Aike Visbeek tempert verwachtingen: “Minder sterk dan vorig jaar, maar in potentie wel beter”
Interview Als vijfde ploeg van de wereld het afgelopen seizoen, verwacht het publiek veel van Intermarché-Circus-Wanty in 2023. Daarvan wil teammanager Aike Visbeek echter niets weten. “Komend jaar moeten we de basis leggen voor onze lange termijn doelstelling”, vertelt de Noord-Hollander. Bij WielerFlits legt hij uit wat daarin belangrijk is. Eerder keek Visbeek al terug op 2022.
Dit interview met Aike Visbeek verscheen eerder op 28 december 2022 op WielerFlits.
Sterke prestaties zijn gepaard gegaan met verliezen. Alexander Kristoff en Jan Hirt scoorden goed in 2022, maar vertrekken naar andere teams. Hoe zwaar weegt jullie succes?
“Het is voor ons simpelweg een heel moeilijke situatie als we als ploeg met een klein budget heel goed presteren. Enerzijds kopen andere teams je helemaal leeg, terwijl wij aan de andere kant heel weinig te besteden hebben. We moesten ook echt een stap in de organisatie maken.”
“Ons budget gaat een stap omhoog, maar een groot deel daarvan is opgegaan aan de organisatie. Meer mensen binnen de ploeg, meer mensen op kantoor, om een WorldTour-waardige organisatie te bouwen. Dat is een serieuze uitdaging. Want omdat we het zo goed doen, willen renners graag naar ons toe. Maar gouden bergen zijn hier niet.”
“We hadden graag een aantal jongens behouden, maar in die slag kunnen we niet mee. We moeten heel goede, bewuste keuzes blijven maken. Daarom hebben we besloten om al vroeg renners te contracteren. Nu merk je dat ons budget simpelweg op is, hoe zuur dat voor Domenico Pozzovivo ook is. Iedereen krijgt toch het gevoel: ‘waarom krijgt die man nu geen contract?’. Terwijl daar voor ons een heel normale, logische verklaring voor is.”
“We hebben simpelweg het geld niet. Als we dat moeten vinden in ons budget, betekent het dat we andere zaken niet kunnen doen. Graag zou ik er nog een klimmer bijhalen. Die missen we echt nog in onze selectie. Maar het is ongelooflijk moeilijk voor ons. Dat is de schaduwkant.”
Hoe verklaar je dan wel dat Niccolò Bonifazio erbij komt?
“We móesten er nog een renner bij hebben, anders hadden we problemen gekregen met ons wedstrijdprogramma. Dat moest vanuit onze partners een Italiaans profiel zijn. Daar is ook nog een klein beetje extra budget voor vrijgemaakt. Alleen dat is wel gewoon aan het minimumsalaris. Daar ben ik niet trots op. Niccolò is hartstikke blij, maar voor het goede wil je een normale marktprijs betalen.”
“Maar dit is het op dit moment gewoon voor ons. Het is ook heel vervelend, omdat er laat in het seizoen nog heel goede renners van B&B Hotels-KTM op de markt kwamen. Die verdienen absoluut hun plek bij de profs. Wij hebben op papier nog een plek vrij voor een extra renner, maar op dit moment beperkt ons budget ons.”
“Dit is ook wat we naar Pozzovivo hebben gecommuniceerd. Het is heel simpel: we konden hem alleen een contract aanbieden voor het minimumsalaris. We kregen een tegenbod en daarna hebben we samen geprobeerd een klein beetje water bij de wijn te doen. Bij het laatste gesprek lagen vraag een aanbod te ver uit elkaar.”
“Wij kunnen Pozzovivo simpelweg niet betalen en hij wilde het niet voor minder doen. Volkomen logisch, want hij is ook meer waard. Dat is moeilijk te begrijpen voor hem, maar bij ons intern ook. Uiteindelijk praten we niet over superveel geld. Maar wel over geld dat wij niet hebben, vervelend genoeg.”
Toch komen er ook sterke mannen voor terug. In hoeverre zijn jullie van hetzelfde niveau als afgelopen jaar?
“Ik denk dat we in potentie de mogelijkheden hebben om dat niveau te halen. Alleen we moeten daarvoor wel eerst onze jonge gasten beter maken. In kwaliteit is de selectie minder dan in 2022, maar de potentie is er om weer naar dat niveau toe te groeien. Zo zie ik het. Het is voor ons de grote ambitie om uit te groeien tot een stabiele ploeg in de top-10 van de WorldTour.”
“De grootste fout die je dan kunt maken, is heel krampachtig naar het jaar 2023 kijken om het succes van het afgelopen seizoen te evenaren. Ik heb echt mijn best gedaan om op de achtergrond iedereen duidelijk te maken dat we in 2023 de basis leggen om onze lange termijn doelstelling te halen. Dat zullen de andere teams ons zeker niet makkelijk maken. Maar ik denk wel dat we op de juiste weg zijn om die stabiele WorldTour-ploeg te zijn.”
Waarom is het voor jou zaak de verwachtingen te temperen?
“Ik denk dat we realistisch moeten zijn. Deze winter is er heel veel kwaliteit en ervaring weggegaan. Ik zie nog altijd heel veel kwaliteit in de renners die we voor 2023 hebben. Maar bij een heel aantal moeten we dat er nog wel uit zien te halen. Daar zal tijd overheen gaan.”
