Mikkel Honoré en Cerny bezorgen Deceuninck-Quick-Step 1-2’tje in Baskenland
Mikkel Frølich Honoré heeft de vijfde etappe van de Ronde van het Baskenland achter zijn naam gezet. In Ondarroa bezorgde de Deen samen met ploegmaat Josef Černy Deceuninck-Quick-Step een een-tweetje, nadat zij samen waren overgebleven vanuit de vroege vlucht.
Op de vijfde dag koerste het peloton van Hondarribia, waar Ion Izagirre gisteren als eerste over de streep kwam, naar het havenplaatsje Ondarroa. Ook in 1982 kwam de Ronde van het Baskenland hier aan en was Eddy Planckaert de snelste sprinter van een eerste peloton. Na tachtig kilometer kwam het parcours al een eerste keer door de finishplaats, waarna nog een grote omloop met de beklimmingen van Mendexa, Gontzagaraigana en Urkaregi volgde. Vanaf de top van die laatste klim was het nog een kleine dertig kilometer, over tricky wegen, naar de meet. Benoît Cosnefroy en Víctor De la Parte waren er door knieproblemen niet meer bij.
Ide Schelling in de vroege vlucht
Om half twee werd het startsein gegeven en het duurde niet lang vooraleer de vroege vlucht werd gevormd. Twee renners van Deceuninck-Quick-Step, Josef Černy en Mikkel Honoré, sloegen de handen ineen met Ide Schelling, Julien Bernard en Andrey Amador. Na een knappe achtervolging haakte ook de jonge Andreas Leknessund zijn wagonnetje aan. Voor gele trui Brandon McNulty vormde de kopgroep geen gevaar; Bernard was op de 75e plaats, op ruim 25 minuten, het best geklasseerd van de zes aanvallers. Toch kregen zij niet veel voorsprong, want het peloton hield de ontsnapping steeds binnen de twee à tweeënhalve minuut.
Voor verschillende ploegen die nog met lege handen stonden, was dit de laatste kans op succes. Morgen is het normaal aan de klassementsrenners en de klimmers als de aankomst na een korte, maar explosieve etappe op de berg Arrate van eerste categorie ligt. Het waren met name Team BikeExchange, EF Education-Nippo, Israel Start-Up Nation, Caja Rural en ’thuisploeg’ Euskaltel die een mannetje lieten meehelpen op kop van het peloton. Op den duur ging ook Astana zich met de achtervolging bemoeien. In aanloop naar de Gontzagaraigana, na 115 kilometer, begon het verschil terug te lopen tot onder de twee minuten.
Op de Urkaregi, de laatste beklimming, moest Leknessund zijn medevluchters al snel laten gaan, terwijl het peloton bergop opschakelde. In het tweede deel van de vijf kilometer lange loper losten ook Schelling en Amador vooraan, waarna Bernard met de ploegmakkers Černy en Honoré verder reed. Vanuit het peloton probeerde Jesús Herrada net voor de top aan te vallen, maar de Spaanse renner kwam niet ver. Alex Aranburu en Omar Fraile hadden meer succes; het waren niet toevallig de Basken van Astana die zich in de bochtige, verraderlijke afdaling stortten en zo een gat pakten. Toch hadden Bernard, Černy en Honoré na de afdaling nog vijftig seconden voorsprong.
Overgebleven vluchters blijven vooruit
Vanaf dat moment was het nog twintig kilometer tot de streep. Bernard, Černy en Honoré werkten goed samen en hielden een goed tempo aan, ondanks dat ze al vrijwel de hele dag in de aanval reden. Aranburu en Fraile bleven steken op veertig seconden, met het peloton daar nog een stuk achter. Hoe meer kilometers wegtikten, des te beter ging het eruitzien voor de drie overgebleven vluchters. In de laatste tien kilometer stopte Bernard met meedraaien, terwijl Černy het gros van het werk op zich nam. Op een ongecategoriseerd klimmetje in Mutriku, met nog vijf kilometer te gaan, reden Černy en Honoré weg bij Bernard, die de benen niet meer had om te volgen.
Černy en Honoré maakten er in de technische finale in Ondarroa een koppeltijdrit van, waarna Honoré de etappe mocht winnen. Černy maakte met de tweede plaats de feestvreugde voor Deceuninck-Quick-Step compleet. Bernard bleef nog net uit handen van het peloton en werd derde. Daryl Impey won de sprint van de grote groep. In de top van het klassement veranderde niets. Brandon McNulty gaat morgen als leider de slotrit naar Arrate in, met een voorsprong van 23 en 28 seconden op het koppel van Jumbo-Visma, Primož Roglič en Jonas Vingegaard.
Om te reageren moet je ingelogd zijn.