Rhino, Grifo en Pipistrello: dit moet je weten over banden in de cross
foto: Cor Vos
Ties Wijntjes
vrijdag 29 november 2024 om 09:30

Rhino, Grifo en Pipistrello: dit moet je weten over banden in de cross

Materiaalzone Wie regelmatig naar de cross kijkt, zal ook vaak horen over de ‘Grifo ‘of ‘Rhino’. Met die twee bandensoorten rijdt het absolute merendeel van de crossers het absolute merendeel van de crossen. Maar, wat zijn de verschillen en wanneer worden beide banden gebruikt? WielerFlits legt uit.

De gouden standaard wat betreft banden in de cross, zijn A Dugast en Challenge. Het Nederlandse merk A Dugast werd afgelopen jaar overgenomen door Vittoria, maar nog altijd behoren deze banden tot de meest begeerlijke in het veld. Ook banden van Challenge, een Italiaanse producent die al hun banden met de hand vervaardigd, zijn veel gezien.

Alhoewel ze niet dezelfde namen hanteren voor hun rubber, zijn er twee typen banden waarop de meeste crossen worden gereden: de Grifo en de Rhino. De Grifo is een band met een relatief licht profiel voor relatief droge crossen, waar de Rhino met een grover profiel is ontwikkeld voor moddercrossen. Tevens is er nog de Pipistrello, al zal je die niet vaak zien. Naast die drie typen banden zijn er nog verschillende banden, maar in de regel worden bijna alle crossen op die drie banden afgewerkt. We zetten de verschillen uiteen.

Er wordt meestal gesproken over de Grifo en Rhino, maar merken gebruiken stuk voor stuk hun eigen naam voor de verschillende banden. De Grifo is de ‘lichte’ band van Challenge, die bij A Dugast Typhoon heet. De Rhino is de ‘zware’ band van A Dugast, die bij Challenge dan weer (Baby) Limus heet.

A Dugast Challenge
Licht profiel Typhoon Grifo
Grof profiel Rhino (Baby) Limus
Semi slick Pipistrello Dune/Koksijde

Licht of grof profiel
De Grifo is dus een band met een licht profiel. Dat komt vooral doordat de noppen op het loopvlak relatief laag zijn. In droge omstandigheden bieden die genoeg grip en is het – naar cross-standaarden – een snelle band. Ideaal voor parcoursen waar de ondergrond niet al te los of nat is.

De Rhino is – kort door de bocht – een modderband, doordat deze grovere noppen heeft. Dat zorgt ervoor dat je meer grip hebt, wat vooral in natte omstandigheden handig is. Tegelijkertijd zorgt het ook voor meer rolweerstand. Simpel gezegd: op een snelle ondergrond moet je harder trappen dan met een Grifo om dezelfde snelheid te halen.

foto: Cor Vos

Tot slot is er nog de Pipistrello (of de Dune en Chicane bij Challenge), die speciaal voor zandcrossen is. Dat is een ‘semi-slick’ band met enig profiel op het loopvlak, maar geen groot noppenprofiel zoals de Grifo of de Rhino. Dat maakt dat het een snelle band is, maar ook een met relatief weinig grip. Doordat hij weinig profiel heeft, is hij ideaal voor zandparcoursen. De band graaf zich namelijk niet in, maar rolt relatief snel door de losse ondergrond. Dat vereist wel een degelijke techniek, want sturen komt – vanwege de relatief lage grip – met de Pipistrello erg nauw.

Per cross moet dus de afweging gemaakt worden wat de aard van het parcours is en hoeveel grip daarvoor nodig is. Daarin spelen ook de weersomstandigheden een rol. Door de aanwezigheid van de materiaalzone, is er altijd gedurende de koers de mogelijkheid te switchen van band, bijvoorbeeld als de weersomstandigheden veranderen of een eerdere bandenkeuze toch niet de juiste blijkt te zijn. Zo kan een coureur dus altijd met de juiste band koersen.

RIDE Magazine

Om te reageren moet je ingelogd zijn.