Vijf conclusies na eerste veldritmaand met Paul Herygers
Interview Nu we met de Koppenbergcross en het Europees kampioenschap veldrijden in Pontevedra de eerste grote afspraken van het veldritseizoen 2024-2025 achter de rug hebben, is het ook tijd voor een eerste voorzichtige terugblik op de eerste zes crossen van de winter. WielerFlits schakelde daarvoor VRT-commentator en de wereldkampioen van 1994 Paul Herygers in.
1. Alleen titel maakt Nys ‘man van het voorseizoen’
Eerst en vooral maken we even tijd voor de naakte cijfers. De Amerikaan Andrew Strohmeyer mag internationaal gezien dan wel de huidige zegekoning bij de mannen eliterenners zijn, toch was het in onze contreien juist een seizoensstart die gekenmerkt werd door veel verschillende winnaars. Lars van der Haar (winnaar in de crossen van Beringen, Woerden en Oudenaarde) en Thibau Nys (Overijse en het EK) konden uitpakken met meerdere zeges, voor de rest schoten zowel Eli Iserbyt, Laurens Sweeck, Joran Wyseure en Michael Vanthourenhout allemaal al raak.
“De titel van ‘man van de eerste crossmaand’ gaat uiteindelijk toch vaak naar de renner die een trui pakt. Dan kom je al snel bij Nys uit. Als hij het in Pontevedra niet had kunnen afronden, hadden we naar Van der Haar moeten kijken. Die rijdt misschien wel met de meeste constante rond van iedereen. Maar een trui gaat boven alles. Intussen is deze Europese titel door de jaren heen ook harder beginnen leven, ik schat die voor een Belg even hoog als een nationale trui”, stelt Herygers.
De Kempenaar was dan ook zwaar onder de indruk van de killerkwaliteiten van Nys. “Ik kreeg er al bijna schrik van. Als je op voorhand op papier zou moeten zetten hoe je een perfecte veldrit rijdt, heeft hij dat in Pontevedra gedaan. In het begin van zo’n snelle cross moet je niet voorin te vinden zijn. Hij is gegroeid in de buik van het peloton, hij heeft zelfs nooit over de balken gesprongen. Pas als hij in de positie kwam die het toeliet: vlam, los erover. Ik hoorde van enkele mensen in de materiaalpost dat ze nooit iemand zo snel hadden zien demarreren.”
Volgens Herygers ligt er naast zijn wegambities ook een grote toekomst voor Nys junior te wachten in het veldrijden. “Op de weg kan hij dubbel zo straf worden. Ik reken hem daarin nu al bij de tien strafste kerels die bergop kunnen aankomen. Dat is een klein peloton renners dat zo kan uitpakken, genre Gilbert en Valverde. Geef ze een heuveltje en je weet dat het prijs is. Hij doet dat op zo’n jonge leeftijd al, maar hij crost ook graag. Daarin zou hij heel zo graag in de buurt van zijn vader komen. Op een bepaald moment gaat hij op gebied van truien een kans maken. Die richting zal het uitgaan.”
2. Fem van Empel is veelzijdiger geworden
Als we de theorie van Herygers doortrekken, haalt wereld- en kersvers Europees kampioene Fem van Empel de titel van voorlopig beste renster van de eerste maand van Ceylin del Carmen Alvarado, die ook drie zeges maar geen trui wist te veroveren. En toch was de perceptie rondom Van Empel de laatste weken eerder negatief. Wellicht omdat ze die duizelingwekkende dominantie van vorig seizoen – Van Empel won 19 van haar 21 crossen, vaak na een lange solo – nog niet aan de dag kon leggen.
“Ik ben blij dat het op deze manier is gebeurd”, zegt Herygers. “Wat Van Empel in Pontevedra gedaan heeft, is formidabel. Eerst dat schouderwerk tegen Lucinda Brand in de slotronde, daarna kruipen naar Ceylin del Carmen Alvarado. Als ik dat zie, denk ik dat ze nog altijd alles heeft om elke koers naar haar hand te zetten. Soms maak ik tijdens de uitzending stiekem al een verwijzing naar Puck Pieterse, zij kan misschien nog een extra factor worden, maar laat ons Van Empel zeker niet afschrijven.”
De wereldkampioene toonde bovendien lef door dat duwtje tegen Brand. Ze kan het dus ook na een spannend schouwspel en onder druk gemakkelijk afronden. “Ik heb haar vroeger een paar keer geklopt zien worden, terwijl ze veruit de beste was. Ze liet zich wegdrummen. Dat dreigde nu opnieuw te gebeuren, maar ze heeft het rechtgezet. Voor mij is die zege van zondag vijf overwinningen van vorig jaar waard. Omdat er andere kwaliteiten bij te pas kwamen, is ze veel veelzijdiger geworden. Ze is zondag vrouw geworden.”
