De Grossglockner: waar alles wat klimmen zo mooi maakt, lijkt samen te komen
Fietstoerisme De Grossglockner ligt ergens in het midden van de Oostenrijkse Alpen en geniet bekendheid als de hoogste bergtop van Oostenrijk. Onder de rook van deze piek ligt één van de meest uitdagende en evengoed mooiste beklimmingen in het land van Heidi. Maak kennis met de Grossglockner Edelweissspitze.
De Oostenrijkse Alpen herbergen een ontelbare hoeveelheid beklimmingen. Op papier een fietswalhalla voor de klimgeiten onder ons, maar toch geniet de streek niet de bekendheid van zijn Italiaanse of Franse tegenhangers. De reden daarvoor is logisch. Door de absentie van een grote ronde heeft de regio geen enorme koershistorie. Dat betekent allerminst dat de klimmende wielrenner er niks te zoeken heeft. Integendeel zelfs.
De Kitzbüheler Horn, Timmelsjoch en de Ötztaler Gletscherstrasse zullen vooral doen denken aan de wintersport, maar dit zijn evengoed prachtige beklimmingen om per fiets te overwinnen. De absolute aanvoerder van het Oostenrijkse klimgeweld is de Grossglockner. De piek is gewild onder bergbeklimmers. De 1300 meter lager gelegen pas is vooral geliefd onder motorrijders en wielrenners. Logisch, want het toneel van deze klim is fantastisch.
Op expeditie
Eerst even een geschiedenislesje. In 1799 wagen Alpinisten voor het eerst een poging om de hoogste bergtop van Oostenrijk te beklimmen. De lokale bisschop Franz Xaxer Salm-Reifferscheid is de aanstichter van die poging, die overigens niet zou slagen. Dat was aanleiding voor de bisschop om een jaar later een nieuwe expeditie op te zetten, ditmaal met maar liefst 62 mensen. Niet om met zijn allen naar de top te gaan, maar wel om de edele heren die de beklimming moesten afleggen optimaal te ondersteunen en goed te verzorgen.
Onderweg werden zelfs drie complete berghutten aangelegd. Zo bereikten de gebroeders Sepp en Martin Klotz samen met Martin Reicher en een vierde onbekende timmerman de top op 18 juli 1800, één jaar en vijf dagen na de mislukte eerste poging. Velen zouden hen tot op de dag van vandaag volgen.
Ook in de koers heeft de beklimming enige historie, al is dat een stuk meer beperkt vergeleken met het Alpinisme. Zo wist Pieter Weening er in zijn typische stijl met loodzware tred eens te winnen in de Ronde van Oostenrijk en deed de Giro d’Italia de klim tweemaal aan. In 2011 vormde de Grossglockner de finish van de 13de etappe van de Giro, na een drietal kleinere beklimmingen. De streep lag die dag enkele kilometers voor de pashoogte getrokken, waar de Venezolaan José Rujano verraste door Alberto Contador in een sprint-á-deux te kloppen. Een mooi duel, maar geen iconische strijd die de klim vereeuwigde in de hoogste rangen van de wielergeschiedkunde.
Lang, steil én hoog
De populairste of bekendste col is het dus niet, maar toch weten genoeg liefhebbers de klim te vinden. We sommen de statistieken op en je krijgt een donkerbruin vermoeden waardoor dat komt. De klim is 19 kilometer lang, overbrugt 1.670 hoogtemeters aan een gemiddeld stijgingspercentage van 8,8% met een steilste kilometer aan 11%. Dit zijn de statistieken van de iets hoger gelegen Edelweissspitze. De pas is mooi, maar de Edelweissspitze is de overtreffende trap daarvan. Daarover later meer, om het beste net zoals op de klim voor het laatst te bewaren.
Edelweißspitze Großglockner, Fusch An Der Großglocknerstraße, Austria
• Distance: 19 km, Elevation: 1670 m, Avg. Grade: 8.8 %
De klim start goed en wel in het dorpje Fusch an der Grossglocknerstrasse, al loopt de weg dan al enkele kilometers vals plat omhoog. Geniet vooral even van die eerste kilometers, want zodra de klim begint is er geen houden meer aan. De weg doemt als een muur voor je op en loopt meteen met 9% omhoog: het is vanaf de start hard werken op de Grossglockner. Na een paar kilometer krijg je met één kilometer vals plat even rust, maar daarna zakt het stijgingspercentage 15 kilometer lang niet meer onder de 8%, terwijl uitschieters in de dubbele cijfers gemeengoed zijn.
