Col de la Loze: autovrije Franse Alpencol in Les Trois Vallées
Hoe heerlijk het ook is om legendarische cols zoals de Galibier, Mont Ventoux of Alpe d’Huez te beklimmen, een nieuwe onbekende klim met de racefiets bedwingen is minstens zo uitdagend. Met de top op 2304 meter is de Col de la Loze er eentje die ongetwijfeld in het rijtje van ‘de-cols-die-je-echt-gefietst-moet-hebben’ moet komen te staan. Het mooiste van alles: de laatste zes kilometers zijn autovrij.
Eind juni 2019 werd deze nieuwe Alpencol gelegen in Les Trois Vallées officieel geopend, nadat er een gloednieuwe gladde laag asfalt over de bestaande gravelroute werd gelegd. De wielertoerist kan hier dus inmiddels zijn hart al ophalen, maar ook de wedstrijdrenners hoeven niet lang te wachten voordat ze de strijd naar de top kunnen aangaan. Op 23 augustus staat de Col de la Loze op het programma in de achtste etappe van de Tour de l’Avenir.
Les Trois Vallées: van wintersport- tot fietsgebied
De Fransen zien Les Trois Vallées graag ook in de zomer volledig tot bloei komen. In de winter is dat namelijk allang het geval, het is één van de meest populaire skigebieden in de Franse Alpen en zelfs één van de grootste aaneengesloten skigebieden ter wereld. Wintersportliefhebbers profiteren van oneindig veel mogelijkheden met de grote diversiteit aan pistes. Om een meer constante stroom van toerisme te realiseren, richten de Fransen hun pijlen momenteel op fietsers. Niet dat die de regio voorheen niet opzochten: het gebied is namelijk ook zeer geliefd bij mountainbikers, en dan met name voor het downhillen.
Trois Vallées Addict Tour: Courchevel – Méribel
Op uitnodiging van Atout France en France Montagnes heb ik de Col de la Loze kunnen ‘testen’, waarbij ik de dag erna ook nog een ritje naar Val Thorens heb meegepakt – het laatste deel van de een-na-laatste touretappe dit jaar. De Col de la Loze reed ik als onderdeel van de Trois Vallées Addict Tour, een fietsevenement voor wielrenners en mountainbikers. Het wielerparcours was met 35 kilometer en zo’n 1200 hoogtemeters een mooie afwisselende route die de dorpen Courchevel en Méribel doorkruist. Courchevel is verdeeld in mini-dorpjes op verschillende hoogtes: Courchevel 1150 (Saint Bon), Courchevel 1300 (Le Praz), Courchevel 1550 (Village), Courchevel 1650 (Moriond) en Courchevel 1850. Kort samengevat: hoe hoger gelegen, hoe chiquer – en prijziger – het dorp. En ondanks dat deze dorpen ’s winters veel levendiger zijn, vind je ook in de zomer de sporen van deze chique bedoening.
Afzien tijdens het klimmen wordt beloond met uitzicht Mont Blanc
Na vertrek vanuit Amsterdam met de Thalys stapte ik in Parijs over in de TGV, waarna ik aankwam in Chambery, de hoofdstad van het departement Savoie. Fijn reizen met deze snelle treinen, je kunt bijvoorbeeld prima werken in de trein en komt niet echt vermoeid aan op plaats van bestemming. Je kunt je tijd dus volop benutten. Vanuit Chambery volgde nog een taxiritje van ruim een uur naar Courchevel. Mijn fiets haalde ik op in Courchevel 1850, vanaf daar is het negen kilometer klimmen naar de top. Ondanks dat het échte autovrije deel pas op zes kilometer van de top begint, is het daarvoor ook al rustig wat het fietsen uiteraard ten goede komt. Nagenoeg de hele weg voor jezelf, mocht het je te steil worden kun je gerust al zigzaggend naar boven. Wel blijven opletten voor tegemoetkomende dalende fietsers natuurlijk, de klim is ook vanaf de andere kant vanuit Méribel goed te doen, als hij dan wel op sommige stukken wat steiler. De klim loopt geleidelijk naar boven, met hier en daar wat steile stukken en ook een klein dalend stuk. Wanneer je de top in het zicht krijgt, komt tegelijkertijd de reusachtige Mont Blanc tevoorschijn – mits je een heldere dag hebt, wat bij mij gelukkig het geval was. Een prachtige strakblauwe lucht, met in de verte de hagelwitte top van de Mont Blanc. Dat prachtige decor zorgt voor de nodige afleiding tijdens de rit naar boven, zodat ook de pittige laatste honderden meters volbracht kunnen worden.
Welverdiend uitzicht, welverdiende afdaling
Eenmaal boven moet je absoluut de tijd nemen om te genieten van de prachtige stille omgeving, met de bonus dat je direct even op adem komt. De organisatie van de Trois Vallées Addict Tour zorgde voor een goede ravitaillering, waar je zelfs om 11 uur ’s ochtends al aan het bier en BBQ-worsten kon. Die heb ik aan me voorbij laten gaan. Na een colaatje, een halve banaan en wat vers stokbrood was het tijd om met een extra laagje kleding de afdaling in te gaan. Een afdaling die zo’n beetje alles in zich heeft: lange overzichtelijke wegen waar de snelheid behoorlijk kan oplopen, maar ook enkele scherpe bochten. Ter hoogte van de boomgrens doemen er plotseling nog een aantal elkaar heel kort opvolgende haarspeldbochten op. Letterlijk voor ieder wat wils. De conditie van de weg is haast net zo afwisselend. Het grootste gedeelte daal je vliegensvlug over glad, nieuw asfalt. Toch moet je blijven opletten, in sommige bochten moet je flink je best doen om losliggende steentjes te ontwijken. Maar over het geheel gezien is het een welverdiende afdaling die je beloont na een al even zo fijne klim.
