Ties Wijntjes

• woensdag 12 februari 2020 om 08:02

Materiaalzone Het voorjaar komt dichterbij, maar aan het weer is dat nog allerminst te merken. De komende tijd hoef je de indoortrainer dus nog niet op te bergen, maar kan je nog de laatste hand leggen aan je voorjaarsvorm. Samen met Zwift geven we een aantal tips hoe je zo goed mogelijk de winterperiode af kan sluiten.

Zo ook Maico Voets, die begon met Zwiften om fit te blijven, maar al gauw tot de absolute Zwift-top van Nederland hoorde. Nadat hij was gestopt met schaatsen op topniveau, kwam hij een paar kilo aan en besloot hij te gaan Zwiften om op gewicht te blijven.

Maico Voets in actie tijdens één van de manches van de Zwift NL league – foto: eRacingTV

Dat bleek dusdanig verslavend te zijn, dat hij steeds meer begon te trainen en wedstrijdjes begon te rijden. “Ik leerde omgaan met vermogensdata, zag dat ik persoonlijke records reed en haalde daar nieuwe motivatie uit. Dat jaar werd de Tour of Watopia voor het eerst georganiseerd en daar werd ik derde in de einduitslag. Dat was leuk, maar ook een behoorlijk openbaring, waardoor ik steeds fanatieker werd”, legt de 31-jarige Maico uit.

Dat leidde in 2020 tot de eindzege in de populaire Zwift NL League, die door de afwezigheid van wegwedstrijden kon rekenen op een sterk deelnemersveld. Zo bouwde hij dus in een korte periode een bak aan Zwift-ervaring op en heeft hij de nodige tips en tricks om Zwift optimaal te benutten.

Tegenwoordig is hij niet meer zo fanatiek, maar toch is hij nog regelmatig op Zwift te vinden. “Wat ik er leuk aan vind, is dat het zo interactief is en je daardoor op een leuke manier fit kan blijven”, stelt hij. Daar ligt ook gelijk zijn eerste tip. “Je kan Zwift heel divers gebruiken en daardoor op een manier inzetten die voor jou werkt.”

Nog een voordeel aan Zwift: je fietst er vrijwel nooit alleen

“Sommige mensen vinden strakke workouts heel leuk, anderen vinden het leuker om een bergje op te zoeken en daar een paar keer op en af te rijden en zo blokjes te doen. Het verschilt dus wat voor iedereen werkt, maar het is handig dat uit te zoeken en vervolgens ook te gebruiken. Als je traint op een manier die jij leuk vindt, komt de rest vanzelf. Heb je een strak doel, dan moet je strak trainen, maar is plezier je uitgangspunt, dan moet je daar ook naar trainen”, legt hij uit.

Daar helpt Zwift je in het begin ook een handje mee. “Als je de applicatie voor het eerst gebruikt, loodsen ze je door het platform heen en moet je een soort protocol volgen met instructies, waar je van alles leert over Zwift. Daar krijg je een eerste indicatie van jouw niveau en wat je allemaal kan met de app.”

Meten is weten
Dat is een goed begin, maar Maico raadt iedereen aan gelijk een inspanningstest te doen. “Dat kan met een test waarbij je 20 minuten lang voluit gaat, of met een zogenaamde ramp test (Engelse uitspraak, red.). Daar wordt het vermogen stap voor stap opgevoerd, tot je niet meer kan. Dat is voor een eerste test een stuk makkelijker dan zo’n 20 minuten-test”, vertelt Maico.

Op Zwift kan je kiezen uit tientallen, zo niet honderden verschillende trainingen

Met het resultaat wat uit die test rolt, rekent Zwift je zogenaamde Functional Threshold Power (FTP) uit: het maximale vermogen wat je theoretisch gezien één uur vol zou kunnen houden. “Aan de hand van die waarde kan de app verschillende trainingszones bepalen, waardoor je zo efficiënt mogelijk kan trainen als je een strak schema volgt. Maar ook als je zelf blokjes doet, kan het handig zijn te weten wat je ongeveer aan kan.”

Als je een keer een trainingsschema wil proberen, raadt Maico de Zwift Academy aan. “Daar zoeken ze niet alleen de allergrootste talenten, maar je kan daar ook zes weken diverse trainingen volgen. Dat is een heel leuk beginpunt om zo’n schema te proberen. Daarnaast heeft Zwift ook trainingsschema’s bij verschillende doelen, dus als je een specifiek doel voor ogen hebt, kan je daar ook passende trainingen bij doen”, legt Maico uit.

Tijdens een Zwift-wedstrijdje ga je waarschijnlijk nog nét wat dieper dan tijdens een training – foto: eRacingTV

Zo kan je ook heel makkelijk een wedstrijdje starten, om te ervaren of dat wat voor je is. “Van 20 tot 60 minuten: er is werkelijk voor ieder wat wils. Zwift verteld aan de hand van je vermogensdata ook in welke categorie je thuishoort, dus dat maakt het nog makkelijker om het eens te proberen.”

Toch komt Maico al gauw weer terug op de factor plezier. “Het grote pluspunt van Zwift is dat het zo makkelijk is om in ieder geval iets te doen: al doe je dertig minuten een snelle intervaltraining. Je kan binnen een uur een goede training doen en alweer uit de douche stappen en zo toch na een lange werkdag of voor een afspraak in de avond even sporten. Dat is fysiek én mentaal lekker.”

Zwift een keer proberen? Via deze link sluit jij je abonnement af.

Verantwoording:
Dit artikel is geschreven door een redacteur van WielerFlits. Zwift is mediapartner van WielerFlits en ondersteunt op deze manier ons platform.