De mooiste beklimmingen uit het Tourparcours om zelf te beklimmen
Fietstoerisme De Tour de France is niet alleen een koersspektakel, maar ook een lust voor het oog. Indrukwekkende vergezichten over de Franse campagne, de welbekende bloeiende zonnebloemvelden en uiteraard uitgestrekte panorama’s over de Alpen volgen elkaar dag na dag. Dat maakt La Grande Boucle ook de perfecte koers om inspiratie voor eigen fietsritten op te doen. WielerFlits zet de mooiste beklimmingen uit het Tourparcours op een rij, die een bezoek waard zijn.
Madonna di San Luca
Al op dag twee krijgt het peloton een beklimming voorgeschoteld die we gerust als iconisch kunnen bestempelen: de Madonna di San Luca. Alhoewel kort, is deze helling nog altijd behoorlijk taai. Bovenal heeft deze helling zijn plaats in de wielerhistorie al meermaals verzegeld, als finish van de Giro dell’Emilia en etappe-aankomst in de Giro d’Italia.
De klim is ‘slechts’ 2,1 kilometer lang, maar kent wel een gemiddelde van 10,4% en uitschieters tot 17%. Daarnaast is de helling ook bekend om zijn bijzondere omgeving en het heiligdom op de top. Onderweg passeer je namelijk de langste portiek van de wereld. Door heel Bologna werden deze galerijen, ook wel ‘Portici’ genoemd, aangelegd in tijd van woningnood (vanaf de 11e eeuw); op de begane grond moest het een open doorgang vormen, maar zo kon er hoger gelegen meer woonruimte worden gebouwd.
Later werd er dus ook een dergelijke galerij aangelegd op de weg naar het heiligdom van San Luca, met maar liefst 666 aparte bogen. De gehele weg volg je deze lange gaanderij, terwijl je op de top van de helling een indrukwekkende basiliek treft en fraai uitzicht over de Colli Bolognesi; de uitlopers van de Apenijnen. Een flinke inspanning, maar ook één met een mooie beloning dus.
Col du Galibier
Nog een iconische beklimming die al vroeg in de Tour zijn opwachting maakt, is de Col du Galibier. Met zijn top op een hoogte van 2.642 meter behoort hij tot de allerhoogste Alpenreuzen, wat de verschillende aanrijroutes van de Col stuk voor stuk uitdagende beklimmingen maken.
Het Tourpeloton krijgt dit jaar al tijdens etappe vier de Galibier voorgeschoteld, als ze koers zetten van het Italiaanse vasteland naar Frankrijk. Die dag staat de klim vanuit Briançon op het programma, waardoor het peloton eerst ook nog de Col du Lautaret aandoet. Met daarvoor ook nog de beklimmingen naar Sestrières en de Col du Montgenèvre zijn de klimmers dus al vroeg aan zet.
Col du Tourmalet
Het is zonder meer de bekendste en beruchtste beklimming van de Pyreneeën: de Col du Tourmalet. Logisch ook, want hij werd al meer dan zestig (!) keer opgenomen in het parcours van de Tour de France en Tour de France Femmes. Je leest het goed: meer dan zestig keer.
Het Tourpeloton krijgt dit jaar de helling vanuit Luz Saint Saveur voorgeschoteld, goed voor bijna 1.400 hoogtemeters over een afstand van 18,4 kilometer. Op de top wacht de Souvenier Jacques Goddet: een prijs die enkel op de top van de Tourmalet wordt uitgedeeld aan de coureur die als eerste bovenkomt, ter ere van de tweede Tourdirecteur.
Cime de la Bonette
Het is officieel niet de hoogste geasfalteerde bergpas, maar het is wel één van de allerhoogste beklimmingen die je per racefiets kan afleggen in de Alpen; zeker in Frankrijk. De top van de Col de la Bonette ligt op 2.715 meter, maar er is een rondweg (de ‘Cime’) die je nog een stuk hoger brengt naar maar een hoogte van liefst 2.802 meter.
De klim start in het dorpje Jausiers, op een hoogte van 1.290 meter. Dat maakt voor een totaal hoogteverschil van meer dan 1.500 meter dus, wat de Bonette een uitzonderlijk lange beklimming maakt. Eentje voor op de bucketlist van de liefhebbers van het zwaardere klimwerk dus.
Col d’Èze
De Col d’Èze is misschien geen bijster zware beklimming, maar door zijn vele verschijningen in het parcours van Parijs-Nice is het toch zonder meer een icoon van de wielersport. Zeker in het profpeloton geldt dat, want tal van profwielrenners die rondom Monaco en Nice wonen, werken tal van trainingskilometers af op de helling.
Dit jaar beklimt het Tourpeloton de klim ook tijdens de afsluitende tijdrit rondom Nice. Dat is de Col d’Èze ten voeten uit, want jarenlang was de klim het decor van een afsluitende tijdrit in de Koers naar de Zon. Dit jaar zal het voor vele coureurs ook als een verlossing voelen, gezien het de allerlaatste klim van La Grande Boucle is.
Om te reageren moet je ingelogd zijn.