Youri IJnsen

• zaterdag 6 juli 2024 om 08:12

Interview De laatste dagen is Alpecin-Deceuninck steevast de eerste ploeg die het startblad moet tekenen. Dit in tegenstelling tot vorig jaar, toen ze dankzij groenetruidrager Jasper Philipsen altijd als een van de laatste ploegen mochten opdraven. Jonas Rickaert en Gianni Vermeersch leggen het verschil uit bij WielerFlits.

Een must-have voor wielerfans! Op 20 september verschijnt er weer een nieuwe RIDE Magazine. Onze 172 pagina’s dikke najaars-editie staat weer vol met prachtige wielerverhalen om heerlijk van te genieten. Bestel jouw exemplaar nu online voor slechts € 9,95. Snelle beslissers ontvangen 15 euro korting bij FuturumShop. RIDE extra voordelig lezen? Neem dan nu een abonnement en krijg 20% korting!

Iedere morgen publiceert de ASO het tijdschema voor het tekenen van het startblad. Dat gaat steevast op basis van de volgende regel: als laatste ploeg is die van de winnaar van de dag ervoor, daarvoor zit de ploeg met de gele trui, dan de groene trui, dan de bolletjestrui, het wit, de ploeg van de meest strijdlustigste renner van de dag ervoor en dan het team dat het dagploegenklassement ervoor heeft gewonnen. Daarna zijn de overige ploegen gerangschikt op hun beste renner in het klassement. Wie daar het laagst staat, moet als eerste tekenen, enzovoort.

Daardoor is de Belgische équipe vaak als eerste aan de beurt. Mathieu van der Poel is hun eerste man op plek 86. Voor media zeer prettig, want toppers als Philipsen en de wereldkampioen hebben daardoor alle tijd om voor ieder medium hun praatje te doen. Want hoe later een ploeg moet tekenen, hoe dichter dat op de start van de etappe zit. Op zaterdag is dat Soudal-Quick-Step, dat om 12.52 uur op het startpodium verwacht werd. Het officiële startschot van de etappe is om 13.05 uur. Voor Remco Evenepoel dus weinig tijd over om de vaste perspraatjes af te haspelen.

Een paar keer te laat
Alpecin-Deceuninck moet dus de laatste dagen steeds vroeg opdraven, waarvan ze overigens een paar keer – buiten hun schuld – te laat waren. Na het tekenen, de praatjes met de pers en hier en daar een selfie met enthousiaste fans, moeten de renners daarna weer wachten in de bus. “Voor ons ochtendritme maakt het niet veel uit”, legt Rickaert uit. “Ik heb de indruk dat wij steeds gelijk vertrekken met de andere teams. Het enige verschil is dat wanneer wij hier aankomen, we ons iets rapper moeten klaarmaken. Maar het is niet dat we vroeger moeten opstaan dan de rest.”

Rickaert maakt een mopje met Van der Poel – foto: Cor Vos

Voor Vermeersch is alles nieuw, want de 31-jarige Belg maakt zijn debuut in La Grande Boucle. “Het mag wel ietsje later”, lacht de voormalig wereldkampioen gravel. “Langs de andere kant hebben we nog wel wat tijd om te relaxen in de bus. Dat vind ik wel leuk. Meestal hebben we dan ook de meeting en lopen we het parcours nog eens door. Daar hebben we dan wat langer de tijd voor. Daarna is er nog tijd voor een koffietje en luisteren we wat naar muziek. Meestal is Ricky (Jonas Rickaert, red.) DJ in de bus en dat gaat meestal over een beetje goede techno-remixes.”

Volgens de meer ervaren Rickaert is er niet heel veel verschil tussen vroeg en laat tekenen. “Er is nu alleen meer tijd om ons op de rit voor te bereiden. Bij de sprintetappes is dat ook zeker nodig. Dan bekijken we tot in de details wat ons te wachten staat en wat de cruciale punten zijn. Maar het is waar: die duren bij ons langer dan bergritten, uiteraard.” Volgens Vermeersch zijn ze elkaar ook nog niet beu. “De sfeer is goed. We hebben een goede groep en slagen erin veel plezier te maken. Dat is het belangrijkste om verder te gaan en hopelijk snel die overwinning te pakken.”

Vermeersch zoekt Van der Poel op in het peloton – foto: Cor Vos