Fietsen in Friuli: het Friesland van Italië, maar dan mét bergen

Fietsen in Friuli: het Friesland van Italië, maar dan mét bergen

Fietstoerisme Zeg fietsen in Italië, en de gedachten zullen al gauw naar Toscane, de Stelvio of de Dolomieten schieten. Niet gek, maar er is op zo veel andere plekken nog moois te ontdekken in Italië. Bijvoorbeeld in de streek Friuli, waar hooggebergte, wijngaarden, uitgestrekte vlaktes en een rijke cultuur samenkomen.

Friuli is een streek die het grootste deel uitmaakt van de regio Friuli-Venezia-Giulia, in het noordoosten van Italië. Alhoewel tegenwoordig geen zelfstandige streek meer, kent Friuli een rijke historie waardoor er nog altijd een sterk Friulaans sentiment leeft. Zoals wel vaker in Italië is men er trots op de streek, die de provincies Udine, Pordenone en delen van Gorizia omvat.

Fietsen in Friuli is net zo divers als de omgeving – om maar even een open deur in te trappen. Vlakke wegen over landbouwgronden, glooiende heuvels en hoge Alpentoppen; je vindt het stuk voor stuk in Friuli. Het zijn in ieder geval goede trainingsgronden, want met onder andere Alessandro de Marchi, Jonathan Milan en Elena Cecchini bracht Friuli enkele grote Italiaanse coureurs voort.

Net buiten Bordano tref je een muurschildering over de Italiaanse Giro-geschiedenis – foto: Ties Wijntjes

Trek je richting de kust, dan zal je begrijpen waarom Friuli ook wel het Friesland van Italië wordt genoemd. Dat heeft niet alleen met de sterke lokale wortels van het Friulaanse volk te maken, maar ook met de wegen die doen denken aan het Noord-Nederlandse polderlandschap. Hier kan je vanaf de kust kilometerslang landinwaarts fietsen, over eindeloze rechte wegen door akkerbouwgronden.

Naar de Alpen
Tegelijkertijd kan je in Friuli ook prachtig klimmen. In het oostelijke deel van de regio – tegen Slovenië aan – tref je een deel van de Julische Alpen. Alhoewel dit als onderdeel van de Alpen onmiskenbaar het hooggebergte is, vliegen de hoogtemeters en loeisteile wegen je niet gelijk om de oren.

Aan de voet van de Julische Alpen tref je verschillende fraaie wijngebieden, waaronder die van de Colli Orientali en Collio. Hier kan je over glooiende wegen dwars door de talloze wijngaarden fietsen, terwijl er geen einde lijkt te komen aan de zee van druiven.

Wijngaarden te over in Friuli – foto: Ties Wijntjes

Tegelijkertijd vormen die wijngebieden ook de toegangspoort tot hoger gelegen bergpieken. Vanuit Friuli klim je op verschillende plekken richting de Sloveense grens, over rustige wegen en aan overwegend vriendelijke stijgingspercentages. Rust, een omgeving die barst van het groen en aangename beklimmingen gaan hier hand in hand.

Hier liggen ook al enkele beklimmingen van naam, die niet per se als aangenaam te bestempelen zijn gezien hun uitdagende profiel. Zo kan je richting de Italiaans-Sloveense grens voor de Kolovrat, waar de Giro in 2019 over trok, of de Matajur, wat een populair gebied is onder wandelaars en wielrenners.

Mataiur, Savogna, Italy

• Distance: 14.2 km, Elevation: 1136 m, Avg. Grade: 7.8 %

Het echte klimwerk in Friuli tref je echter in het noorden, waar de Karnische Alpen liggen. Daar tref je hoge bergtoppen die allemaal onder een kleed van dikke bossen lijken te liggen. De absolute koning van de Karnische Alpen, is de gevreesde Monte Zoncolan. Met zijn kleine tien kilometer aan een gemiddeld stijgingspercentage van bijna 12% is de loodzware klim de afgelopen jaren een graag geziene gast geworden in het Giro-parcours. Graag gezien door de organisatie en fans welteverstaan, want voor het peloton is het een loodzware kluif.

Veelzijdig
Dit jaar maakte de wereld kennis met nog een ander Friulaanse monstercol, tijdens de klimtijdrit naar Monte Santo di Lussari in de Giro d’Italia. De 7 kilometer aan 12% bleken de perfecte apotheose voor een tot dan toe bloedstollend spannende Giro, waarin Roglic op het laatste moment de eindzege wist te grijpen.

Monte di Santo Lussari – foto: Cor Vos

Naast mooie landschappen zijn er in Friuli ook de nodige steden die een bezoek waard zijn. Het pittoreske San Daniele bijvoorbeeld, alleen al vanwege de fenomenale San Daniele Prosciutto die er wordt geproduceerd. En Udine, met zijn prachtig geplaveide pleinen in het bruisende stadscentrum. En Trieste, de havenstad met zijn mondaine uitstraling.

Minder bekend is het relatief kleine stadje Buja, al is die voor de wielrenner absoluut een bezoek waard. Als geboortestad van Alessandro de Marchi en tegenwoordig ook woonplaats van Jonathan Milan leeft het Italiaanse wielrennen hier voluit. Vraag een local naar De Marchi, Milan of iets anders over de koers en de trotse Friulaanse verhalen vliegen je om de oren.

Cividale del Friuli, nog zo’n mooie stad – foto: Ties Wijntjes

Om te reageren moet je ingelogd zijn.