De Cipressa staat in de schaduw van de Poggio, maar heeft zijn eigen verhaal
Fietstoerisme De Cipressa en de Poggio; misschien vormen ze het wel het meest iconische tweeluik in de wielersport. Wanneer die namen worden genoemd, spitst menig wielerliefhebber dan ook hun oren. Maar als het over de ontknoping van Milaan–San Remo gaat, ligt de nadruk vooral op de Poggio, terwijl ook de Cipressa een helling met een rijke geschiedenis is.
Slechts 5,6 kilometer aan een gemiddeld stijgingspercentage van 4,1%. De statistieken van de Cipressa zijn allerminst indrukwekkend, waardoor het in menig koers dan ook een totaal irrelevante helling zou zijn. Niet op die ene zaterdag in het Italiaanse voorjaar, als het samen met de Poggio de zinderende ontknoping van Milaan–San Remo vormt.Cipressa, San Lorenzo Al Mare, Italië
• Afstand: 5.6 km, Hoogteverschil: 226 m, Gemiddelde helling: 4 %
De klim zelf heeft officieel geen naam, dus wordt deze vernoemd naar het dorpje wat de top vormt: Cipressa. De klim naar dit dorpje aan de Ligurische kust, op een hoogte van ongeveer 240 meter, is regelmatig de locatie waar subtoppers een verwoede uitvalspoging doen, maar waar de koers zelden beslist wordt. Dat komt onder meer door de tien vlakke kilometers die tussen de Cipressa en de Poggio liggen en waar een aanstormend peloton een flink voordeel heeft.
Toch zijn er genoeg verhalen geschreven op de Cipressa door de jaren heen. Zo was het in 1999 Marco Pantani die er verraste met een uitvalspoging. De helling bleek niet zwaar genoeg voor een lichtgewicht als Il Pirata, want aan het einde van de afdaling werd hij alweer teruggefloten door het peloton.
Indirect is de helling wel beslissend geweest in de lenteklassieker. In 1982 bereikte een groep van 13 vroege vluchters de voet van de klim als eersten, waarna Marc Gomez en Alain Bondue ten aanval trokken uit die kopgroep. Het tweetal bleef vooruit, maar Bondue zag zijn kansen in rook opgaan toen hij ten val kwam in de afdaling van de Poggio. Retrospectief bleek de duo-demarrage op de Cipressa dus toch dé beslissende aanval, die Gomez de overwinning opleverde.
Net als de klim kan ook de afdaling zijn weerslag hebben op de koers, want de dalende lijn van de SP77 geldt als uiterst technisch. In 2019 vloog Niccolò Bonifazio er naar beneden, waardoor talloze kijkers met grote bewondering keken, terwijl talloze andere kijkers met een gezonde portie angst keken. Bonifazio wist die afdaling tot een goed einde te brengen, maar dat was niet altijd het geval. In 1984 kwam Jan Raas er hard ten val, met langdurige rugklachten ten gevolge, die het einde van zijn carrière als wielerprof zouden betekenen.
En ook als er niet wordt aangevallen, geeft de Cipressa altijd kleur aan de finale van het monument. Kiezen er ploegen voor om door te trekken in een poging de sprinters pijn te doen of verrast er toch iemand met een vroege aanval? Zijdelings is de klim toch bepalend voor welke coureurs de daaropvolgende Poggio wel of niet overleven en dus ook voor wie zijn handen een paar kilometer later in de lucht mag steken op de Via Roma.

Mathieu van der Poel en Silvan Dillier tijdens een training op de Cipressa – foto: Cor Vos
Om te reageren moet je ingelogd zijn.