Fietsen in het middengebergte en door de wijngaarden van de Vogezen
In de zomer reist menig Nederlands wielertoerist af naar de Alpen of de Pyreneeën, op zoek naar hoogtemeters die in Nederland zo schaars zijn. Dichter bij huis ligt een minder bekende maar evengoed prachtige bergketen: de Vogezen. Het zijn geen pieken boven de 2000 meter, maar ook het middengebergte heeft een hoop te bieden voor de liefhebbers van het klimwerk.
De Vogezen liggen dicht bij de Duitse grens en net boven Zwitserland. Hemelsbreed is het een kleine twintig kilometer verwijderd van het Zwarte Woud, een bergketen met geologisch verwantschap aan de Vogezen. Ongeveer 65 miljoen jaar geleden zakte het gebied tussen de twee gebergtes door druk van de vorming van de Alpen naar beneden en vormde zich de Rijnslenk. Tegenwoordig loopt de Frans-Duitse grens door deze laagvlakte.
De Franse bergketen staat vooral bekend om de vele ballons: bolvormige bergtoppen. De beklimmingen in de Vogezen kennen echter een divers karakter. Lang of kort, steil of vlak; er is voor ieder wat wils. Een groot deel van de wegen loopt door de vele bossen dus je fietst in de zomer vaak beschut van de zon. Eenmaal aangekomen op de top wordt je beloond met uitzicht over de talrijke groene bergen. Het gebergte ziet er hier een stuk minder ruw uit dan bijvoorbeeld de Alpen of Pyreneeën. Als een groene, hobbelachtige deken liggen de bergen op het landschap. Vanaf de zuidelijke toppen kan je de Alpen goed zien liggen, en op een heldere dag zelfs de Mont Blanc.
Bekende beklimmingen
De hoogste piek, de Col du Grand Ballon, is van meerdere kanten te beklimmen. De beklimming vanuit Moosch is met zijn 12.6km aan een gemiddeld stijgingspercentage van 7.6% de zwaarste van het stel. De staat van het wegdek is hier echter in behoorlijk slechte staat dus je kijkt tijdens deze beklimming meer omlaag dan om je heen. Vanuit Cernay is de klim een stuk langer (22.1 kilometer) en minder steil (4.7%). Vergis je niet in dat laatste gegeven want door enkele dalende stroken wordt het gemiddelde stijgingspercentage flink gedrukt. Ook op deze klim loopt de weg soms kilometers achtereen aan 8% omhoog.
Een van de bekendste beklimmingen, mede dankzij recente verschijningen in de Tour de France, is La Planche des Belles Filles, oftewel de plank van de mooie meisjes. De klim heeft deze naam te danken aan de legende dat jonge meisjes tijdens de Dertigjarige Oorlog hier vaak hun dood tegemoet sprongen in het donkere meer dat eronder ligt. Deze meisjes pleegden zelfmoord om te ontsnappen aan de wrede Zweedse huurlingen die in de buurt waren gestationeerd. Tegenwoordig is het een loeisteile beklimming, met aan het einde als kerst op de taart een strook gravel. Rustig omhoog fietsen is er hier niet bij doordat de steiltegraad vaak in de dubbele getallen loopt.
Wijnstreek
Ook na een dag fietsen is er genoeg te beleven in de omgeving. Het oostelijke deel van de Vogezen ligt in de Elzas, de regio die vooral bekend staat om de gelijknamige wijnstreek. De uitlopers van de bergen staan vol met uitgestrekte wijngaarden die in totaal ongeveer 15.500 hectare beslaan. De bergen fungeren als een natuurlijke beschutting tegen koelte en neerslag, waardoor er gunstige omstandigheden ontstaan om druiven te verbouwen. De Elzas staat vooral bekend om de vele witte druiven die er geteeld worden, zoals de Riesling, Gewurztraminer en de Pinot Blanc.
Recht door de wijnstreek loopt de Grand Route des Vins d’Alsace. Deze 170 kilometer lange route voert je niet alleen langs talloze wijngaarden en wijnhuizen, maar ook langs vele pittoreske dorpjes en het Elzasser wijnmuseum. Ook als je niet van een glaasje wit of rood houdt is dit een prachtige route om te fietsen. Vooral de prachtige dorpen Eguisheim en Riquewihr zijn een bezoek waard. De historische centra, de vakwerken huizen (een bouwwijze om muren te maken) en de smalle straatjes geplaveid met kasseien geven deze plaatsen een geheel eigen karakter.
Populaire routes
Wil je zoveel mogelijk toppen in één dag bereiken? Dan kan je het best de Route des Crêtes rijden. Deze weg is in 1914 aangelegd op de Westelijke zijde van een bergrug die toen nog de grens van Frankrijk en Duitsland vormde. De weg, die toepasselijk de Bergkamroute heet, werd gebruikt voor bevoorrading van de Franse troepen tijdens de Eerste Wereldoorlog. De restanten van de oorlog zijn her en der nog goed zichtbar. Zo komt de route langs de Hartmannswillerkopf, waar het grootste Franse nationale monument ter herdenking van WOI ligt.
Tegenwoordig voert de 74-kilometer lange route je onder meer langs de toppen van de Grand Ballon, de Hohneck en skioord Le Markstein en langs vele middeleeuwse Chateau’s. Onderweg kan je bij één van de vele boerderij-herbergen genieten van een Repas Marcaire. Dit is een traditioneel streekgerecht dat vaak bestaat uit lokaal geproduceerde Munster kaas, geroosterde aardappelen en Munster vleespastei.
Voor de echte fanatiekeling vormt de Trois Ballons Granfondo een mooie uitdaging. Deze jaarlijkse toertocht is ruim 200 kilometer lang en doet enkele van de populairste beklimmingen in de zuidelijke Vogezen aan. De finish ligt de voorbije jaren na ruim 4500 hoogtemeters op de top van La Planche des Belles Filles. Er is ook een kortere versie van deze populaire toertocht. Deze Mediofondo is ongeveer 120 kilometer lang en overbrugt meer dan 2600 hoogtemeters.
De Vogezen is voor de Nederlandse wielertoerist een fantastische plek om kennis te maken met het serieuzere klimwerk. De ligging relatief dichtbij Nederland maakt het een aantrekkelijk gebied om naar af te reizen. De beklimmingen zijn nog niet zo zwaar als in het hooggebergte maar wel een stuk langer dan pakweg de Ardennen of Zuid-Limburg. Tel daar de prachtige omgeving bij op en je hebt het recept voor een heerlijke fietsvakantie.
Om te reageren moet je ingelogd zijn.