“Als je het proces van Hugo Page ziet, die is twaalf maanden bezig geweest om aan het niveau te wennen. Pas in de Famenne Ardenne Classic en Binche-Chimay-Binche doet hij voor het eerst om de prijzen mee. Dat kan volgend jaar ook het geval zijn met Arne Marit, Laurens Rex of Rune Herregodts. Het duurt nu eenmaal heel wat avonturen voordat je het niveau hebt om onderscheidend te zijn.”
“Plus, wat voor ons nog moeilijker is: een aantal van de meest aansprekende resultaten zijn behaald door vijf of zes renners. Daarvan hebben we nog maar twee of drie over. Biniam Girmay moet het doen en Louis Meintjes moet het doen. Maar als een van die jongens een slecht jaar draait of tegenslag heeft, dan gaat dat voor ons aanmerkelijk meer voelbaar zijn dan in onze situatie van 2022. Toen reden we met Jan Hirt, Domenico Pozzovivo én Meintjes de Vuelta. Dat hebben we nu gewoon niet meer. We kunnen niets opvangen.”
Hoe zit het dan met jongens als Mike Teunissen, Rui Costa en misschien Dion Smith? Waarom noem je hen niet in dezelfde zucht als Biniam en Louis?
“Ik geloof en hoop ook dat zij zich kunnen aansluiten bij Bini en Louis. Een van onze prioriteiten in onze transferstrategie van afgelopen seizoen, was om de kern rond Bini sterker te maken. Met Dion Smith en vooral Mike, hebben we daarin een goede investering gedaan. Ik vind dat we heel goed in staat moeten zijn om Biniam te ondersteunen. In de klassiekers en semiklassiekers hebben we nu meer mogelijkheden. Ik verwacht dat we gaan meedoen om de prijzen, dat is ook onze doelstelling. We kunnen ook niet voor minder gaan.
Daar mag wel de druk op liggen. Maar drie keer top-10 rijden in een grote ronde, dat zie ik niet gebeuren. Al is het bij de klassiekers wel zo dat je met Biniam in een gedeelte van de business zit, waar exceptioneel veel talent rondloopt. We rijden tegen Wout van Aert, Mathieu van der Poel en Julian Alaphilippe. Ga er maar aanstaan: Biniam zal bij hen moeten aansluiten, als hij om de prijzen wil meedoen. Dat is een mooie, maar gigantische uitdaging.”
Gaan we Girmay terugzien in de Tour in 2023?
“Die kans is er zeker, ja. Eerder dan nog een keer de Giro d’Italia, al moet ik zeggen dat het Giro-profiel niet slecht is. Je ziet iemand als Mads Pedersen het ook aandurven om na de klassiekers de Giro te doen voor de Tour uit. We hebben daar nog geen definitieve beslissing over genomen. Maar zoals het er nu voor staat, is er een grote kans dat we voor het Tour-scenario gaan.”
Omdat jullie dit jaar de basis willen leggen voor de lange termijn, verklaart dat ook die primaire focus op de eendagskoersen? Daar zijn tenslotte gemiddeld genomen de meeste UCI-punten in te verdienen. Hoe zien jullie dat?
“Ik vind dat een gevaarlijke uitspraak. Maar ik zou liegen als ik zeg dat ik niet naar de UCI-punten kijk. Onze strategie is er ook op berekend dat wij niet in een situatie komen waarin veel teams in 2022 terechtkwamen. We willen stabiel meedraaien.”
“Maar ik zie onszelf niet heel snel in een situatie terechtkomen waarin we nu al meerdere sprinters tegelijk in dezelfde koers voor de punten moeten spurten. Je maakt een absoluut terechte analyse dat we in de WorldTour-rittenkoersen en grote rondes niet dik bezaaid zijn. Misschien zelfs wel dun bezaaid. Terwijl we in 2022 voor ons doen veel punten in die koersen behaald hebben.”
“Dat betekent dat wij in de kleinere koersen verplicht zijn om onze resultaten te blijven halen. Als dát wegvalt in combinatie met de weinige klimmers bij ons die klassementen kunnen rijden, dan gaat het dubbelop en kunnen we rap in de problemen komen. Al zie ik dat niet snel gebeuren als we met dezelfde mentaliteit als de laatste twee seizoenen blijven rondrijden.”
“We mogen onze neus niet ophalen voor Le Samyn, Circuit de Wallonie of Veenendaal-Veenendaal. Dat zijn voor ons gewoon belangrijke kansen. Met Mike Teunissen willen we bijvoorbeeld graag een klassieker winnen. Maar dat begint met eerst een keer een semiklassieker winnen.”
Vorig jaar wilde je een podiumplaats in Belgische klassieker en een Tour-ritzege. Dat laatste is twee keer net niet gelukt. Wat luidt het credo voor komend jaar dan?
“We moeten meedoen om de prijzen in de klassiekers. Dat betekent niet per se dat we moeten winnen. Maar we moeten wel richting de top-5 en podiums blijven gaan. Die etappe in de Tour blijft een belangrijk doel. Daarnaast gaan we ook gewoon weer voor een top-10 in een grote ronde. En we mikken op een plek bij de eerste tien op de UCI Team Ranking. Dat zijn de uitgesproken doelstellingen.”
“Daarbij hebben we voor de komende jaren ook een stip op de horizon gezet. We willen een monument winnen. Die staan dus ook met rood omcirkeld. Maar of dat in 2023 al realistisch is, zal in de loop van het voorjaar blijken. Al heb ik iedereen duidelijk gemaakt dat consistent zijn in de klassiekers en meedoen om de prijzen, hetgeen is waar het om draait. Een monument is echt iets voor op de lange termijn.”
Om te reageren moet je ingelogd zijn.