willen slaan, want etappe negen is opnieuw behoorlijk lastig. Al is de slotklim niet bijzonder steil en valt ook de aanloop mee.

Na negen dagen koers kunnen de coureurs genieten van de eerste rustdag. De klassementsrenners zullen snel moeten herstellen, want de tiende etappe betreft voor hen de volgende test. Opnieuw ligt de aankomst boven na een beginfase zonder al te grote obstakels. Etappe elf, met start en finish in Bilbao, bevat juist onderweg de nodige hellingen. De laatste in een serie van zeven kuitenbijters is de Alto de Pike (2,1 km aan 9,3%), die we nog kennen uit de Tour de France van 2023. In rit twaalf is de Collada de Brenes (7,9 km aan 6,5%), met de top op 23 kilometer van de streep, de belangrijkste scherprechter.

Wellicht houden de favorieten zich koest in de etappe naar Los Corrales de Buelna, want etappe dertien finisht op de gevreesde Alto de Angliru (13 km aan 9,7%). En Asturië heeft nog meer in petto voor het Vuelta-peloton. Rit veertien eindigt namelijk op de Alto de la Farrapona (18,6 km aan 5,8%), met zijn 1708 meter de hoogste berg in de provincie. De vijftiende etappe, van A Veiga/Vegadeo naar Monforte de Lemos, is meer een overgangsrit waar de vluchters hun kans zullen willen grijpen.

Daags na de tweede rustdag wacht een rit door het middengebergte. In de finale staan een klim van de derde categorie, eentje van de eerste categorie en tot slot twee van de tweede categorie op het menu. Etappe zeventien finisht dan weer op de Alto de El Morredero, een onregelmatige klim van ruim 23 kilometer en een gemiddeld stijgingspercentage van 5,2 procent. Nadat de klimmers meermaals toe hebben kunnen slaan, krijgen de tijdrijders hun kans in Valladolid. Hier staat op de donderdag voor Madrid een tijdrit van 26 kilometer op het programma.

De sprinters die de Vuelta uit rijden, krijgen in de laatste dagen een beloning in de vorm van twee kansen. Te beginnen met rit negentien, als het peloton van Rueda naar Guijuelo rijdt. En ook op de laatste dag, als traditiegetrouw gefinisht wordt in Madrid, zullen de snelle mannen het waarschijnlijk onderling uitmaken. Maar tussendoor staat nog een fikse bergrit op het programma. Deze finisht op de Bola del Mundo, het loeisteile verlengstuk van de Puerto de Navacerrada. De laatste 3,3 kilometer lopen aan 12,1 procent omhoog.