Woensdag was een dag met twee gezichten voor Arthur van Dongen. Als ploegleider van het Nederlandse team in de Tour de l’Avenir kreeg hij met de opgave van Mathieu van der Poel een tegenslag te verwerken, maar tegelijkertijd was er mooi nieuws op persoonlijk vlak: aankomend seizoen versterkt Van Dongen de technische staf van Giant-Alpecin. “Ik heb het de renners zo ook verteld: jullie hebben de ambitie om door te groeien naar de profs, maar ik óók”, vertelt hij tegen WielerFlits.

Van Dongen gaat voornamelijk jong talent begeleiden
“Het geeft me echt een heel goed gevoel”, gaat hij verder. “De overstap naar een team uit de WorldTour gaat nu dan echt gebeuren, ook nog eens bij een ploeg als Giant-Alpecin. Zij hebben mij een poosje geleden benaderd, waarna er gesprekken hebben plaatsgevonden. Daarna is dit uit de bus gerold, al was dat niet binnen de kortste keren rond. Daar gaan echt wel een paar weken overheen, ook al kennen we elkaar wat langer.”

De overstap naar Giant-Alpecin is echter met gemengde gevoelens. “Ik laat met het Rabobank Development Team namelijk ook een hele mooie ploeg achter me. En dat doe ik niet zomaar. Daarnaast gaat Giant natuurlijk ook niet over één nacht ijs, die willen in de verschillende gesprekken ook heel goed hun visie en werkwijze kenbaar maken. Dat doe je niet met één korte afspraak. Maar je komt op een gegeven moment natuurlijk wel dichter naar elkaar toe en gaat de spreekwoordelijke kogel door de kerk, om het zo maar te noemen.”

“Wat ik kan toevoegen aan de ploeg? Ik denk dat Giant-Alpecin als ploeg al hartstikke goed draait. Talenten oppikken om die vervolgens verder te begeleiden en ontwikkelen, draagt het team hoog in het vaandel. Voor dat plan hebben ze mij met name aangetrokken, omdat ik daar, weliswaar op een niveautje lager, affiniteit mee heb. Jonge renners hebben vaak behoefte aan veel communicatie, rust en zelfvertrouwen. Ik denk dat dit zaken zijn die ik hen kan bijbrengen en kan bewaken. Daarnaast ben ik een wielerdier en dat is niet alleen vanuit de theoriekant bekeken. Gezien het feit dat ik al 23 jaar ploegleider ben, neem ik ook een stukje praktijkervaring en hopelijk kwaliteit mee”, denkt Van Dongen.

Speciale vertrouwensband met Sam Oomen
Oud-leden van de opleidingsploeg bewaren warme herinneringen aan Van Dongen en ook bij zijn huidige ploeg lopen de renners met hem weg. Zo ook Sam Oomen. De Tilburger zei afgelopen weekend in het Weekendinterview nog dat hij eerst met Van Dongen om tafel wil om over zijn toekomst te praten, voordat hij zijn keuze maakt. Nu zijn ploegleider bij een andere formatie aan het werk gaat, zou de context van dit gesprek plots niet meer zo onafhankelijk kunnen zijn.

“Ik werk nu bijna twee jaar samen met Sam”, legt Van Dongen uit. “Ik zal hem blijven adviseren op de manier die ik altijd gehanteerd heb. Ik kan de ontstane situatie heel goed scheiden, maar Sam ook. Bovendien neem ik niet een beslissing over waar Sam Oomen gaat rijden, want dat doet hij zelf. De eerste gesprekken met Sam over zijn toekomstige overstap heb ik al ver voordat de Giant-deal rond was gevoerd. Daarbij is een duidelijke afspraak gemaakt dat we ná de Tour de l’Avenir daar verder over gaan nadenken.” Volgens Van Dongen heeft Oomen aanbiedingen liggen van zes ploegen, maar moet er eerst een antwoord komen op de vraag wánneer Oomen prof wordt. Pas daarna komt de keuze voor een eventuele ploeg naar voren.

Toch ligt het voor de hand dat een ploegleider zo’n groot talent als Sam Oomen graag in het team opneemt. “Het is een steengoede renner, alleen dat weten heel erg veel andere ploegleiders ook. Maar nogmaals, die beslissing ligt volledig bij Sam zelf. Daarnaast ga ik ook niet over de samenstelling van volgend seizoen bij Giant-Alpecin. Ik ben nu nog ploegleider bij Rabobank. Daar word ik netjes door betaald, daar handel en werk ik naar. Dat geldt niet alleen in het geval van Sam Oomen, maar ook bijvoorbeeld voor Antwan Tolhoek (stagiair bij Tinkoff-Saxo, red.) of welke andere jongens dan ook.”

Vooruitlopend op het gesprek met Oomen, raadt Van Dongen hem aan voor zijn gevoel te kiezen. “Dat is namelijk het allervoornaamste. Dat moet een ploeg zijn waar hij zich op een rustige manier verder kan ontwikkelen, qua wedstrijdprogramma en al dat soort zaken. Ik ken Sam en denk dat zijn gevoel de doorslag zal geven. Daar kan alleen hij maar over beslissen, voelen en bepalen als zodanig. Daarom zou ik een ploeg ook nooit op voorhand afraden.”

Van Dongen gaat verder: “We praten namelijk over de voornaamste zaken. In mijn optiek zijn dat de duur van het contract en welk plan een ploeg heeft die met hem om tafel zit. Daarbij kijken we ook naar het verleden van de teams, hoe ze wel of niet met die plannen om zijn gegaan. Een mooi verhaal vertellen doen er heel veel. Maar als een renner daar dan eenmaal rijdt, pakt dat vaak anders uit. Dat is niet bij alle ploegen zo, maar wel bij een aantal.”

Toekomst Rabobank op losse schroeven?
Naar eigen zeggen verlaat Van Dongen met Rabobank een mooie ploeg. Het contract van de KNWU met de bank loopt nog tot het einde van 2016, maar daarna staat er een groot vraagteken. “Ik laat het team met een goed gevoel achter. Ik heb vertrouwen in de mensen die erbij betrokken blijven en dat zij de ploeg op een goede manier kunnen voortzetten. Hoe de toekomst er na 2016 uit gaat zien, is nog niet bekend. Dat geldt ook voor de damestak. De mensen die daarover gaan, moeten dat beslissen. Het is afhankelijk van een aantal factoren, waaronder de plannen van de KNWU. Daar heeft mijn stap echter niets mee van doen. Deze ambitie heb ik al jaren en toen deze kans voorbij kwam, wilde ik die graag pakken.”