De ontwikkeling van de titanium Van Nicholas Zephyr
Materiaalzone Een titanium fiets is een fiets voor het leven. Toch gaat de titaniumrijder ook met zijn tijd mee. Op bezoek bij Van Nicholas krijgen we een mooie inkijk in charme en de ontwikkeling van een titanium racefiets.
Er hangt een zweem van magie rond een titanium fiets. Niet iedereen is er bevattelijk voor, maar de kans dat je in de ban raakt als je eens op een titanium racer hebt gereden is groot. Dan kleeft de microbe onder je huid en knik je instemmend als je een gelijkgestemde tegenkomt: hij begrijpt het!
Titanium is voor wielrenners naast een edelmetaal een gevoel. Een gevoel van de fiets op het wegdek, natuurlijk, maar daar komen we straks op.
Titaniumrijders delen een gevoel dat ik vaak omschrijf als moderne nostalgie. Aan de ene kant is er de hang naar het gevoel van de wat klassiekere periode van de fiets, niet eens zo lang geleden, toen de buizen nog rond waren en aan elkaar gelast op de kruispunten. Een simpele bouwwijze, die iedereen kon begrijpen zodra je een blik op de racer wierp. Er zit ook een component van duurzaamheid in, van tegen het platte consumeren van goederen, van rebellie tegen een wegwerpcultuur misschien zelfs.
Grote speler
Er is een aantal merken dat zich specialiseert in titanium fietsen. Van Nicholas is een kleine fietsenfabrikant, maar in de niche van titanium een grote speler. Het is een puur Nederlands merk, met een oorsprong in de Hoekse Waard, de polder onder Rotterdam. Inmiddels is het eigendom van het grote Accell, waar het onder leiding van oud-prof Ralph Moorman een lekker eigen leven leidt. Ralph ontvangt ons bij De Fietser in Ede, want hij heeft nieuws te vertellen.
Aan zijn bureau in de showroom van Van Nicholas filosofeert hij over wat de liefhebbers nou zo aantrekt in een titanium fiets. De techniek allereerst, tijdloos maar toch modern.
Titanium is als framemateriaal letterlijk onverwoestbaar en zo’n frame zou een heel mensenleven mee kunnen gaan. Het ingebouwde voorbehoud daarin zit ‘m voornamelijk in het feit dat je dat als eigenaar misschien wel zou willen, maar dat er ook zoiets is als voortschrijdend inzicht, de menselijke noodzaak om te groeien. Want dat frame gaat misschien wel een mensenleven mee, maar de onderdelen die je erop schroeft niet. Die gaan van 5 naar 12 speed, van velg naar schijf, van kabels naar draadloos. Daar zit evolutie in.
Een modern titanium frame faciliteert gelukkig die evolutie. De ranke kaders van een jaar of twintig geleden matchen niet met het beeld dat je nu voor ogen hebt als je denkt aan een racefiets. Ook titanium fietsen hebben oversized buizen, de kabels binnendoor en hebben nokken waar je schijfremmen op kunt schroeven. Moderne technieken stellen titaniumfabrikanten in staat veel meer te spelen met het materiaal, waardoor ook met de rijeigenschappen van de fiets kan worden gespeeld. Ook in de niche van titaniumfietsen zijn er hardcore racers en softcore langeafstandsfietsen.
Ruggengraat
De titaniumrijder heeft ietsje meer ruggengraat dan de doorsnee racefietser. Immers: het is een tegendraadse keuze om niet voor het carbon te gaan. Dat vermeend sterke karakter belonen de rijders op het fietspad met een hoofdknik van wederzijds respect. De rijders vinden elkaar online in fora, waar ze elkaars ‘projectjes’ met opgestoken duimpjes waarderen.
Projectjes zijn fietsen die geheel of gedeeltelijk naar wens en smaak zijn gebouwd. Titanium leent zich daar bij uitstek voor. Waar carbonracers in mallen worden vervaardigd, kun je de buizen van titanium naar hartenlust op maat laten lassen. En naar wens bewerken. Door de buizen te polijsten kun je ze laten glimmen als een spiegel of juist wat doffer laten stralen. Je kunt er je naam in laten graveren of het logo van je club.
Ongeschreven regels zijn er ook. Wie een titanium frame in een kleur laat spuiten, is af. Verder moet je de lasnaad kunnen zien, want ‘een mooie las is een genot voor het oog’. Over moderne fratsen als oversized en kabels binnendoor is de discussie tussen de klassieken en de nieuwlichters nog niet beslecht. Kan jou het schelen, kies je eigen weg.
Corrosie
Het materiaal staat te boek als het best geschikt voor een allround racefiets van alle beschikbare materiaalsoorten. Het is minder kwetsbaar dan carbon, sterker en lichter dan staal, duurzamer dan aluminium. Een titanium frame kan een onbeperkte hoeveelheid stress aan die het krijgt bij een fietstocht. Aluminium is daar het minst in, bij carbon hangt het af van de constructie.
Bij een impact zal titanium eerst vervormen, waardoor de impact wordt geabsorbeerd. Aluminium is brosser, zal sneller breken en dan is de buis vaak door. Carbon kan onder de buitenlaag scheuren, zonder dat je het ziet. Staal heeft vergelijkbare capaciteiten, maar is dan weer niet corrosiebestendig. Het zal, net als aluminium, corroderen als het in aanraking komt met zout en vocht. Staal en aluminium moet je lakken om die corrosie te voorkomen. Vandaar dat titaniumrijders er ook zo op hameren dat je de specifieke uitstraling moet houden.
Ga je als framebouwer spelen met zaken als wanddikte, legering en diameter, dan kun je van titanium het beste frame maken van de drie, wellicht alleen overtroffen door carbon. Maar dat is weer een stuk kwetsbaarder. Mocht er onverhoopt iets fout gaan, dan kun je een titanium frame altijd laten repareren.
