Eerste indruk: Cannondale lanceert nieuwe SuperSix EVO
Materiaalzone Hij was al even in het profpeloton te bewonderen, maar nu is de nieuwe Cannondale SuperSix Evo ook officieel gelanceerd. De vierde generatie van de lichtgewicht racer van Cannondale is zoals je mag verwachten nog lichter, nog stijver en bovenal een stuk meer aerodynamisch.
Drie doelen stonden centraal in de ontwikkeling van de nieuwe SuperSix Evo: verbeterde aerodynamica, betere integratie van onderdelen en tot slot iets wat Cannondale een lager systeemgewicht noemt; dat betreft het gewicht van het frameset in combinatie met de cockpit, zadelpen en wielen. Dat waren de doelen voor performance, want los daarvan wilde Cannondale ook een mooie fiets maken, vertelde ze ons bij de perslancering in Girona. Het oog wil ook wat tenslotte.
Kijken we naar de effectieve verschillen met zijn voorganger, dan zien we geen enorme wijzigingen maar wel een fris windje en een hoop subtiele updates. Net wat andere buisvormen, een nieuw type carbon, een nieuwe aerodynamische cockpit. Genoeg om bij elkaar een flink verschil te maken, claimt Cannondale, want volgens hun eigen berekeningen presteert de nieuwe SuperSix EVO op het gebied van aerodynamica evengoed als veel aerofietsen van concurrenten en komt hij zelfs in de buurt van hun eigen SystemSix.
Dat is deels te verklaren door de wat gewijzigde buisvormen en de nieuwe cockpit, maar een opvallende toevoeging die daaraan bijdraagt is een nieuwe aerodynamische bidon. An sich geen noviteit, want aerodynamische bidons kennen we al langer, maar Cannondale wilde een model maken dat makkelijk in gebruik was en wel ‘gewoon’ 500 milliliter inhoud had. Dat resulteerde in een hoekige bidon, die – net zoals met veel aerodynamische buisvormen – wat uitgerekt is in het verlengde van de buis.
Ook het gewicht is nog wat verder teruggebracht, onder andere door een nieuw type carbon. Door dit nieuwe materiaal heeft Cannondale op sommige plekken aan één laag carbon genoeg, waar dat met zijn voorganger twee lagen was. Dit kon niet voor het gehele frame gebruikt worden, maar wel op genoeg plekken om het gewicht te verminderen, waardoor een frameset (maat 56) nu 770 gram weegt. Het topmodel, afgemonteerd met Shimano Dura-Ace Di2, weegt slechts 6,8 kilogram.
Tot slot is er voor de verbeterde integratie een nieuwe voorvorkpen ontwikkeld; de zogenaamde Delta steerer tube. Dit is een driehoekvormige stuurbuis, in plaats van de traditionele ronde. Hierdoor kunnen remleidingen en derailleurkabels beter weggewerkt worden, wat bij de voorgaande SuperSix EVO het nodige te wensen overliet. Bijkomend voordeel was dat de balhoofdbuis hierdoor slanker is geworden, wat de aerodynamica weer ten goede komt. Om integratie verder te verbeteren, is er daarnaast aan de onderzijde van het frame, net voor de trapas, ruimte gemaakt om de Di2-batterij te kunnen plaatsen.
Een laatste opvallende verandering is dat Cannondale ervoor heeft gekozen om de nieuwe SuperSix EVO te voorzien van een trapas met schroefdraad ten faveure van een pressfit trapas. Alhoewel die laatste zijn voordelen heeft, levert het in de praktijk ook sneller mechanische problematiek op zoals gekraak of speling van de crank in de lagers, wat bij een threaded bottom bracket minder snel het geval is. Die overgang is opvallend, gezien Cannondale in 2000 in de vorm van de BB30 voor het eerst op brede schaal koos voor een pressfit trapas in hun racefietsen.
Het topmodel van de SuperSix EVO line-up is tevens het eerste product uit Cannondale’s nieuwe LAB71 productlijn.
Eerste indruk
Na de presentatie over alle technische details was er ook tijd om kennis te maken met de nieuwe fiets in de heuvels rondom Girona. Dat is uiteraard geen straf gezien de fraaie omgeving, maar ook omdat de SuperSix EVO om zijn fijne rijgedrag bekend staat. Om dat te behouden is er vrijwel niks gewijzigd aan de geometrie van de fiets. Zodoende rijdt de fiets nog altijd erg fijn. Dit is wat mij betreft het prototype racefiets: geen opsmuk, maar hij doet wat hij moet doen gewoon erg goed.
Dat de fiets licht is, merk je in iedere beweging die je maakt. In de omgang is de fiets heel reactief en doet hij precies wat je wil. Waar dat ook snel een nerveus gevoel op kan leveren, is daar in dit geval absoluut geen sprake van. De fiets doet wat jij hem dicteert, maar niet op een overactieve manier. Stuurbewegingen maken of even dansen op de pedalen voelt heel erg soepel en gecontroleerd. Waar ik soms nog wel wat schijterig mijn eerste kilometers op een nieuwe fiets afwerk, is dat in dit geval absoluut niet zo, omdat de controle en het vertrouwen er vanaf de eerste trap lijkt te zijn.
Uiteraard is de fiets ook erg stijf, wat vooral in de voorzijde voelbaar is. Dat resulteert in heel directe feedback tijdens het fietsen, maar niet op het oncomfortabele af. Je voelt wel degelijk het wegdek en de oneffenheden waar je over rijdt heel goed, maar de fiets biedt genoeg comfort om ongemakkelijke klappen eruit te filteren. Pas als je op erg hoge snelheid afdaalt over slecht wegdek wordt de fiets wat ruw, maar dat is niet meer dan logisch voor een racer van dit kaliber.
De fiets komt het beste tot zijn recht wanneer de weg omhoog loopt. Het lage gewicht in combinatie met het soepele rijgedrag maakt klimmen op de SuperSix EVO werkelijk een genot. Even dansen op de pedalen is heel lekker, maar ook zittend voelt de fiets erg snel; bergop wil hij echt vooruit, nog meer dan op het vlakke. Het voelt echt een beetje alsof ik gedragen wordt door de fiets, waardoor ritme en dus tempo houden erg makkelijk is.
Afin, ze hebben bij Cannondale weer stevig hun best gedaan op de nieuwe SuperSix EVO en u snapt: het resultaat mag er zijn. Het blijft bij een indruk van één ritje, maar daarin blijkt dat het fijne rijgedrag, de verbeterde aerodynamica en het lage gewicht dit een erg aangename racer maken.
De nieuwe Cannondale SuperSix EVO is beschikbaar vanaf €4.199,- voor de frameset, terwijl de fiets afgemonteerd vanaf €6.999,- te koop is. Het topmodel – de SuperSix EVO LAB71 – kost maar liefst €14.999,-.
Om te reageren moet je ingelogd zijn.