‘Alleen solidariteit onder renners en ploegen kan veiligheid vergroten’
Opinie Solidariteit. Dat is een begrip dat in de wielersport al decennialang ver te zoeken is. In de huidige wielersport leeft nog altijd de gedachte dat de een zijn dood de ander zijn brood is. Voorbij de finish van de derde rit in Pontivy stonden verschillende ploegmanagers en renners weer te briesen. Het parcours zou té onveilig zijn en de renners worden als circusartiesten misbruikt door de organisatoren. Nog altijd lijkt niemand zich te realiseren dat die consternatie beter voor de start gemaakt kan worden. Als de hoofdrolspelers de finale-kilometers daadwerkelijk té gevaarlijk vinden, bal dan eens gezamenlijk de vuist.
Op de social media stroomden woedende berichten binnen over de finale kilometers van de derde rit door Bretagne. Er mogen zeker vraagtekens geplaatst worden achter het bochtige, smalle parcours waardoor op zeven kilometer van de streep de val met onder anderen Arnaud Démare en Jack Haig plaatsvond. Of de kwart bocht op 150 meter, waar Caleb Ewan en Peter Sagan onderuit gingen, niet belachelijk was. Al ging Ewan onderuit omdat hij het achterwiel van Tim Merlier toucheerde. Onverantwoord en levensgevaarlijk, was desondanks de algemene conclusie. En vele wijsvingers werden op Tourorganisator ASO en internationale wielerunie UCI gericht.
Ook mijn Whatsapp piepte na de finish onophoudelijk. En juist daar zaten veel renners en ex-renners bij die me rechtstreeks aangaven dat het parcours niet zo absurd gevaarlijk was als sommigen beweerden. Dit soort wegen wordt in vrijwel alle andere wedstrijden ook opgezocht. Je kunt concluderen dat de D-wegen in Bretagne té smal zijn, maar veel renners hebben me eerder al aangegeven dat juist brede wegen voor nog meer stress zorgen.
Enorme stress
De eerste Tourweek kent al decennialang absurd veel valpartijen. Daarvoor is één belangrijke reden aan te geven: de enorme stress die op de renners door de ploegen wordt gezet. De Tour is zoveel belangrijker dan alle andere wedstrijden dat in La Grande Boucle winnen, in de top-10 eindigen of zelfs in beeld rijden ongekend belangrijk is. De sponsors willen in deze 23 dagen in Frankrijk hun miljoeneninvestering terugverdienen met zichtbaarheid. Iedere seconde in beeld wordt op de stopwatch afgeklokt. Dus worden de renners, liefst gegroepeerd per ploeg, naar voren geschreeuwd vanuit de volgwagens.
Ritwinnaar Tim Merlier was na de huldiging vrij duidelijk: “Niet het parcours, maar de renners maken het gevaarlijk. Vanaf 70 kilometer voor de finish was het opnieuw letterlijk vechten voor je positie. Je ziet renners van voren die niet gewoon zijn op die positie te rijden. Die remmen dan ineens bruusk, waardoor je levensgevaarlijke situaties krijgt.”
Hier heeft de rappe Belg van Alpecin-Fenix voor een deel gelijk in. Natuurlijk heeft iedereen het recht om in het front van het peloton te rijden. Toch is het vreemd dat sommige ploegen nog met een heel bataljon aan knechten in sommige finales van voren willen zitten. Verder kun je je de vraag stellen of sommige renners door maandenlang alleen nog maar op bergen te bivakkeren niet het rijden in een peloton verleren? Het moet toch weer even wennen zijn wanneer je naar maanden van alleen trainen ineens weer als een ‘zot’ moet duwen en wringen voor je positie. Wil je de Tour winnen dan is stuurmanskunst echter ook een aspect dat je moet beheersen.
Tijdstop
Stress is ontegensprekelijk de belangrijkste oorzaak van alle malheur van de valpartijen. De grote vraag is: hoe haal je enige stress weg uit de Tour de France? De wedstrijd zal in de veranderende mediawereld en sportmodellen alleen maar belangrijker worden. De enige oplossing die ik kan aanreiken is dat in de pure sprintersritten, waarin de laatste tien kilometer in de finales vlak zijn, veel eerder een tijdstop voor het klassement wordt gesteld. Klok iedereen voor het klassement op bijvoorbeeld tien kilometer van de streep af.
Dit kan natuurlijk niet wanneer er nog een klimmetje van derde of vierde categorie in die finale ligt. Daar moeten aanvallers ook in het klassement beloond kunnen worden. Want als er koerstechnisch niks meer gebeurt, dan krijgen we weer het probleem dat het merendeel van de media en publiek roept dat het parcours slaapverwekkend is. Dat de Tour juist moet leren van de spectaculaire finales van de Giro d’Italia en Vuelta a España. Die slotkilometers in Italië en Spanje zijn vaak veel gevaarlijker dan in de Tour, maar door de mindere stress in het peloton lijken ze veel veiliger.