Titanium mag dan overall de beste materiaalkeuze zijn voor een frame, het heeft één nadeel: het is op deelgebieden nooit de beste keus. Het is niet het allerlichtste materiaal. Je kunt het frame niet nóg stijver maken voor een sprinter. Het heeft niet de beste stijfheid/gewicht ratio. Maar waarschijnlijk is dat voor 90 procent van de racefietsers niet eens relevant.
Eén van de meest succesvolle modellen uit het assortiment van Van Nicholas heeft een complete restyling doorgemaakt. De Zephyr is het endurance model uit de catalogus, maar was nog uitsluitend met velgremmen beschikbaar. Na de revamp van de Skeiron en de ontwikkeling van gravelbike Rowtag was er bij de ingenieurs tijd om de Zephyr up to date te maken.
Dat werk moeten we niet onderschatten, meent Ralph. “Al bij al zijn we toch wel een jaar of twee bezig om een frame op de markt te brengen,” vertelt hij. “Het begint bij een analyse van wat je wilt met een frame, welke richting dat je op wilt gaan. Hoe is de markt? Welke trends zijn er? Als je een frame ontwikkelt moet je natuurlijk wel aansluiten bij de wensen van je publiek. Je kunt er bijvoorbeeld niet omheen dat we in de toekomst alleen nog fietsen met schijfremmen zullen hebben. Dus daar moet je klaar voor zijn. Ook zie je dat de aanzet van de achtervork lager is dan een paar jaar geleden. Ook dat moet je meenemen.”
Veel complexer
Als het ‘wensenlijstje’ eenmaal is geformuleerd, kan begonnen worden met het ontwerp. Dat doen de ingenieurs van Van Nicholas eerst op de computer. In een speciaal programma zijn alle eigenschappen van de buizen ingevoerd (die zijn immers bij titanium goed voorspelbaar als je de wanddikte en legering kent), waarna ze virtueel aan elkaar worden gelast. De computersimulatie laat dan snel zien waar het goed zit en waar niet. “Kijk hier deze modellen. Waar het donker is, is het goed, maar de rode plekken geven plekken aan waar het frame niet aan onze eisen voldoet. Er zijn Europese normen voor veiligheid, maar die van Accell zijn veel strenger. Dus er was werk aan de winkel. Dat hebben we opgepakt. Voor de Zephyr gaan we anders lassen. Dat is wel iets waar ik heel trots op ben. Je ziet het hier op de tekening al een beetje: op de balhoofdbuis en de bracketpot zit de meeste stress tijdens het fietsen. Tegelijk zit daar ook je lasnaad, de meest kwetsbare plek. Het is ons gelukt om een balhoofdbuis en bracketpot te ontwikkelen die het mogelijk maakt de las te verplaatsen naar iets verder op de buis, waar minder van de stress zit. Dat maakt het mogelijk dat we een stijvere, lichtere constructie kunnen maken.”
Bij de balhoofdbuis zie je een klein streepje waar de verbinding is gelegd tussen die buis en de bovenbuis of schuine buis. “Dat is de nieuwe plek van de las,” legt Ralph uit. “We hebben de balhoofdbuis uit een stuk gemaakt in een mal. De druppelvorm maakt de buis stijver en met minder materiaal kunnen we ‘m ook lichter maken. Een paar jaar geleden hadden we dit plan al, maar toen waren de buizenmakers nog niet in staat dit te maken. Nu is de techniek zo ver dat het wel kan.”
Waar voorheen de buizen aan elkaar werden gelast, wordt nu de framebuis over een uitstaand deel van de balhoofdbuis geschoven, een techniek die we ook kennen van de aluminium Specialized Allez. Iets soortgelijks gebeurt bij de bracketpot. Moorman: “Toen we dit toepasten, zagen we meteen de rode plekken op de ontwerptekening verdwijnen. Daarom zijn we erop verder gaan borduren.”
Als het ontwerp aan de vereisten voldoet, gaat het naar de fabriek in China, waar een prototype in elkaar wordt gezet. In twee maten: de grootste en de kleinste. Die komen met bloedspoed naar Nederland, zodat in de vestiging van Accell in Heerenveen, waar ook merken als Koga en Sparta zitten, allerlei tests en metingen op de frames kunnen worden losgelaten. Belangrijkste vraag: kloppen de computermodellen in de praktijk? Bij een bevestigend antwoord gaat de fiets in productie. Dat gebeurt onder de strengste kwaliteitscontrole, want een titaniumframe ziet er simpel uit, maar het fabriceren is niet makkelijk. Lassen van titanium is veel complexer dan staal en aluminium.
Fikse stap
Na twee jaar sleutelen en testen is de nieuwe Zephyr klaar. De enduranceracer is helemaal up-to-date. Schijfremmen, kabels binnen het frame, lage aanzet van de achtervork en een prachtige kabelgeleiding in de bracket: Van Nicholas heeft weer een fikse stap gezet. “Super dat we het nu met de Zephyr voor elkaar hebben. Tegelijk kijk ik alweer naar de volgende stap. De Astraeus is de volgende op de lijst. Dat is onze fiets voor hardcore racers, met een snelle geometrie. Het mooie is dat we alle lessen die we met de Zephyr hebben geleerd op de Astraeus kunnen gebruiken en een beetje meer. Want we hebben nog wel wat wensen die twee jaar geleden nog niet zó relevant waren. Denk aan de kabels binnendoor in de cockpit. Misschien niet zo belangrijk bij een comfortracer, maar wel bij een snelle racefiets. Dus daar zijn we nu mee aan de slag. Over een jaar of wat zul je het resultaat wel zien.”
Om te reageren moet je ingelogd zijn.