Fabio Aru leek aan het begin van het seizoen verzekerd van het kopmanschap in de Vuelta, maar inmiddels is duidelijk dat hij deze rol moet delen. Niet alleen met Mikel Landa, die in de Giro zijn status verhoogde, maar ook met Vincenzo Nibali, zo werd gisteren bekend. Voor Aru vormt dat echter geen probleem. Dat zegt hij tegenover Gazzetta dello Sport.

“Er gaat geen rivaliteit tussen ons zijn”, verzekert de 25-jarige Astana-renner. “Het is beter om Vincenzo als ploegmaat te hebben. Het zijn juist de anderen die problemen zullen krijgen. Donderdag had ik hem lang aan de telefoon. Hij is goed uit de Tour de France gekomen en zijn etappezege heeft hem vertrouwen gegeven. Hij gaat sterk zijn in de Vuelta. Wij zijn professionals, we kennen de regels in de ploeg en we weten hoe we samen moeten werken. We hebben een uitstekende relatie, ook al hebben we al lang niet samen gekoerst.” De laatste keer was in de Giro van 2013. Tussendoor hebben ze nog wel samen gereden op wereldkampioenschappen.

Aru kijkt uit naar de Ronde van Spanje. “De enige rivaal die daar ontbreekt is Alberto Contador. Dat is mooi, want ik hou van directe confrontaties met mijn rivalen.” De Italiaan rijdt in aanloop naar de Vuelta weinig wedstrijden. Hij heeft dit seizoen pas 36 koersdagen achter de rug en gaat alleen nog de Ronde van Polen rijden. “Ik wil daar wat wedstrijdritme opdoen. Ik ga niet voor het algemeen klassement, maar zou wel graag goed willen presteren, ook al is dat waarschijnlijk niet mogelijk.”