De Col du Grand Colombier: zelfs voor de profs een stevige kluif
foto's: Joris Knapen

De Col du Grand Colombier: zelfs voor de profs een stevige kluif

Fietstoerisme Op 14 juli kreeg het peloton in de Tour de France een etappefinish voorgeschoteld op het dak van de Jura. In de vorm van de Col du Grand Colombier had de Tourorganisatie een keizerlijke finish aangewezen om de nationale feestdag Quatorze Juillet te sieren.

Het is een bijzonder warme voorjaarsdag als ik de Col du Grand Colombier beklim. Enkele dagen eerder reed ik nog in striemende kou door Vlaanderen, nu vertrek ik in een zomerse outfit voor een lange beklimming naar grote hoogte. Een beetje vreemde gewaarwording, maar des te groter is het geluk.

Mijn liefde voor het beklimmen van bergen is lastig te verklaren, maar velen zullen het begrijpen. De fysieke uitdaging, de constant veranderende uitzichten, de solitude; het zorgt ervoor dat iedere beklimming uniek is. Het zorgt voor een ongrijpbaar gevoel van overweldigend enthousiasme. Ook tijdens de beklimming van de Col du Grand Colombier is dat onmiskenbare gevoel weer sterk aanwezig en dat is geen toeval.

Gigant van de Jura
De Col du Grand Colombier is eigenlijk een betrekkelijk onbekende beklimming, als we kijken naar de koershistorie. De eerste verschijning in een wedstrijd dateert van 1980, als het de slotbeklimming is van de elfde etappe van de Ronde van de Toekomst. In de recente geschiedenis wordt de klim regelmatig in de Tour de l’Ain opgenomen en een enkele keer in het Criterium du Dauphiné.

Deze reportage komt uit de extra dikke zomereditie van RIDE Magazine. Een 212 pagina’s dik wielermagazine over de Tour de France, fraaie fietsbestemmingen en het nieuwste materiaal. Bestel hem nu online. Wil je RIDE extra voordelig ontvangen? Neem dan nu een abonnement en ontvang maar liefst 20% korting!

Pas in 2012 wordt de Grand Colombier voor het eerst in de Tour de France opgenomen. Niemand minder dan cultheld Thomas Voeckler passeert als eerste de top en zou later die tiende etappe ook de overwinning grijpen, enkele seconden voor wijlen Michele Scarponi. Een moderne klassieker is geboren, zo blijkt, want sindsdien maakte de beklimming nog eens drie keer zijn opwachting in de Ronde van Frankrijk.

De laatste verschijning van de Col du Grand Colombier in La Grand Boucle was in 2020. Tijdens de vijftiende etappe kreeg het peloton 174,5 kilometer voorgeschoteld, met een finish op de Grand Colombier. Het peloton hield hun kruit droog, waarna de beslissing op de slotklim zou vallen. Het was die dag de latere eindwinnaar Tadej Pogacar die de overwinning in een sprint greep, net voor landgenoot en op dat moment geletruidrager Primoz Roglic.

In 2020 kwam Tadej Pogacar juichend over de streep op de Grand Colombier – foto: Cor Vos

Desalniettemin is de Col du Grand Colombier een bekende pas. De in de Jura gelegen beklimming staat onder amateurwielrenners bekend om zijn zwaarte en schoonheid. De top is vanaf vier kanten te bereiken en stuk voor stuk zijn het lange beklimmingen waar je 1200 ruim hoogtemeters te overbruggen hebt. Voeg daaraan toe dat iedere beklimming enkele kilometers met stijgingspercentages boven de tien procent heeft en je hebt het recept voor een loodzware beklimming.

De beklimming is overigens niet alleen onder fietstoeristen bekend. Ook vanwege de opvallende ligging en het bijzonder fraaie uitzicht op de top is dit een beklimming die het nodige toerisme trekt. Alhoewel het Baugesmassief van de Alpen en andere pieken van de Jura in de buurt liggen, prijkt de Grand Colombier hoog boven de omgeving uit, waardoor de klim in de wijde omgeving een bijzonder gezicht oplevert. Ook vanaf de klim zelf is het uitzicht fraai, gezien hij over de vallei van de Rhône uitkijkt. Als de weerstomstandigheden meewerken kan je vanaf de top zelfs de Mont Blanc zien liggen.

Meerdere beklimmingen
De bekendste zijde is vanuit Culoz. De eerste meters loopt de weg omhoog door de buitenwijken van Culoz, al is dat slechts van korte duur. Vrij snel laat je de bebouwing achter en fiets je door een bos, fijn om even te focussen op de inspanning, te wennen aan het stijgingspercentage en om in het ritme te komen. Toch duurt ook die passage door het bos niet lang en krijg je al bijzonder snel een wijds uitzicht over de omgeving.

Col du Grand Colombier, Culoz, France

• Distance: 17.4 km, Elevation: 1250 m, Avg. Grade: 7.3 %

Het is op de Grand Colombier niet wachten tot je op grote hoogte bent voor mooi uitzicht. Nee, na enkele kilometers al word je getrakteerd op fraaie vergezichten. De weg loopt langs een steile bergwand omhoog, terwijl je aan de andere kant de Rhônevallei steeds kleiner ziet worden en de pieken in de achtergrond alsmaar hoger worden.

