Hoe kleinere remschijven mogelijk voor een veiliger peloton kunnen zorgen
Materiaalzone Veiligheid in het profpeloton is na een jaar vol schrikbarende valpartijen helaas weer een heet hangijzer. Dat is ook reden genoeg om mogelijke veiligheidsmaatregelen te belichten en dus ook te kijken naar materiaal. Want fietsen zijn steeds sneller, maar kunnen ze ook veiliger? WielerFlits legt de rol van remschijven onder de loep.
Met veel bombarie maakten remschijven een paar jaar geleden hun intrede in het profpeloton. Sommige ploegen konden niet wachten om de uit het mountainbiken en veldrijden overgewaaide techniek te gebruiken, terwijl andere ploegen geruime tijd wachtten, tot ze overtuigd waren van het nut van remschijven.
Alhoewel de schijfrem ondertussen gemeengoed is – en vrijwel niemand er meer vanaf lijkt te willen – gaan er de laatste tijd in het peloton wel stemmen op om te kijken of kleinere remschijven wellicht voor verbeterde veiligheid kunnen zorgen. Dat klinkt in eerste instantie wellicht niet logisch, maar er is wel degelijk een mogelijkheid dat minder krachtige remmen de kans op ernstige valpartijen zouden kunnen verminderen. We leggen uit waarom.
Schijfremmen werken met twee remblokjes die op een schijf drukken en daarmee de fiets vertragen. Zowel het soort remblokjes als de remschijven maken uit, waarbij onder meer de materialen bepalen hoe goed de remkracht van de remmen is. Een andere factor die daaraan bijdraagt, is de diameter van de remschijf.
Remschijven voor racefietsen, gravelfietsen en mountainbikes zijn er in verschillende maten, waarbij diameters van 140 tot 220 millimeter gangbaar zijn. Vrijwel alle racefietsen worden afgemonteerd met remschijven met een diameter van 140 tot 160. Voor sommige enduro- of downhill-mountainbikes worden dan weer veel grotere schijven gebruikt, met een diameter tot 220 millimeter.
Dat laatste heeft met remkracht te maken: een grotere remschijf heeft op papier meer remkracht. Dat komt allereerst doordat het punt waarom geremd wordt verder van de as van het wiel zit en er sprake is van een grotere hefboom, wat ook de kracht van de rem vergroot. Daarnaast kunnen grotere remschijven meer hitte afvoeren. Door de frictie die bij het remmen ontstaat, kan oververhitting ontstaan en neemt de remkracht van de schijf af. Grotere remschijven verhitten minder snel en behouden dus langer hun remkracht.
Die betere remkracht van remschijven heeft als gevolg dat coureurs later kunnen remmen; ze kunnen immers sneller tot stilstand komen. Nu gaan er juist stemmen op om kleinere schijven tot standaard te maken, zodat er eerder geremd moet worden en er ook met minder snelheid op knelpunten in de koers afgereden wordt. Dat zou wellicht niet gelijk de kans op valpartijen verminderen, maar wel voor minder ernstige afloop van valpartijen kunnen zorgen. Daarbij wordt uiteraard wel gerekend op enig zelfregulerend vermogen van het profpeloton.
Los van het exacte formaat van de diameter, valt er ook wat te zeggen voor standaardisering van één diameter schijfrem. Als alle coureurs min of meer dezelfde remkracht hebben, wordt het remgedrag van het peloton in een hoop situaties gelijker en meer voorspelbaar. Dat zou kunnen zorgen voor een kleinere kans op valpartijen door coureurs die bijvoorbeeld te laat remmen.
Om te reageren moet je ingelogd zijn.