Bovenop de cijfers komt de beleving van de klim. Schijn bedriegt op de Grossglockner, want de kilometers lang rechte weg lijkt vaak maar rond de 5 procent omhoog te lopen. Je benen zullen je een ander verhaal vertellen. Deze klim is een meedogenloze killer die je longen dichtknijpt, het bloed uit je benen perst en je poogt te verdrinken in melkzuur. Inhouden kan niet, ontspannen evenmin: zelfs de goedgetrainde amateur zal diep in de buidel moeten tasten om boven te geraken. Het enige voordeel aan die eindeloze weg? Je kunt hier – mits je het juiste verzet hebt gemonteerd – goed in een ritme komen. De klim is steil, maar wel regelmatig steil. Ieder nadeel heb zijn voordeel, om de woorden van Johan Cruijff aan te halen.
Natuurschoon
Dus verstand op nul en rammen maar, zou je zeggen. Op veel andere klimmen zou dat een gepast advies zijn, maar niet op de Grossglockner. Daar doe je het prachtige landschap namelijk geen eer mee aan en bewijs je jezelf ook geen dienst mee. Ondanks de fysieke inspanning is de Grossglockner absoluut een klim om van te genieten. De weg loopt in het begin hemelsbreed rechtdoor, waardoor je goed zicht hebt op de vallei.
Met het vorderen van de klim kom je steeds meer in een ruwe bergomgeving terecht. Richting het slot van de klim volgt een sectie met haarspeldbochten, waardoor je perspectief weer compleet verandert en je regelmatig terugkijkt op de weg waar je vandaan komt. Langs een bergwand kruip je omhoog, naar de definitieve ontknoping die deze klim uniek maakt.
Enkele kilometers voor de officiële pashoogte kun je namelijk van de grote baan afdraaien, een klein doodlopend kasseienweggetje op. Vanaf hier is het nog een kleine twee kilometer verder klimmen naar de prachtige Edelweissspitze. Hier lijkt alles wat klimmen zo mooi maakt samen te komen: de serene omgeving, fysieke uitdaging en ongekend natuurschoon maken dit tot enkele van de meest bijzondere klimkilometers in de Alpen. De kinderkopjes zijn goed te doen, maar geven de klim toch wat extra glans. Tegelijkertijd blijft het hard werken, want met de top op 2.571 meter en een slotkilometer aan 11%, moet je nog een laatste keer diep gaan.
Dat is iets wat je op de top snel zult vergeten, want het uitzicht over het Nationaal Park Hohe Tauern is wonderbaarlijk. Niet alleen bevind je je hier hoog in de bergen en dus in een indrukwekkende setting, maar doordat de Edelweissspitze echt op een piek ligt, heb je hier een bijzonder 360-graden panorama over die omgeving. Geen bergwanden die het zicht blokkeren, je wordt beloond met uitzicht dat zo ver reikt als het oog; er zijn maar liefst 37 pieken van 3000 meter of hoger zichtbaar. Ik probeer het te omschrijven, maar het beste advies dat ik kan geven is: ga het zelf ervaren.
Niet alleen wielrenners bezoeken de Grossglockner graag. Ook onder motorrijders en automobilisten is de pas erg geliefd. Om de drukte te vermijden rijd je het best vroeg in de ochtend omhoog, tussen 06:00 en 09:30, of in de namiddag, vanaf 15:00 uur. Kies je voor de middag, houd dan wel rekening met de hitte die je mogelijk te verduren krijgt. Auto’s en motoren betalen tol om de klim op te mogen, maar met de fiets is de toegang gratis. Voor de liefhebbers vindt er elke zomer een klimtijdrit plaats op de Grossglockner: de Glocknerkönig. Die ochtend is de klim gesloten voor gemotoriseerd verkeer en enkel toegankelijk voor deelnemers aan het evenement. Er is keuze uit drie afstanden, met de beklimming vanuit Bruck an der Grossglocknerstrasse naar de Edelweissspitze als zwaarste. De snelste man en vrouw in de categorieën worden aan het eind van de rit gekroond tot koningen en koninginnen van de Grossglockner. De eerstvolgende editie vindt plaats op 2 juni 2024. Meer informatie vind je op Glocknerkoenig.com.
Om te reageren moet je ingelogd zijn.