Het is niet alleen fijn weer als ik de Colombier beklim, maar ook bijzonder rustig. In de verte hoor ik af en toe een auto toeteren en een zeldzaam windje doet de bomen langs de kant van de weg ritselen. Ik kom het eerste half uur verder niemand tegen, dus ik werk in solitude een weg naar de top van deze Jura-gigant.

Veel beklimmingen worden mooier naarmate de tocht vordert, iets wat bij de Grand Colombier niet geldt. De klim is na iets meer dan vier kilometer al op zijn mooist, als je opeens een snelle opeenvolging van haarspeldbochten krijgt voorgeschoteld en de weg door uiteengespleten rotswanden loopt.

Al vroeg op de klim toont het natuurgeweld zich

Als een slang kruipt de weg hier tegen de steile bergwand op, waar ruwe rotsen langs beide kanten van de weg uit de grond steken. De acht haarspeldbochten volgen elkaar bijna zo snel op dat ik me voorstel dat de profs er op hoge snelheid bijna misselijk van worden. Langer dan tien meter lijkt de weg hier niet rechtdoor te lopen.

Zwoegen
Zo snel als je deze unieke passage voor je op ziet doemen, zo snel zit hij er ook weer op; na nog geen 500 meter loopt de weg weer gestaag rechtdoor. Er volgen iets later nog twee haarspeldbochten, maar dan wordt het vooral zwoegen op de Col du Grand Colombier. De weg vlakt nog even af waardoor je kort kans krijgt te herstellen van de best pittige openingsfase, maar van lange duur is dat niet.

Je hebt hier nog even zicht op Rhône en de industriële agglomeratie van Culoz, maar de weg verdwijnt steeds meer in een dik bos, tot je geen enkel zicht meer hebt op de omgeving die je met iedere hoogtemeter verder achter je laat. Als de weg na ongeveer negen kilometer samenkomt met de beklimming vanuit Anglefort ben je halverwege, maar moet de pittigste passage nog komen.

Een haarspeldbocht naar links drijft je nog verder het bos in, waar de zon moeite heeft om door het dikke bladerendek heen te schijnen. Het zal in de zomer voor welkome verkoeling zorgen, want hier tref je de zwaarste sector van de beklimming. De weg loopt nagenoeg rechtdoor aan stijgingspercentages boven de 10%, een bordje langs de weg vertelt me dat de steilste kilometer zelfs ruim 12% is.

Het is zwoegen. Je bent hier alleen met de tweewieler en de steil oplopende beklimming onder je rubber. Er is geen afleiding om je gedachten te verzetten; je moet het helemaal zelf doen. Het zijn twee gevoelsmatig eindeloze kilometers, waar de weg in de verte steeds weer een stukje langer lijkt te worden.

Gelukkig is dat niet zo, want een ruime vijf kilometer onder de top vlakt de klim wat af. Ditmaal is het een haarspeldbocht naar rechts die het betrekkelijk simpele slot van de beklimming inluidt. De stijgingspercentages in de dubbele getallen wissel je in voor secties die bij vlagen vals plat zijn en zelfs korte stukjes in dalende lijn. Het is vooral de lange inspanning die dan begint te tellen.

Gedurende het slot van de beklimming kom je opeens weer in een meer open omgeving terecht. Het bos verruil je voor een uitgestrekte weide, waar het vee vrijuit aan het grazen is. De overige toppen van de Jura, het Baugesmassief en op een goede dag ook de Mont Blanc zijn hier goed zichtbaar.

Reken je nog niet rijk, want in de slotkilometer is het nog een keer stevig aanzetten. Op de met verschillende kleurrijke aanmoedigingen ondergekalkte weg kan je de top al vrij vroeg zien liggen. Hier merk je snel genoeg of je nog wat in de tank hebt of dat het harken tot de top wordt; het slot is niet bijzonder steil, maar lastig genoeg om je na een lange beklimming even goed pijn te doen. Want, eenmaal de top bereikt heb je er ruim 1200 hoogtemeters op zitten, zelfs voor de doorgewinterde prof is dat een stevige beklimming.

De omgeving op de top doet me wat denken aan die van de Mont Ventoux. Je prijkt hier hoog boven de omgeving uit, waardoor je een eindeloos uitzicht lijkt te hebben. Het maanlandschap ontbreekt wellicht en je kijkt niet zo extreem de diepte in als in de Provence zo is, maar de Grand Colombier is net als de Ventoux de godfather van zijn streek.

foto: Joris Knapen

Het broederschap der geschiften
Eén pittige beklimming niet genoeg? Wellicht wil je dan toetreden tot het Confrérie des Fêlés du Grand Colombier, of vrij vertaald het Broederschap der Geschiften van de Grand Colombier. Toetreding tot dit broederschap is heel simpel en bijzonder uitdagend tegelijkertijd. Als je alle vier de zijden van de beklimming in één dag oprijdt, kan je lid worden van het illustere broederschap. Een simpel concept met een lastige uitvoering dus. Via de website Felesducolombier.fr kan je je vooraf aanmelden, waarna je met bewijsmateriaal van je poging (bijvoorbeeld beeldmateriaal, een stempelkaart of GPS-data) moet aantonen dat je de vier beklimmingen succesvol hebt afgelegd.

Meest gelezen

Om te reageren moet je ingelogd zijn.