Allesandro Ballan heeft het wereldkampioenschap wielrennen gewonnen. De Italiaan reed in de slotfase van een zeer spannende wedstrijd weg uit een kopgroep en werd niet meer bijgehaald. Cunego behaalde het zilver, Breschel het brons. Beste Nederlander was Robert Gesink. Hij eindigde op een zeer knappe tiende plek.

Er reden drie renners in de tweede ronde weg. Dat waren Poos (Luxemburg), Choezjda (Oekraïne) en Ochoa (Venezuela). De drie kregen een monsterachtige voorsprong van bijna 18 minuten, maar toen vond het peloton het welletjes. De Italianen begonnen om het gat te dichten en toen het peloton eenmaal op gang kwam, was de voorsprong van de koplopers zo weg. Op 55 kilometer van de streep was Choezjda de laatste van de drie renners die werd teruggepakt.

Daarna begon de koers langzamerhand echt. Ballan plaatste een demarrage en kreeg onder andere Kolobnev, Valverde, Bettini en Cunego mee. 10 kilometer later werd die groep alweer teruggepakt door het peloton. Daarna volgenden er heel veel aanvallen uit alle hoeken, vooral de Italianen waren heel actief.

Toen er nog 21 kilometer te rijden was, ontstond er een kopgroep met Wegmann, Ballan, Breschel, Rodriguez, Van Avermaet en Ljunqvist. Toen dit groepje een voorsprong had van ongeveer 15 seconden, besloot onze landgenoot Robert Gesink de oversteek van een achtervolgende groep naar de kopgroep te maken. Achter Gesink kwamen Rebellin en Cunego. De Italianen in de kopgroep besloten om voor Rebbelin te gaan rijden.

Er bleven een boel renners in het wiel van Bettini hangen. Onder andere Valverde, Kroon en Zabel namen deze gok. Deze groep werd al in een handvol kilometers op 50 seconden gereden.

Toen gaf Bettini de hoop op zijn derde wereldtitel op. De Italiaan ging iedereen in zijn groepje bedanken en in de kopgroep trok Ballan door. Toen de laatste klim van de dag werd beklommen, viel de kopgroep helemaal stil waardoor er nog drie renners konden aansluiten. Toen dat was gebeurd, kwam het tempo weer in de groep. Rebbelin vond het welletjes en besloot te demarreren. Ballan kon hem makkelijk volgend en ging over zijn landgenoot Rebbelin heen. Rodriguez was de enigste Spanjaard in de kopgroep, waardoor hij elke aanval moest parreren.

Zes renners wisten een gat te slaan met de andere renners in de kopgroep. Pfanberger besloot te demmareren en Rebbelin zelf moest achter hem aan rijden. Het achtervolgende groepje bleef op een tiental meters rijden. Aanval na aanval volgde. De enigste aanval die er een beetje op leek, was er een van Allesandro Ballan. Hij sloeg al snel een groot gat met de andere renners.

Op één kilometer van de streep had hij een kleine voorsprong. De achtervolgende groep probeerde hem in alle macht bij te halen, maar het lukte niet. Ballan liep alleen nog maar uit en werd niet meer teruggepakt.