Adrie van der Poel over natte kasseien: “De kunst is om met de fiets te rijden en niet die fiets met jou”
Adrie van der Poel op een van de door hem geliefde kasseistroken - foto: Raymond Kerckhoffs
Youri IJnsen
vrijdag 5 april 2024 om 19:40

Adrie van der Poel over natte kasseien: “De kunst is om met de fiets te rijden en niet die fiets met jou”

Interview De najaarseditie van Parijs-Roubaix in 2021 staat bij veel mensen op het netvlies gebrand. Na bijna twee decennia konden wielerfans weer hun hart ophalen: een natte editie van de Hel van het Noorden. Ook komende zondag zijn de vooruitzichten – weliswaar na een héél warme zaterdag – wat regenachtig. Dat gaat zijn weerslag hebben op de koers. Maar hoe rijd je nu het beste over natte kasseien? WielerFlits vraagt het ervaringsdeskundige Adrie van der Poel.

De nieuwe Tourspecial van RIDE Magazine is een must-have voor echte wielerfans! Onze nieuwe 236 pagina’s dikke zomer-editie is de meest complete Tourgids van deze zomer en staat vol met schitterende wielerverhalen over o.a. Tadej Pogacar, Remco Evenepoel, Fabio Jakobsen, Gio Lippens, Christian Prudhomme en Charlotte Kool. Verzeker je van een heerlijke sportzomer en bestel hem nu online voor slechts € 9,95. Wil je RIDE extra voordelig ontvangen? Neem dan nu een abonnement en ontvang 20% korting!

Van der Poel senior gaat er vanuit dat het in Noord-Frankrijk net zo nat is geweest de laatste weken als bij hem thuis in België. “Dan kan het warm zijn zaterdag en dan droogt het een beetje op, maar dat droogt niet helemaal uit hè. Vanaf donderdag is er verkend met fietsen en auto’s, zaterdag is de vrouwenkoers en zondag zijn er eerst nog een junioren- en beloftenwedstrijd voor de profs uit. Alle troep en nattigheid uit de bermen, krijg je dan op het parcours. Reken er dan maar op dat die stenen niet proper liggen en voor het grootste gedeelte ook gewoon nat.”

Een eitje in de broek
Dat de kasseien glibberig zullen zijn, maakt de koers wel meteen een stuk moeilijker. “Bij droog weer kun je op de stroken aan een kant van de weg rijden. Maar als ze nat liggen, dan moet je bovenop de rug van de weg rijden – in het midden, dus. Je moet echt constant druk houden, je mag geen foutjes maken. Anders glijd je naar rechts of links en dan moet je van je remmen afblijven, want anders slip je zo weg op die keien. Zondag zal heel veel concentratie vragen.”

Moeilijker dus, maar tegelijkertijd zal het voor de besten in koers ook makkelijker zijn. Althans, relatief gezien. “De verschillen tussen de specialisten zal onderling toch wel uiteenlopen”, voorspelt Van der Poel, zelf ooit derde in de Helleklassieker. “Er zijn bij droog weer gevaarlijke concurrenten, die in natte omstandigheden niet in het stuk voor komen. Zelf kon ik aardig over natte kasseien rijden, dus ik vond zulke edities juist makkelijker. Het kostte mij minder energie dan anderen. Dat zal nu nog zo zijn. Renners die minder begaafd zijn, hebben het moeilijker.”

Bij een natte editie van Roubaix zeggen insiders dat de factor geluk ook maal drie gaat. Van der Poel gelooft daar niet zo in en vindt dat je in elke koers een beetje geluk nodig hebt. “Het is zo dat hoe meer ontspannen je op de fiets rijdt, hoe makkelijker het gaat. De bedoeling is nog steeds dat jij met de fiets rijdt en niet die fiets met jou. Zondag zul je wel meer zien dat de fiets met het manneke rijdt, in plaats van andersom. Ik heb renners gezien die in de Ronde van Vlaanderen al met wat angst reden. Zo’n renner koerst in Roubaix met een eitje in zijn broek als het nat is.”

