‘Als Van der Poel geen Wereldbekers rijdt, is dat een dikke middelvinger naar de UCI’
Special Het is elke winter het geval, maar ook nu blijft het op de veldritten een van de meest gestelde vragen: wanneer beginnen Wout van Aert en Mathieu van der Poel aan hun crosswinter? De drie- en zesvoudige wereldkampioen lijken iedere winter wel een groot mysterie van hun plannen te maken, en juist dat leidt tot veel speculatie in de marge. Wij bespraken de mogelijke pistes met crosslegendes Bart Wellens, Mario De Clercq en Niels Albert.
Eerst even herhalen wat we al weten: HLN onthulde eerder deze maand al dat Wout van Aert zeker niét voor het einde van de stage van Visma | Lease a Bike in actie komt. Vorig jaar pikte hij voor die bewuste stage nog de cross in Essen mee, om nadien nog zeven andere afspraken tijdens de kerstperiode en de Wereldbeker van Benidorm op zijn programma te zetten. Van Aert liet wel het WK links liggen. Ook voor deze winter sprak Van Aert – die tijdens zijn wegseizoen enorm veel pech kende – de ‘goesting’ uit om zich weer in de debatten te mengen. Ten vroegste vanaf de Wereldbekers van 21 en 22 december in Hulst en Namen, dus.
Over de plannen van zijn grote concurrent, Mathieu van der Poel, is nog meer mist gespuid. In zijn entourage klinkt al weken dat er pas na zijn vakantie een beslissing zou vallen, maar de eerdere uitspraken van Van der Poel in RIDE Magazine dat hij ook eens een winter niet zou willen crossen, zinderen ook na. “Hij heeft wel crossplannen, maar het is de vraag of het past”, zei bondscoach Gerben de Knegt ons vorige maand nog. “Ik snap zijn gedachte om eens een crosswinter over te slaan. Hem kennende wil hij liever niet twee of drie crossen en dan het WK doen. Als hij gaat crossen, wil hij er wel meer doen. Dan wordt het toch weer druk en dan zet dat toch je wegvoorbereiding weer onder druk. Die afweging zal hij moeten maken.”
Toch is er bij de analisten die we spreken werkelijk niemand die twijfelt of we de twee terug in het veld zullen zien. “Ik denk wel dat ze allebei eind december terug zullen crossen”, klinkt het bij Mario De Clercq (Pauwels Sauzen-Bingoal). “Ze kunnen toch ook geen hele winter niets doen? Dat is volgens mij nooit aan de orde en dat gaan ze nooit willen.”
Drievoudig wereldkampioen De Clercq vindt het bovendien logisch dat die keuzes op dit moment nog niet definitief zijn. “Nu is nog het moment dat ze aan het wachten zijn op de recuperatie van hun lichaam, en dat zal vanzelf wel uitwijzen wanneer ze terug klaar zijn om iets intensiever te gaan trainen. Even later kunnen ze misschien hier en daar een korte crosstraining doen. Eens ze dat onder de knie hebben, zullen ze beslissen om een cross te rijden. Dat zag je ook de voorbije winters.”
Het is iets wat Bart Wellens (Charles Liégois Roastery CX) zou toejuichen. “Heel veel crossen zullen ze nooit kunnen doen. Als ze in het weekend van Hulst beginnen, dan ben je snel aan de kampioenschappen. Zeker als je weet dat de meeste ploegen in januari nog een extra stage doen. Ik vind dat wel een beetje jammer, maar ze zijn altijd welkom in onze sport. We hebben hen voor een deel ook nodig.”
“Trouwens, als ze zo weinig gaan crossen – of stel: Van der Poel doet alleen het WK – dan flikt hij de UCI gewoon. Zij hebben de Wereldbeker speciaal zo compact gemaakt voor die twee. Als iemand als Van der Poel een groot deel van die crossen links laten liggen, dan is dat een dikke middelvinger naar de UCI. Dat is zijn volste recht, en het is knap dat je die topper bent die überhaupt kan zeggen: ik ga dit jaar niet crossen. Dan sta ik daar ook helemaal achter. Maar ze hebben nu wel heel het seizoen op hen georiënteerd. Als zij dan zeggen: ‘we komen niet’, dan moet je het hebben van je nieuwe toppers zoals Thibau Nys. En die hebben ze nu wel in het nadeel gesteld met die nieuwe Wereldbeker-kalender. Ze beginnen al vermoeid aan het WK, en zelfs fris had het al lastig geweest om mannen als Van der Poel of Van Aert in dat kampioenschap te kloppen.”
Tweevoudig wereldkampioen Niels Albert denkt vooral aan de Belgische folklore in de volle decembermaand, die zou floreren bij de komst van de Grote Twee. “Je kijkt toch nog altijd uit naar Van Aert en Van der Poel. Dat zijn twee wereldvedetten en die zie je gewoon graag aan het werk. Het is ook altijd leuk dat die mannen een bepaalde sfeer met zich meenemen naar de cross. Maar voor mij hoeft het ook niet altijd een van hun twee te zijn die wint.”
Voor Albert is dé hamvraag die we ons nu moeten stellen: wordt het alleen de kerstperiode of ook de kampioenschappen voor Van Aert? “Voor het WK was er vorig jaar geen ruimte in zijn opbouw naar de voorjaarsklassiekers, maar was zijn wegseizoen van nu dan zo veel gunstiger? Je mag niet vergeten dat het weer een lange en drukke zomer voor hen was, met én de Olympische Spelen én de Tour de France. In dat opzicht denk ik dat ze het allebei ook wel verdienen om rust te pakken. En uiteindelijk zullen ze allicht ook een beetje hetzelfde doen qua programma.”
Welke periode is één ding, maar hoeveel crossen zouden de twee meepikken? Van der Poel ging de vorige winter bijvoorbeeld nog voor de volle veertien. “Idealiter worden het er vijf à zeven. Dat kan sowieso geen kwaad als je aan de weg denkt, want ze zijn in die periode sowieso hard aan het trainen”, zegt De Clercq. “Dat uurtje crossen in het weekend, kan er dan wel bij. Zeker als het er zo weinig zijn. Eigenlijk moeten we ook eerlijk zijn: voor die mannen telt er nog maar één cross en dat is het WK. Zeker voor Van der Poel. Dat record ligt te dichtbij en dat is het enige wat voor hem nog te behalen valt in deze sport.”
Al ziet zandspecialist Albert nog één ander punt. “Ze komen allebei uit de cross, dat is hun verleden en de basis van hun carrière geweest. De cross is ook een fijne, familiale sport om in te zitten. In dat opzicht denk ik dat ze nog graag crossen. En dat ze toch elke winter weer even dat gevoel willen opsnuiven.”
Om te reageren moet je ingelogd zijn.