De banden bepalen, samen met Vittoria
foto: Vittoria
zaterdag 30 oktober 2021 om 21:00

De banden bepalen, samen met Vittoria

Gravelen. Een fenomeen dat hard oprukt in de wielerwereld. De UCI omarmde dit najaar zelfs een heus WK Gravel voor de komende jaren. Ook steeds meer recreanten kiezen ervoor. Meer nog dan frame en onderdelen zijn banden bepalend voor comfort, snelheid, grip en plezier tijdens je gravelrit. Remko Postma van Vittoria helpt onderscheid te maken.

Meer nog dan op de weg, kan bij gravelrijden een goede band het verschil maken. Goed is misschien niet eens het goede woord. Het gaat om de juiste band voor de omstandigheden. Ken je de fabel over de schildpad en de haas? Ik moest eraan denken toen ik eens met Léon van Bon een rondje ging fietsen in Lage Vuursche. De bedoeling was om twee verschillende gravelfietsen te testen en omdat we allebei even groot zijn, zouden we halverwege wisselen om zo ervaringen uit te wisselen.

We zijn beiden racers van oorsprong en dus wilden we allebei het liefst rijden op de fiets die er het snelst uitzag. We spraken af dat ik die voor de pauze zou nemen, en Leon de comfortgravelaar. Wat heb ik afgezien, die eerste anderhalf uur. Bijna huilend zat ik in het wiel van Leon, als ik het al kon houden. Ik vreesde voor wat nog komen moest: die trage fiets! Na de pauze bleken de rollen juist omgekeerd. Op de zogenaamd trage fiets reed ik de steentjes uit het pad en moest Leon alles op alles zetten om mijn wiel te volgen.

Moraal van dit verhaal: de juiste band bepaalt grotendeels of je de schildpad of de haas bent. Waar de ‘langzame’ fiets banden had die op onze ondergrond waren afgestemd, had de snelle fiets (de geometrie en de afmontage was ook écht op snelheid gericht) banden die ruigere omstandigheden verdienen. Grotere noppen, minder loopvlak zonder nopjes, steviger karkas. Oké, je kan dan wat sneller door een gladde bocht, maar de rolweerstand op packed gravel neemt dan behoorlijk toe. Afzien!

foto: Vittoria

Nieuwe gravellijn
Wat is een goede gravelband? Remko Postma weet het antwoord. Of eigenlijk: meerdere antwoorden. Want ook bij gravelbanden is er het nodige onderscheid, afhankelijk van ondergrond en weersomstandigheden. Remko werkt bij Vittorria en daar hebben ze net een compleet nieuwe gravellijn neergezet. Postma: “Een gravelracer zit eigenlijk tussen een racefiets en een cyclocrosser in. Een racefiets gebruik je op de weg, een cyclocrosser moet in het terrein goed zijn. We hebben goed gekeken naar onder welke omstandigheden je een gravelfiets rijdt. Inderdaad: daar tussenin.”

“Zo hebben we ook naar de banden gekeken”, gaat hij verder. “Er is niet één soort gravel, dus ook niet één band. Soms rijd je op droog, relatief eenvoudig terrein. Een mix van asfalt en gravel dat op verharde weg lijkt. Dan heb je een band nodig die de rolweerstand beperkt houdt, eerder dan een grip geeft. Daar zitten weliswaar nopjes op, maar die zijn heel vlak en alleen aan de zijkant van het loopvlak, zodat je wel grip hebt in de bochten. Het midden van de band is glad. Dat is bij ons de Tereno Zero. Dan zien we inzet in ruwer, maar droog terrein, en minder stukken asfalt. Dan heb je meer grip nodig om controle te houden. De nopjes aan de zijkant van het loopvlak zijn wat hoger, en ook in het midden zit dan profiel. Zo heb je meer tractie. Daarvoor hebben wij de Terreno Dry.”

