Special Met de nationale kampioenschappen in aantocht, is het tijd om ons licht eens te laten schijnen op de afgelopen weken in de cross. Het is een seizoen geweest met veel spannende crossen en mooie momenten, maar er kwamen ook enkele pijnpunten bloot te liggen. WielerFlits besprak die samen met drievoudig wereldkampioen Erwin Vervecken, die met Golazo een groot deel van de crossen in België organiseert.

Stelling 1: De nationale kampioenschappen liggen niet meer op de juiste plaats op de kalender

We beginnen met een niet zo fijne conclusie: de waarde van de nationale kampioenschappen staat op de helling. Het is een kentering die al enkele jaren aan de gang is, maar nu zowel Wout van Aert, Mathieu van der Poel, Fem van Empel als Lucinda Brand – misschien wel de vier sterkste crossers van het moment – er allemaal bewust voor kiezen om het BK en NK links te laten liggen, moeten we misschien toch aan de alarmbel trekken.

• 

  7 jan

  Lees ook Winning mood doet Wout van Aert niet twijfelen over BK: "Dit is een tussenstation"

  7 jan

Niet toevallig koersen deze vier renners allemaal voor een (Women’s) WorldTeam, die traditioneel hun ploegstage in de tweede en derde week van januari organiseren. Niet alleen worden daar belangrijke accenten gelegd richting de voorjaarsklassiekers, maar ook andere logistieke formaliteiten worden doorgaans op die stages geregeld, waardoor het voor die renners niet vanzelfsprekend is om over en weer te komen voor een kampioenschap. Maar neemt hun afwezigheid geen waarde weg van een titel? Waarom dan niet aan het einde van de kerstperiode organiseren, wanneer ze er wél allemaal nog bij zijn?

Veel grote namen zijn op stage – foto: Cor Vos

“Misschien wel, het is aan de UCI om dat te herbekijken”, vindt ex-wereldkampioen Erwin Vervecken. Ga je die kampioenschappen een week eerder zetten, dan gaan er wellicht heel andere accenten worden gelegd in de drukke kerstperiode. Dat is een moeilijke. Voor Van Aert en Van der Poel en co maakt zo’n titel echt geen verschil meer in hun carrière. Maar voor de typische crossers zeker wel. Voor hen is een titel iets fantastisch op hun palmares. Misschien is dat ook wel goed zo. De voorjaarsrenners leggen gewoon andere accenten en het is veel minder belangrijk geworden voor hen om een nationale titel in de cross te pakken.”

Stelling 2: Eli Iserbyt en Fem van Empel zijn de grootste slachtoffers van de bredere top

Het hele seizoen overschouwd, kunnen we stellen dat er niemand van de fulltime crossers is die écht zijn stempel op de crossen heeft kunnen drukken. Er waren periodes dat Thibau Nys, Michael Vanthourenhout, Fem van Empel, Ceylin Alvarado of Laurens Sweeck even wat meer won op korte tijd, maar niemand kon meer dan drie crossen achter elkaar juichen. Er kwamen jonge talenten zoals Joran Wyseure, Niels Vandeputte en Marie Schreiber plots klassementscrossen meegraaien, dat is misschien wel het beste teken dat we in een overgangsfase in de cross zitten waarin de gevestigde waarden een tandje moeten bijsteken.

• 

  6 jan

  Lees ook Paul Herygers fronst wenkbrauwen over Fem van Empel: "Ik moet streng zijn"

  6 jan

“Ik herinner me dat vorig seizoen Eli Iserbyt heel veel won in het begin van het jaar, en bij de vrouwen was dat exact hetzelfde bij Fem van Empel. Dat was nu helemaal niet het geval. Fem heeft er veel concurrentie bij gekregen en Eli heeft door zijn blessure niet het niveau gehaald van vorig seizoen. Zij zijn de grootste slachtoffers van die brede top geworden. Dat wil niet zeggen dat ze slecht waren, maar ze waren allebei niet zo outstanding als toen. Het zal een combinatie zijn van zelf niet zo super zijn, met veel jongeren die wel een stap hebben gezet”, aldus Vervecken.

Fem van Empel was niet zo dominant als de vorige jaren – foto: Cor Vos

Bovendien is het volgens Vervecken steeds lastiger geworden om te domineren, omdat er zo veel crossen op korte tijd worden georganiseerd. “In mijn tijd reed iedereen alles, maar de generatie na mij is begonnen met crossen te skippen. Ik heb toevallig de kerstperiode van vroeger eens bekeken, en ze is intussen nog drukker geworden dan toen. Het was ook wel druk, maar drie crossen na elkaar zal toch niet zo veel gebeurd zijn. Terwijl het nu meer regel dan uitzondering is. Je hebt renners die daar goed zullen uitkomen, en ook mensen die er slecht op reageren. Iedereen laat ergens wel eens iets liggen en piekt naar zijn eigen crossen, waardoor je veel winnaars krijgt.”

Stelling 3: Seizoen in twee snelheden is niet per sé slecht voor de cross

In de kerstperiode kwam er toch weer een verandering in dat wedstrijdbeeld. Achtereenvolgens kwamen Mathieu van der Poel en Wout van Aert, de zesvoudige en drievoudige wereldkampioen in het veld, enkele crossen meerijden en meteen domineren, zelfs zonder zich specifiek op die crossen toe te leggen. Dat zorgde voor een radicale koerswijziging, maar dat is natuurlijk niet nieuw ten opzichte van de vorige winters. Wel lijkt het erop dat we zo een crosswinter in twee snelheden of twee delen krijgen: eentje met de twee supertalenten aan de macht, en een seizoensbegin waarin de fulltime crossers hun hartje mogen ophalen.

• 

  20 nov

  Lees ook 'Kijkcijfers in de cross significant hoger dan toen Van Aert en Van der Poel meededen'

  20 nov

“Als die twee erbij zijn, legt dat de cross geen windeieren. Natuurlijk komen ze in een periode crossen dat de sport sowieso het populairst is, dat het elke dag op televisie komt en dat veel mensen vakantie hebben. Er is voor de rest ook niet zo veel te doen, waardoor mensen sneller naar een cross komen afgezakt. Maar we moeten niet ontkennen dat de cross extra pigment krijgt met Wout en Mathieu erbij. Er is meer media-aandacht en mensen kijken uit naar hun komst. Ook al zorgen ze vaak voor dominante wedstrijdbeelden. Dat doet me niet meer schrikken. Het gaat hier over renners die ook op de weg dominant zijn, en met een normale voorbereiding altijd zullen meedoen. Dat weet het publiek intussen ook”, stelt Vervecken.

Van der Poel en Van Aert zijn de smaakmakers bij het publiek – foto: Cor Vos

Problematisch is die situatie echter niet, zo vindt de Kempenaar. “Onze bezoekersaantallen zijn al het hele jaar heel goed. Al op de Koppenberg en in Niel was er veel volk aanwezig, omdat er veel namen waren die konden winnen. En ook Diegem was een van de spannendste crossen van het seizoen, zonder Wout en Mathieu. De cross op zichzelf is nog altijd een goed product en dus is die winter in twee snelheden allesbehalve een probleem. Het publiek smult van beide.”