De Alto de l’Angliru: een Asturiaanse sluipmoordenaar
foto: Cor Vos

De Alto de l’Angliru: een Asturiaanse sluipmoordenaar

Fietstoerisme Niet alle beklimmingen zijn gelijk geschapen. Een handjevol beklimmingen wordt door prof en amateur gevreesd. Eén van die beklimmingen is de Alto de l’Angliru, die dit jaar zijn tiende verschijning maakt in de Vuelta a España.

Ieder jaar lijkt de Vuelta a España weer een nieuwe loodzware klim te ontdekken om het peloton over te sturen. Daardoor zit het parcours van de Vuelta ieder jaar vol verrassingen. Maar, een enkele van deze loodzware beklimmingen mag vaker zijn opwachting in de Spaanse grote ronde.

In het hart van Asturië ligt één van die beklimmingen, die tot de meest gevreesde beklimmingen uit de wielersport hoort: de Alto de l’Angliru. De klim ligt dan wel in het prachtige Parque Natural de las Ubiñas: genieten is er op deze killer geen seconde bij gezien de ongekend zware stijgingspercentages.

foto: Cor Vos

Dit jaar doet de Vuelta de loodzware klim al voor de tiende keer aan. De eerste beklimming vond plaats in 1999. In een zoektocht naar nieuwe wegen om te kunnen wedijveren met de Giro d’Italia en de Tour de France, kwam de Vuelta-organisatie dat jaar uit bij de Angliru. Het profiel van de beklimming was voor toenmalig Vuelta-directeur Victor Cordero koren op de molen; Cordero hield wel van een uitdaging voor het peloton.

Voor de start van de wedstrijd werd de nieuwe beklimming gevreesd. “Ik vrees een uitputtingsslag zoals die Tommy Simpson op de Mont Ventoux ooit het leven heeft gekost”, zei titelverdediger Abraham Olano over de Angliru.

Niemand liet die dag – godzijdank – het leven, maar een slijtageslag werd het wel: het verschil tussen aan de streep tussen de nummer 1 en nummer 10 was ruim 3 minuten. Wijlen José Maria Jiménez bleek die dag over de sterkste klimmersbenen te beschikken. Wielergeschiedenis was geschreven en een nieuwe monstercol was geboren.

Carapaz zet Roglic onder druk tijdens de Vuelta van 2020 – foto: Cor Vos

In de jaren die volgde ging de Vuelta nog eens achtmaal op bezoek bij het Asturiaanse beest, meest recent in 2020. Dat jaar was het de boomlange Hugh Carthy die met een goedgetimede aanval de overwinning greep, terwijl zich ook een levendige strijd ontbond tussen Richard Carapaz en Primoz Roglic om de rode leiderstrui.

Eén van de meest memorabele koersmomenten op de Angliru was zonder meer de passage in 2017. Het was de 78e koersdag van Alberto Contador in zijn afscheidsjaar als profwielrenner. Al meer dan 12 podiumplaatsen in etappes-in-lijn en klassementen had El Pistolero dat seizoen behaald, maar de afscheidsoverwinning waar hij zo vurig naar verlangde zat er niet in.

De Angliru was dat jaar het decor van de absolute ontknoping van de Vuelta, als finish van de twintigste etappe met de dag daarna enkel nog de criteriumprocessie door Madrid. De één-na-laatste koersdag en de laatste finish bergop van één van de grootste Spaanse klassementscoureurs van zijn generatie.

Contador komt juichend over de streep na etappe 20 van de Vuelta van 2017 – foto: Cor Vos

De hele dag liet Contador – die in 2008 ook al eens won op de Angliru – zijn ploeg Trek-Segafredo op kop van het peloton rijden, om de kopgroep binnen schotafstand te houden. In de afdaling in aanloop naar de Angliru glipte hij er tussenuit om met een voorsprong van een halve minuut aan de slotklim te beginnen. Het bleek genoeg om zijn carrière op glansrijke wijze af te sluiten met nog eens een etappe-overwinning in de Vuelta.

De klim is in feite vanuit twee kanten te beklimmen, maar als er over de Angliru gesproken wordt, gaat het vrijwel altijd om de route vanuit Riosa. De eerste kilometers is die nog goed te doen, al is de klim dan met twee kilometer aan 9% al niet makkelijk. Toch zijn de eerste 5,5 kilometer niet ongekend lastig.

Nee, de uitdaging zit hem in de tweede helft, als het stijgingspercentage kilometers aaneen enorm hoog liggen: 6 kilometer lang stijgt de klim aan een gemiddelde van meer dan 13%, met uitschieters diep in de 20%. Als we de borden langs de weg mogen geloven, lopen de steilste stroken aan maar liefst 26% omhoog. Een weg mag dit eigenlijk niet heten; dit is meer een geitenpad.

Na 12,1 kilometer aan gemiddeld 10,2% heb je 1243 hoogtemeters overwonnen. Op de top kijk je uit over de groene bergtoppen rondom de Angliru al reikt dat uitzicht niet bijster ver. Sowieso is de kans op mist groot, dus je moet ook nog geluk hebben om van dat uitzicht te kunnen genieten. Nee, de Angliru rijd je niet op omdat het zo’n prachtige klim is, maar vooral omdat het een moordende uitdaging is waarvan je naderhand kan zeggen: ik heb het gedaan.

Om te reageren moet je ingelogd zijn.