Lennert Van Eetvelt: “Er moet niet veel meer bij om aan de top te komen”
Interview Voor Lennert Van Eetvelt was 2024 een vreemd jaar. Het 23-jarige talent van de Lotto-ploeg stond de helft van het jaar aan de kant met knieproblemen, maar het gekke is dat hij tegelijk wel het allerbeste seizoen uit zijn carrière kende met winst in de UAE Tour en Tour of Guangxi als hoogtepunten. Als hij één wens mag doen voor het komende wielerjaar, kiest Van Eetvelt er logischerwijs voor om eens gezond te blijven.
Als er één ding is duidelijk geworden, dan is het wel dat Van Eetvelt op weg is om een van de beste ronderenners van België te worden. De Vlaams-Brabander heeft de klasse om op het hoogste toneel mee te strijden – anders strijd je niet met Primoz Roglic om ritzeges in de eerste Vueltaweek en met Marc Hirschi en Julian Alaphilippe in de Clasica San Sebastian. “Het is moeilijk om te zeggen tot wat ik in staat ben zonder ongelukken”, stelt Van Eetvelt.
“De laatste twee jaar heb ik redelijk wat tegenslagen gehad. Daarom heb ik bij momenten niet veel gekoerst en ben ik heel vaak moeten terugkomen. Op de momenten dat ik terug in koers kwam, kon ik vaak een extra hoog niveau halen, omdat ik extra fris aan de start kwam. Maar op het einde van het jaar had ik het toch wel een beetje gehad. Ik was heel blij dat het seizoen gedaan was, maar het geeft me ook vertrouwen voor de toekomst. In de zin van: wat er ook gebeurt, ik kan altijd terugkeren. Ik moet gewoon geduld hebben.”
Anderzijds moet je toch ook stevig op je honger blijven zitten?
“Ik kijk vooral positief op vorig jaar terug, en niet per sé naar de tegenslagen. Het doel van vorig jaar was om te kijken of ik ooit bij de wereldtop kan komen. Ik ben er al veel dichterbij gekomen dan ik had verwacht. De laatste jaren ben ik altijd veel verbeterd. Of ik ook dit jaar nog zo veel ga verbeteren, betwijfel ik. Maar er moet misschien niet heel veel meer bij om op het niveau van die echte top te komen. Voor mij is het ook kijken: wat kan er, wat niet? Ik kan mezelf vaak verbazen, maar het is wel mooi om in de buurt te komen.”
Heb je enig idee waar je nu staat ten opzichte van de wereldtop?
“Ik zit niet heel ver meer af. In de Ronde van Lombardije had ik bijvoorbeeld helemaal geen goed gevoel, maar dan brak de koers open en opeens zat ik toch tussen grote namen als Remco Evenepoel. Ik hoop dit seizoen iets meer in de echt grote koersen bij die mannen te blijven en goed te kunnen presteren. In wedstrijden als de Tour de France ga ik een beter beeld krijgen waar ik sta. Aan de ene kant is het een andere wereld, maar Pogacar zit ook niet zo extreem veraf. Zijn niveau ga ik waarschijnlijk nooit halen, anderzijds geeft het wel een idee van waar de limieten liggen.”
Is die Tour de hoofdfocus van 2025?
“Deels. Ik ben meer en meer naar een ronderenner aan het evolueren, maar ik blijf wel verschillende doelen hebben. Ik mik op de Waalse klassiekers, en daarna gaat de focus naar de Tour en de Vuelta. Ik hoop dat het mij gaat lukken om doorheen het jaar te switchen van type renner, zodat ik in de klassiekers een sterke punch heb en in de grote rondes bergop op mijn best ben. In de Tour ga ik niet voor het klassement. Ik wil daar proberen om een rit te winnen, ik ga daar zeker geen risico’s nemen voor het klassement of specifiek proberen aanhaken. We zullen zien hoe het daar verloopt.”
Is in de Vuelta het algemeen klassement wél een doel?
“Normaal wel. Ik hoop mijn doel van vorig jaar waar te maken en mezelf in de top 10 van het algemeen klassement te knokken. Ik heb vooral eens zin in een ronde zonder pech nodig. Als er meer mogelijk is dan die top 10, graag. Maar ik hoop in de eerste instantie gewoon een goed klassement te kunnen rijden. Vorig jaar had ik in het begin van de Vuelta dat niveau, maar ik kon het niet volhouden.”
Voor bet rijden van klassementen heb je nog wat werkpunten. Je tijdrit bijvoorbeeld.
“Het wordt belangrijk om mijn tijdrit te verbeteren, ja. Bij de jeugd was ik altijd een goede tijdrijder. Door de focus op het klimmen te leggen, hebben we dat de voorbije jaren een beetje verwaarloosd. Ik hoop nu terug de draad op te pikken en meer uren op die fiets te maken. Het zal niet meer hetzelfde worden als toen, maar ik wil er alleszins niet te veel meer mee verliezen in de rondes.”
Je wordt bij de ploeg voorgesteld als één van de twee grote kopmannen. Ben je al gewend aan die rol en de bijkomende druk?
“Ik heb daar veel over geleerd van Victor Campenaerts. De rest van de ploeg is vaak jong, en ikzelf ook, maar ik ben wel al van bij de beloften vaak kopman geweest. Je leert zo om er buiten de koers te zijn voor je ploeg. Ik doe mijn best, jij doet je best en we willen er als de ploeg het beste uit halen. Het ligt misschien niet in mijn natuur, maar ik moet dat wel doen.”
“Wat die extra druk betreft, ook daar leer ik in bij. In de Clasica San Sebastian begonnen Maxim (Van Gils,red.) en Andreas (Kron, red.) voor mij te rijden, op de slotbeklimming was het aan mij. Dan ben je soms even jaloers dat je moet aanklampen en de rest rustig kan binnenkomen. Ik werd dan ook nog na 100 meter gelost. Dan denk je: sorry, jongens! We kwamen nog wel terug, maar je moet soms durven zeggen als kopman: het was mijn dag niet. Je moet eerlijk zijn met jezelf over wat wel en niet kan lukken.”
Wat heb je nog geleerd over je eigen lichaam?
“Ik weet dat als ik minder koersen rijd en meer train en rust, ik beter voor de dag kom. Dat wist ik al uit de jeugd, maar afgelopen jaar is dat ook gebleken. Dat nemen we nu mee in de planningen. Af en toe een paar dagen van de fiets afblijven, kan goed doen. Ik ga mijn periodes goed uitkiezen. Als je kijkt naar de beste renners in de wereld, die koersen allemaal niet extreem veel. Daar wil ik me meer aan houden. Je wordt bovendien elk jaar een beetje minder eigenwijs, en zo komen we uit op het juiste recept (lacht).”
Heb je ook ambities in de Ronde van Vlaanderen, die verrassend genoeg op je programma staat?
“Als ik start, wil ik altijd presteren. Ik wilde graag eens iets anders proberen. Klassementsmannen zijn ook goed in die wedstrijden, zo is de afgelopen jaren gebleken. En als je een goede klassementsman wil worden, moet je overal goed in zijn. Ze steken dat soort ritten ook in de Tour, en dat gaan ze steeds meer doen in de toekomst, dus was het belangrijk om hier al eens te komen rijden.”
Om te reageren moet je ingelogd zijn.