3. Nieuwe namen uit het kamp-Roodhooft aan het front
Houden we ons de hele veldrittop bij de mannen voor de geest, dan is er duidelijk meer kwaliteit voorin te vinden dan vorig seizoen rond deze tijd. Ook toen kregen we veel verschillende winnaars, maar die kwamen allemaal uit het kamp Baloise-Trek Lions of Pauwels Sauzen-Bingoal. Met vaste podiumklant Niels Vandeputte (Alpecin-Deceuninck) – die vorig seizoen wel al de X2O Trofee-cross in Lille won – en natuurlijk Ruddervoorde-winnaar Joran Wyseure (Crelan-Corendon) kan clan-Roodhooft daar nu tegengas in bieden.
“Ik denk vaak terug aan de uitslag van het WK voor beloften in Fayetteville, dat was in 2022. Quasi iedereen in die top-10, en vrijwel alle Belgen, is een degelijke prof geworden. Je kan bijna niet geloven dat ze allemaal de stap hebben gemaakt. Dat gaat van ‘die kleine’ (Jente Michels, red.) die bij de beloften Europees kampioen werd, tot Vandeputte, die dan weer uitzonderlijk technisch is, houdt van crossen en weinig te zoeken heeft op weg. Ondanks dat ze er al een paar gewonnen hebben, worden hij en Wyseure wellicht pure crossers.”
Toch vreest Herygers voorlopig geen radicale veranderingen aan het front. “Bij de ploeg van Sven Nys zijn ze misschien wel Joris Nieuwenhuis verloren, maar daar zit nog altijd veel kwaliteit. Naast Nys en Van der Haar, verwacht ik dat Pim Ronhaar met rasse schreden aan het naderen is. Binnen dit en drie weken is hij weer present. En dan komt ook David Haverdings er nog bij. Begin tegen zo’n blok in topvorm maar eens te koersen.”
4. Regenweer goed nieuws voor gevestigde waarden
We moeten het ook hebben over de renners die vooralsnog geen topcross naar hun hand kunnen hebben zetten. Eli Iserbyt won wel de Exact Cross in Heerderstrand en valt haast nooit naast het podium, maar die grote vis ontbreekt nog. Zijn ploegmaat Michael Vanthourenhout moest het met alleen de Kermiscross in Ardooie doen, en comeback kid Toon Aerts (Deschacht-Hens-Maes) staat zelfs helemaal droog. Moeten enkele gevestigde waarden zich zorgen beginnen maken?
“Het is heel mooi dat die nieuwe namen aan het front verschijnen, maar hoelang blijft dat duren?”, vraagt Herygers zich af. “Het waren tot nu toe veelal snelle crossen. Als het weer omslaat, kan het zijn dat ze weer de bovenhand nemen. Iserbyt, Vanthourenhout en Sweeck krijgen de jeugd momenteel op hun nek en zullen op die crossen voor mannen met inhoud moeten rekenen. Als het weer verandert en er komt geen verbetering voor die mannen, dan pas moeten ze hun bedenking maken en zeggen: we moeten toch een tandje gaan bijsteken. De jongeren zijn er en zullen nog niet zo gemakkelijk te temmen zijn.”
Met name voor de 31-jarige Toon Aerts is die weersverandering noodzakelijk, vindt de ex-wereldkampioen. “Hij zit te snakken naar regenweer, dan kan hij zijn loopbenen eindelijk boven halen. Het waterpeil staat al goed genoeg. Het is een kwestie van regen op de dag van de cross zelf, dan denk ik dat we opnieuw over Toon Aerts kunnen spreken. Dat hebben we ook al deels kunnen zien op de Koppenberg.”
5. Voorlopig geen nood aan Van Aert en Van der Poel
En dan is er nog de traditionele lastige seizoensstart van de afgelopen jaren qua populariteit. Ook nu moeten we eerlijk zijn: in die eerste confrontaties van de winter was het nog niet over de koppen lopen in Vlaamse velden. Pas op de Koppenberg – in de ogen van veel Vlamingen de officieuze start van de crosswinter – kon men volgens HLN om en bij de 12.000 toeschouwers noteren. Dat is ver verwijderd van het record van 21.000 fans in 2010, maar het is – een biergooier buiten beschouwing gelaten – veelbelovend.
“De meeste mensen zijn een beetje selectief, er is tegenwoordig overal wat te doen. Maar als je met een klassieker afkomt, was het heel fijn om te zien dat er een pak volk was op de Koppenberg. Wat er ons nu te beurt is gevallen met een klepper als Thibau Nys, zorgt ervoor dat de mensen de noodzaak voelen om dat spektakel zelf aan het werk te zien”, vindt Herygers.
“Het is ook heel positief dat we kunnen spreken over crossen met spankracht. Wij hebben jarenlang met bewondering naar de vrouwencrossen gekeken, maar nu is die spankracht ook naar de mannen verhuisd. En dat gaat misschien nog een tijdje zo blijven. Ik zie niet direct iemand die een reeks van vijf of zes overwinningen op rij gaat neerzetten. Alleen als de Grote Twee zich komen bemoeien. Van Van Aert hebben we een tipje van de sluier gekregen dat hij eind december wil terugkeren. Maar ik twijfel ook geen seconde aan Van der Poel. Zij zien dit ook en krijgen elke dag meer zin om langs te komen om te crossen.”
Om te reageren moet je ingelogd zijn.