Minder onderdelen, zelfde gewicht: waarom baanfietsen boven UCI-gewichtslimiet blijven
foto: Raymond Kerckhoffs
Ties Wijntjes
dinsdag 6 augustus 2024 om 18:49

Minder onderdelen, zelfde gewicht: waarom baanfietsen boven UCI-gewichtslimiet blijven

Materiaalzone Wie naar een baanfiets kijkt, zou misschien denken dat deze stukken lichter zijn dan tal van andere fietsen. Een frame, stuur, pedalen, twee wielen en een enkele versnelling is praktisch alles wat nodig is voor een baanfiets. Toch wegen ze vaak evenveel of zelfs meer dan de racefietsen die we in de Tour de France zien. WielerFlits legt uit.

Het lijkt een ogenschijnlijk simpele fiets, maar niets is minder waar: net als bij wegfietsen gaat er eindeloos veel innovatie zitten in de ontwikkeling van baanfietsen. Die innovatie gaat veelal om aerodynamica. En alhoewel er zeker op het gewicht wordt gelet, worden baanfietsen een stuk minder op een dieet gezet dan hun neefjes en nichtjes op de weg.

Neem de KOGA Kinsei baanfiets waarop de Nederlandse baanploeg hun wedstrijden afwerkt. De frameset daarvan weegt ongeveer 2 kilo, terwijl de fiets als geheel dicht tegen het door de UCI voorgeschreven minimale gewicht van 6,8 kilogram zit, zo laat KOGA weten aan WielerFlits.

Dat heeft twee redenen: aerodynamica en stijfheid. Te beginnen met die eerste: op de baan is luchtweerstand de grootste vorm van weerstand. Waar op de weg soms gewicht belangrijker is, geldt dat op de baan niet. Op het occasionele naar boven uitsturen op de baan na, rijden de baanwielrenners enkel op vlak parcours. Een lager gewicht is ook daar rendabel, maar het levert serieus minder winst op dan een meer aerodynamische fiets.

Veel belangrijker nog is de stijfheid van de fiets, want baanfietsen moeten enorm hoge kracht kunnen weerstaan. Baansprinters trappen niet alleen veel hogere vermogens dan wegwielrenners (tot ruim boven de 2.600 watt), maar doen dat ook met veel hogere kracht (ook wel torque, of moment). Zeker bij de start van sprintonderdelen komt er dusdanig veel kracht op het frame vrij, dat sommige wegfietsen daar mogelijk onder zouden bezwijken.

foto: Cor Vos

Dus zijn baanfietsen op verschillende plekken verstevigd, om te zorgen dat de baansprinters er hun rondjes veilig op kunnen afwerken. Vooral rond de trapas betekent dat dat er extra materiaal wordt gebruikt, maar ook rond de balhoofdbuis en de voor- en achtervork zijn de baanfietsen significant steviger dan wegfietsen.

Ook opvallend is het stuur dat de Nederlandse baansprinters gebruiken. De baansprinters krijgen namelijk een op maat gemaakt stuur van fietsleverancier KOGA. Dat verschil zit vooral in de grip; Jeffrey Hoogland en Roy van den Berg hebben bijvoorbeeld graag een wat dikker stuur. Net als de frames wegen die sturen evengoed – ook om dezelfde redenen – behoorlijk veel: gemiddeld 600 gram. Dat is zelfs deels op verzoek van de baansprinters zelf, want zij vragen aan KOGA een stuur wat zo stijf mogelijk is, zodat ze er zoveel mogelijk kracht op kwijt kunnen.

Ook andere onderdelen dragen bij aan het relatief hoge gewicht. Zo wordt er veel gekoerst met dichte wielen die aerodynamisch zijn, maar ook zwaarder dan reguliere wielen. Een laatste factor van invloed op het hoge gewicht, is dat Shimano al jaren geen nieuwe tandwielen en cranks voor baanfietsen heeft geïntroduceerd. Die verouderde onderdelen zijn ook allerminst licht vergeleken met de veel nieuwere Dura-Ace Di2 weggroepset.

Het hoge gewicht van baanfietsen is dus deels een kwestie van keuzes, maar ook bittere noodzaak. De zoektocht naar optimaal aerodynamisch presteren leidt tot uit de kluiten gewassen frames en het gebruik van zware onderdelen, maar er is ook simpelweg meer materiaal nodig om de fietsen te maken om te voorkomen dat de baansprinters ze niet – letterlijk – kapot fietsen.

RIDE Magazine

Om te reageren moet je ingelogd zijn.