Rondje Redacteur: genieten in het hart van België met Zeger Schaeken
Dat België een wielerland is, moet ik jullie niet uitleggen. Dat hier ontzettend veel fietstoeristen de wegen trotseren, ook niet. Wel kan ik jullie meenemen langs een van mijn favoriete rondjes doorheen Vlaams-Brabant, de provincie in het centrum van Vlaanderen en België. En route !
Het startpunt van deze route ligt in Leuven, mijn geboortestad en woonplaats. Leuven is een fantastische stad om in te vertoeven. Het is ook een echte wielerstad. In 2021 werd hier het WK wielrennen georganiseerd, de Brabantse Pijl start in deze Vlaamse stad en de Tour of Leuven staat volledig in teken van de hoofdstad van Vlaams-Brabant. Ik begin aan mijn fietsroute in het absolute centrum van Leuven, het Ladeuzeplein. Exact op deze plaats wordt trouwens elk jaar het startsein van de Brabantse Pijl gegeven.
In tegenstelling tot de Brabantse Pijl rijden we niet meteen het zuidoosten uit, maar trekken we verder het centrum van Leuven in. Over de Bondgenotenlaan, dé winkelstraat bij uitstek, rijden we richting de Keizersberg. Vlak naast deze heuvel ligt de Wijnpers, die in het parcours van het WK lag en waar de supporters rijendik de renners aanmoedigden, maar deze helling laten we links liggen. De Wijnpers beklimmen aan het begin van de ronde, dat zou meteen voor te veel lactaat in de benen zorgen.
Opwarmen langs de Vaart
Daarom kies ik voor de Keizersberg. Deze helling ken ik als geen ander, aangezien deze op het parcours lag van het WK én omdat je deze twee keer moet beklimmen tijdens de jaarlijkse kwarttriatlon – ook een aanrader – in Leuven. Perfect om lekker naar boven te knallen op het buitenblad, aartsgevaarlijk om overmoedig te zijn en jezelf op te blazen. Met de rest van de route in het achterhoofd rijd ik naar boven. Via het centrum van Wilsele trek ik richting de Vaart, een van de populairste fietsbestemmingen in deze streek, waar ik het Jaagpad aantref. Als je geluk hebt zit de wind mee, anders heb je brute pech en is het even afzien.
De Vaart leidt me naar Wijgmaal, waarna ik via Herent en Winksele naar Bertem fiets. Daar is er even een minder momentje van deze route. Jammer genoeg staat Vlaams-Brabant en België in het algemeen niet bekend om zijn goede fietspaden en kom je constant auto’s tegen, waar je ook rijdt. Drie kilometer op de tanden bijten op een drukke steenweg, maar daarna zijn we er vanaf. Na het laagtepunt, komt het hoogtepunt van deze route. Ik rijd Leefdaal – waar je het Kasteel van Leefdaal kan meepakken – en Vossem binnen, en al snel kom ik in Tervuren. Dit is een van mijn favoriete plaatsen in Vlaams-Brabant.
Het Park van Tervuren als hoogtepunt
Mijn GPS vertelt me dat ik 28 kilometer onderweg ben. Ik voel me nog fris, maar bij het zien van Ernesto moet ik toch even stoppen. Ernesto is de naam van de foodtruck aan de ingang van het Park. Er worden lekkere koffies en gebakjes verkocht, maar ik stop hier ook vaak voor de gezelligheid. Ernesto – niet zijn echte naam – is een zalige man om een kleine small talk mee te houden terwijl Jacques Brel of Charles Aznavour op de achtergrond kabbelt. Een ideale stop met andere woorden.
Terug de fiets op nu. Ik fiets een korte tour in het Park van Tervuren en verlaat het Park om richting Duisburg te rijden. Kenmerkend voor deze streek en Vlaams-Brabant tout court: geen meter plat. De hoogtemeters lopen al snel op als je een grotere tour gaat rijden. “Goed voor de vorm”, praat ik mezelf dan in. In Duisburg, Huldenberg en Terlanen liggen de zwaarste stukken van dit rondje. Bij het uitrijden van Terlanen kijk ik altijd al uit naar de Doode Bemde en de Zoete Waters. Beide een aanrader om te gaan wandelen, maar ook mooi om te passeren met de fiets.
Leuven – en koffie – in zicht
Als je echt goede benen hebt, kan je na Tervuren er ook voor kiezen om richting Overijse te rijden. Daar kan je dokkeren op de Moskesstraat, een kasseistrook van een halve kilometer. 500 meter is niet lang, maar met het steile stuk aan 17%, is het een bijzonder zware helling. In Huldenberg kan je ook een andere afslag nemen en de Smeysberg (700 meter aan 8,8%, maximaal 16%) bedwingen. Leuk als je tempoblokken wil doen, minder aangenaam als je een rustig – in hoeverre dat kan in Vlaams-Brabant – rondje afwerkt.
Na de Dode Beemde en de Zoete Waters, in Oud-Heverlee, is het nog maar een kleine tien kilometer tot het centrum van Leuven. Die laatste kilometers zijn overwegend vlak, wat ervoor zorgt dat je met een goed moraal kan eindigen. Met het Arenbergpark in Heverlee passeer ik nog een laatste trekpleister. Stoppen doe ik er zelf niet, want ik kan de koffie in Leuven al ruiken. Bij het inslaan van de Naamsestraat rijd ik het centrum van Leuven weer binnen. Enkele minuten later kom ik weer aan aan het Ladeuzeplein, waar ik nog eens een blik werp op de imposante Universiteitsbibliotheek.
Keuzestress om mee af te sluiten
Het meest lastige van dit rondje is misschien wel beslissen waar ik een afsluitende koffie ga drinken. Opties zijn er genoeg. Ik twijfel tussen Noir en Mok. Noir is de vaste koffiezaak van de Vlaams-Brabantse vriendengroep Sunday Grupetto, met onder meer crossers Thibau Nys en Lander Loockx als leden. Mijn keuze gaat uiteindelijk uit naar Mok. Met een lekkere cappuccino en een stukje cake – gulzigheid is zo nu en dan een mooie eigenschap – puf ik rustig uit. Leuven, een fiets en goede koffie, wat heeft een mens meer nodig?
Om te reageren moet je ingelogd zijn.