Dylan van Baarle (winnaar 2022) verkende donderdag de kasseien – foto: Cor Vos

Alle kleine beetjes helpen
Renners met lef en een goede (bochten)techniek zijn zondag daarom in het voordeel, vindt Van der Poel. “Soms vind ik het wel wat overdreven dat ze dan zeggen dat de snelheid lager ligt bij nat weer. Maar als de wind gunstig staat, rijd je er ook gewoon rap overheen. Ik bedoel: een verschil van tien kilometer per uur gaat dat niet zijn, hè. In mooi weer rijden ze misschien aan een gemiddelde van vijftig kilometer op de rechte stukken van een strook. Ligt die gelijke secteur nat, dan rijden ze zondag 45 kilometer per uur. Snap je? Alleen natte omstandigheden maken geen groot verschil.”

“Dat is wel helemaal een ander verhaal wanneer het wind tegen is”, gaat hij verder. “Dan blijven groepen vaker wat compacter. En dan moet je wel oppassen, omdat niet iedereen op die natte rug van de weg kan rijden. Als er dan eentje valt, neemt diegene vaak een hoop collega’s mee. Of dan zondag degene met de beste techniek wint? Nee. De benen geven nog altijd de doorslag, zoals in het verleden ook altijd het geval is geweest. Degene met de beste benen wint in Roubaix. Techniek of tactiek zal vast een beetje helpen. Maar als de beentjes niet mee zijn, win je niet.”

En dus maakt het voor het koersverloop volgens Van der Poel niet superveel uit of het nu nat is, of niet. “Maar het is wel zo dat degene met de beste optelsom, een goede kans maakt. Als je niet met een ei in je broek rijdt, van de remmen afblijft, aan de goede kant van de rug van de weg rijdt en je er daardoor wat harder door kunt rijden, dan doe je wat minder inspanningen. Al die kleine beetjes kunnen op het einde het verschil maken, maar eigenlijk is dat in een droge Roubaix ook zo. Je moet gewoon zelfvertrouwen hebben en niet overschatten. Dan zijn kasseien best leuk”.

Liefhebberij
Van der Poel vertelt het met glunderende ogen. “Of ik het zelf leuk vond? Ik vind het geweldig! Nog steeds. Af en toe probeer ik toch wel een strook mee te pakken. Zeker als we een event draaien, dan probeer ik toch altijd twee of drie stroken van Roubaix mee te pakken. Dat vind ik nog steeds hartstikke leuk! Zeker met het materiaal van nu, daar kun je zo veel leuks mee doen, daar zit zo veel meer comfort in dan in de fietsen waarmee wij reden. Bredere banden, zachtere banden, tubeless. Ik ga niet zeggen dat je over asfalt rijdt, maar het comfort is nu wel gigantisch.”

Qua concurrentie voor zijn zoon Mathieu verwacht Van der Poel senior nu overigens wel meer tegenstand. “Jawel, jawel, jawel. Hier kunnen veel meer renners in de finale zijn. Jasper Philipsen natuurlijk, Mads Pedersen, Jonathan Milan, John Degenkolb doet als alles meezit ook gewoon mee om de zege, Joshua Tarling, als ‘em rijdt ook die Laurence Pithie, ik denk dat Oliver Naesen heel ver komt. In Vlaanderen is het vaak hollen en stilstaan, Roubaix is heel specifiek. Quick-Step kan er ook zo ineens staan met Tim Merlier, Kasper Asgreen en Yves Lampaert. En iemand als Edoardo Affini moet dit ook echt kunnen. Het is gewoon keihard stampen en dat is een beer van een vent. Dat zou ik graag eens zien. Maar onthoud wel: dit is geen gemakkelijke koers, hè.”


In de vorige natte editie van Parijs-Roubaix ging RIDE Magazine met Adrie van der Poel op pad voor een exclusieve reportage. Dat hele verhaal is nu hier gratis te lezen.

RIDE Magazine

Om te reageren moet je ingelogd zijn.