Dat de vele valpartijen een anti-reclame voor de wielersport zijn, is overduidelijk. Daar is geen discussie over mogelijk. De sport lijkt op deze wijze veel op een loterij. Het gevaar dat achter iedere bocht loert is een reden waarom veel jongeren nooit voor de wielersport zullen kiezen. Terwijl geen enkele sponsor blij wordt om dagelijks een hoofdrol in een slagveld te spelen.
Trek aan de bel
Ik kan maar één advies uitbrengen aan alle ploegen en renners: steek de koppen eens bij elkaar, in plaats van het zingen van klaagliederen wanneer het spreekwoordelijke kalf voor de zoveelste maal verdronken is. Tegenwoordig worden de ritten tot in de kleinste details verkend. Alle ploegen nemen zelf opnames van de finales of bestuderen ze vele malen via Google Earth en Veloviewer. Voor de start worden de beelden in de teambussen nog eens aan de renners voorgeschoteld. Wanneer er dan wegen in het parcours voorkomen die niet kunnen, dan neem je toch actie? Dan trek je toch aan de bel?
Meesterknecht Tim Declercq van Deceuninck-Quick-Step vertelde in Pontivy voor de camera’s van Sporza dat iedereen wist dat dit een gevaarlijke finale was. “De renners hadden aan de wedstrijdjury gevraagd om een tijdsopname op acht kilometer van de streep te doen, maar er is niet op ingegaan.” En dan klik je dus gewoon in je pedalen en stort je je met 70 kilometer per uur op wegen die alleen geschikt zijn voor verkeer tot 60 kilometer per uur?
Marc Madiot, teammanager van Groupema-FDJ, is een van de mannen die enorm meeleeft met zijn renners. Een van de belangrijkste slachtoffers van de valpartij in de laatste tien kilometer was zijn kopman Arnaud Démare. Om die reden was hij meer dan furieus voorbij de finish: “Ik ben zelf ook vader en ik wil dat mijn kind geen profwielrenner wordt, nadat ik dit gezien heb. Dit is geen wielrennen meer. Er moet iets veranderen, wat dit gaat niet goed zo. Als we dat niet doen, gaan er doden vallen. Het is wielrennen onwaardig.”
Vorig jaar verkende Madiots ploeg vlak voor de Dauphiné de 1.299 meter hoge Col de Plan Bois. Een klim van de eerste categorie, zoals er zoveel in de Haute-Savoie zijn te vinden. Thibaut Pinot met enkele ploegmaten schrokken zich rot wanneer ze de afdaling indoken. Er zaten gaten in het weggetje zo groot als kraters. Levensgevaarlijk was hun conclusie. ‘Scandaleux’, riepen ze in koor.
Intern geschreeuw
In plaats van actie te ondernemen bleef het destijds bij wat intern geschreeuw van de mannen van Groupama-FDJ. Geen melding op de sociale media. Geen waarschuwing naar andere ploegen in de aanloop en gedurende de Dauphiné. Zelfs geen enkele verontrustende vraag aan de organisator. En ook tijdens de Dauphiné geen alarmbellen om anderen te waarschuwen. En daar schuurt het probleem. Iedereen schreeuwt wel, maar doet niks.
Vorig jaar benadrukte ik al dat veiligheid zo’n algemeen en op de openbare weg moeilijk probleem is, dat het veel te gemakkelijk is om alle schuld alleen maar in de schoenen van de UCI en organisatoren te schuiven. Dit is een probleem dat door alle stakeholders gezamenlijk moet worden opgepakt.
Bij de Tourstart vorig jaar in Nice namen Jumbo-Visma, Deceuninck-QuickStep, INEOS Grenadiers en Team Sunweb het initiatief voor een meeting om de veiligheid van de koersen toe te vertrouwen aan externe specialisten, die hun strepen hebben verdiend in sporten als MotoGP en Formule 1. Een professioneel safety-bedrijf dus. We hebben er later niets meer over gehoord, waardoor we ook dit initiatief onder de noemer windowdressing kunnen plaatsen.
Appgroep
Destijds opperde ik het idee dat alle ploegen één vertegenwoordiger (ploegleider) in een gezamenlijk appgroep zouden hebben, waar gevaarlijke passages worden gemeld die hun renners tegenkomen bij verkenningen. Je zou toch zeggen dat een appgroep voor de veiligheid aanmaken het meest eenvoudige is wat je kunt doen. Destijds kreeg ik reacties uit bepaalde ploegen dat dit zeker een goed idee was. Toch is dit nog altijd niet het geval.
En dus likt de wielersport in Pontivy weer de wonden. Iedereen zal nu weer roepen dat het tijd is voor maatregelen en dat het zo echt niet langer verder kan. Laat iedereen die dit roept vooral naar zichzelf kijken en zich afvragen wat hij daadwerkelijk zelf doet. Dit is niet een probleem van een partij, dit een probleem van alle stakeholders in de wielersport. Er zal nu solidariteit moeten worden getoond.
Om te reageren moet je ingelogd zijn.