Tijd voor ontspanning: Aquamotion en Lac de la Rosière
Mocht je na een tocht in deze omgeving behoefte hebben aan ontspanning, dan heeft Courchevel genoeg opties. Zo is er Aquamotion, een zwembad- en wellnesscomplex een prachtig uitzicht op de bergen. Er is van alles: een binnen- en buitenzwembad, kinderzwembad met glijbanen en een wellnesscomplex met diverse sauna’s. En mocht je snel willen herstellen van de klim, kun je een drie minuten durende sessie cryotherapie doen. Je stapt in een soort cocon waarin de temperatuur gedurende drie minuten afneemt naar uiteindelijk ongeveer -170 graden. Een gek gevoel, en of het nu echt helpt..
Heb je meer behoefte aan ontspanning in de buitenlucht, dan kun je bijvoorbeeld wandelen, kanoën, picknicken of barbecueën rondom Lac de la Rosière. Een prachtig meer vlakbij Courchevel. Ook golf is hier populair in deze regio, net als yoga. Zowel binnen als buiten zijn er mogelijkheden om deel te nemen aan een lesje yoga.
Klimmen naar Val Thorens
In deze regio is nog veel meer te beleven dan de Col de la Loze. Het nabij gelegen Val Thorens kon ik niet aan mij voorbij laten gaan, zeker niet gezien de een-na-laatste touretappe van 2019 hier op dit skioord finishte. Dat is trouwens sowieso erg fijn aan dit gebied, er zijn heel wat bekende beklimmingen die niet ver van elkaar vandaan liggen. In tegenstelling tot de dag waarop ik de Col de la Loze beklom, was er tijdens de rit naar Val Thorens koude mist. De wolken hingen laag en de bergtoppen leken spoorloos verdwenen. Bij vertrek vanuit Méribel lag er eerst een vijftien kilometer lange afdaling klaar via Les Allues richting Salins-les-Thermes, waarna ik linksaf de weg insloeg die het begin van de vierendertig kilometer lange klim vertegenwoordigt. Niet te missen overigens, gezien de grootse aankondigingen aan de rotswanden omdat dit dezelfde klim is die het tourpeloton van 2019 als laatste beklimming voor de kiezen kreeg. Een alternatieve route naar Val Thorens, die via een smalle, rustige weg ter hoogte van het dorpje Les Frênes op de gebruikelijke hoofdweg boven uitkomt.
Persoonlijk vond ik het eerste deel het mooiste, midden in de natuur en weinig auto’s. Deze weg leidt langs verschillende kleine dorpjes waaronder La Côte Derrière en het toepasselijke La Tour. De klim is met vijfendertig kilometer behoorlijk lang, maar niet al te steil. Het gemiddelde stijgingspercentage is met zo’n vijf procent niet angstaanjagend, maar laat je niet misleiden: een keer of vier kun je even op adem komen omdat de weg vlak is en je deels zelfs in dalende lijn rijdt. Nét genoeg om weer op te laden voor het vervolg van de klim. Hoe verder naar boven, hoe kouder de temperatuur en hoe slechter het zicht. Het is duidelijk merkbaar dat je naar 2365 meter hoogte klimt.
De Fransen hebben de klim nog een klein stukje ‘verlengd’ speciaal voor de Tour de France, want het spektakel kan nooit groot genoeg zijn. Het venijn zit hem inderdaad in de staart, het wegdek van deze verlenging bestaat uit aangestampt grint wat behoorlijk pittig is in combinatie met een maximale stijging van acht procent. Afdalen doe je op dezelfde weg waarlangs je naar boven bent gekomen, ook deze afdaling is afwisselend net zoals die van de Col de la Loze. Vierendertig kilometer lang dalen, met voornamelijk overzichtelijke stukken en enkele scherpe haarspeldbochten.
Opvallend veel (elektrische) mountainbikes
Les Trois Vallées is al langere tijd gericht op mountainbike en downhill. Je komt overal mountainbikers en downhillers tegen, ook in de Trois Vallées Addict Tour waren ze flink in de meerderheid. En ik geef ze geen ongelijk, er liggen namelijk geweldige tracks voor ze klaar. In de gondel naar boven – of natuurlijk gewoon op de fiets voor de echte die-hards – en gáán.
Bijzonder trouwens om te zien hoeveel mensen er op elektrische mountainbikes de bergen in trekken. Een fijne optie wanneer je conditie niet top is of je onderweg gewoon lekker rustig wilt genieten van de prachtige omgeving. De fietsenwinkels in Les Trois Vallées zijn er steeds meer op in gericht e-bikes te verhuren naast racefietsen en mountainbikes.
Ambitie: grootste aaneengesloten fietsgebied
Les Trois Vallées heeft de ambitie om tot het grootste aaneengesloten fietsgebied uit te groeien. De inmiddels geasfalteerde opengestelde Col de la Loze die Courchevel en Méribel verbindt was een stap in die richting. Daarnaast liggen er plannen klaar om de komende jaren ook een (autovrije) verbinding te maken richting Val Thorens, zodat wielrenners zich goed kunnen uitleven in dit deel van de Franse Alpen. Een goede uitvalsbasis dus voor een sportieve (fiets)vakantie. Aangezien Les Trois Vallées gedurende de winter al perfect ingericht is op toeristen, hoef je je in de zomer ook geen zorgen te maken over bijvoorbeeld accommodaties en restaurants of supermarkten.
Om te reageren moet je ingelogd zijn.