Fietstoerisme De Rursee is de perfecte uitvalsbasis voor wielerliefhebbers die op zoek zijn naar een goed alternatief voor de Ardennen en Limburg. Het Duitse stuwmeer dat middenin het Nationaal Park Eifel ligt biedt grootse uitzichten, pittige klimmetjes en is ook nog eens een stuk goedkoper dan de Ardennen en Limburg.

De Rursee is een van de grootste stuwmeren van Duitsland en ligt in het noorden van het Eifel-gebergte. Het stuwmeer bestaat pas sinds het begin van de twintigste eeuw. Daarvoor lagen er in het Rurtal bossen, weilanden en landbouwgronden. Deze stroomden vaak over door het vele water dat uit de Roer-rivier kwam, waarna werd besloten om een stuwmeer aan te leggen. Voilà, de Rursee was geboren.

Tegenwoordig is het meer geliefd bij de veelal sportieve toeristen die de Rursee bezoeken. Er zijn namelijk tal van watersportmogelijkheden, wandelroutes en fietsroutes (ook offroad). En terecht: het lange, uitgestrekte meer dat wordt omsingeld door mooie, beboste heuvels zorgt voor schitterende plaatjes die je niet een-twee-drie in Limburg of de Ardennen vindt. Dat terwijl de Rursee net als de Ardennen en Limburg op rijafstand ligt voor een weekendje weg. Vanaf Utrecht is het iets minder dan drie uur rijden naar het stuwmeer.

Een fietstocht rond het Roermeer kun je het beste beginnen in de plaatsjes Einruhr of Rurberg (zie foto), vanwaar je goed kunt zien dat de Rursee een stuwmeer is. Vanaf de parkeerplaatsen langs het water zie je namelijk een dam staan. In noordelijke richting begint je tocht langs het meer. Een aantal keer zijn de panorama’s dan adembenemend. Echt langs het meer rijd je na de eerste tien kilometer niet meer, maar met een gravelbike of mountainbike kan dat wel prima en dat is ook zeker aan te raden.

Met de wegfiets klim je geleidelijk aan omhoog naar Steckenborn (4,8 kilometer aan 4,8%), vanwaar je kilometerslang naar het noorden rijdt naar plaatsen als Schmidt, Hürtgen, Brandenberg en Bergstein. Vanaf daar maak je weer ommekeer terug naar de Rursee. Het zijn niet de spannendste kilometers die je hier maakt, met onder meer een afdaling en wat brede wegen met enkele hoogtemeters, maar de Burcht Nideggen die je na 45 kilometer te zien krijgt is schitterend. In deze burcht zetelde de hertog van het Hertogdom Gulik zich vanaf de dertiende eeuw, maar deze is tegenwoordig verworden tot een ruïne die prachtig boven de heuvels uittorent.

De laatste dertig kilometer van de rit zijn het pittigst, met liefst twee langere beklimmingen naar een hoogte van boven de 500 meter terug naar de Rursee. Heel steil worden ze niet, maar reken er maar op dat je steeds een kilometer of zeven aan het klimmen bent met stijgingspercentages rond de vier procent. Eenmaal in Einruhr ben je rond, en heb je toch een hoogtemeter of 1500 gemaakt. Tijd voor wat lekkers aan het meer!