Maar ook over groffer geschut is nagedacht. “Wordt het terrein nog heftiger, dan heb je echt grip en controle nodig. Voor Vittoria is dat de Terreno Mix. Dan kun je eigenlijk alles, mits het een beetje droog is. De noppen zijn V-vormig geworden, voor tractie en grip. In nat weer moet je niet alleen grip hebben, maar je profiel moet ook zo zijn dat de modder niet aan het loopvlak blijft zitten. Met een dichtgeslibde band heb je geen grip.”

De Terreno Mix – foto: Vittoria

Verzameling banden
Naast onderscheid op basis van profiel en inzet, onderscheid je gravelbanden ook van elkaar door de manier waarop de band gebouwd is. Denk daarbij aan: tubeless of niet, bandbreedte en stevigheid van het karkas. Voor alles is wat te zeggen, aldus Postma. Tubeless lijkt wellicht de beste optie, omdat je dan met minder luchtdruk in de band kunt rijden en met vloeibare latex in plaats van een binnenband om onderweg gaten te dichten. Als je vaak van banden wisselt is toch een binnenbandje wellicht handiger. De breedte van de band hangt vooral af wat je wilt met de band: snelheid of comfort. Of, als je ‘em in het veldrijden wil inzetten: van de regels van de UCI, die de bandbreedte maximeren.

Hoe stevig je het karkas wilt, hangt weer af van het terrein waarop je fietst: heb je dan verstevigde zijwanden nodig of niet? Je kunt je voorstellen dat je dat wel wilt, als je veel puntige rotsen gaat tegenkomen. Het nadeel is een vergrote rolweerstand. In het terrein wordt de rolweerstand niet bepaald door de hoeveelheid lucht en de mate waarin de band het wegdek raakt, zoals op de weg, maar door de mate waarin een band zich om gravel, wortels en stenen kan vormen. Gaat dat snel, dan daalt de weerstand.

Als je niet competitief fietst kun je natuurlijk best uit met een allroundgravelband. Maar als je dan met andere mensen gaat fietsen, loop je het risico dat je fietsplezier drastisch onder druk wordt gezet. Kijk naar het verhaal van de snelle en de langzame fiets. Dat is nog meer van belang natuurlijk als je competitief gaat gravelen, wat steeds meer gebeurt. Gelukkig zijn dat afwegingen die je zelf kunt maken met wat kennis van de materie.

Kies voor een tubeless-band – foto: Vittoria

Dat is handig
We stipten het al aan: tubeless of niet? Ja, tubeless is fijn, maar als je vaak wisselt is vloeibare latex om lek te voorkomen niet te doen. Vittoria heeft iets handigs ontwikkeld: de Air Liner. Nou ja, ze hebben er een gravelversie van gemaakt. Het is een stuk schuimrubberachtig materiaal (polymeer), dat je op de velg legt als een binnenband. Het vult daarmee een deel van de luchtkamer op. De voordelen zijn dat het de band en de velg beschermt door eventuele klappen op te vangen. Ook kun je met minder luchtdruk in de band rijden, waardoor comfort en grip toenemen.

Handig pompen
Omdat ik met mijn eigen fiets veel wissel tussen gravel- en cx-banden, heb ik ze niet tubeless staan. Dat vergroot het risico op een lekke band, maar dat is ingecalculeerd. Als het zo is, dan is het zo. Het scheelt dat ik een Fumpa-fietspomp mee heb. Dat is wel de ontdekking van het jaar. De Fumpa is een kleine compressor die je band na het wisselen in een mum op de juiste spanning zet, zonder dat je staat te klooien met een handpompje. Na gebruik (je kunt er ongeveer twee banden mee oppompen) laad je de Fumpa op met een usb-aansluiting. Je hebt twee versies: een kleintje voor onderweg op de fiets en een iets grotere voor op vakantie of thuis. Bij het kleintje moet je meetellen om ongeveer de juiste spanning te hebben, op de grotere zit ook een luchtdrukmeter.

De Fumpa Pumps – foto: Vittoria


Dit artikel verscheen eerder in de najaarseditie van RIDE Magazine. Dit 180 pagina’s dikke nummer is online te bestellen en verkrijgbaar bij meer dan 2.000 verkooppunten.

RIDE Magazine

Om te reageren moet je ingelogd zijn.