Bauke Mollema grijpt net naast medaille in Tokio: “Heb niets verkeerd gedaan”
Bauke Mollema greep in de wegwedstrijd van de Olympische Spelen in Tokio net naast een medaille. De kopman van de Nederlandse ploeg sprintte mee om het zilver en brons, maar werd vierde. “Ik zat er goed bij, maar had niet veel over na de steile klim. Ik denk niet dat ik iets verkeerd heb gedaan”, is zijn oordeel bij de NOS.
De olympische titel ging naar Richard Carapaz, die in de finale ontsnapte, Brandon McNulty overboord gooide en solo over de streep kwam. Daarachter greep Wout van Aert zilver en Tadej Pogačar brons. “Die andere mannen pakken verdiend de medailles. Ik probeerde nog mee te sprinten, maar tegen Van Aert is dat lastig”, lacht Mollema. “Pogačar zat in zijn wiel en hij probeerde mij wat weg te drukken. Ik wist dat ik de sprint van voren moest beginnen, maar die mannen zijn te snel voor mij.”
“Maar het was een mooie en zware koers”, vat de Nederlander samen. “Het was echt heel zwaar. Het weer, de warmte en de vochtigheid maken het super zwaar. Het was een slijtageslag. De vermogens waren denk ik niet bijzonder hoog op de steile klim, maar iedereen zat à bloc door de hitte. Dat is heel anders dan in Europa gewend zijn. In het midden van de koers merk je al dat je het warm hebt, en dan moet je nog honderd kilometer…”
“Het was ook een gek koersverloop met die kopgroep die twintig minuten krijgt. Daarom was de koers lang gecontroleerd, maar dat vond ik wel fijn”, aldus Mollema. “Ik denk niet dat ik in de sprint iets fout heb gedaan, of dat ik Van Aert en Pogačar had kunnen kloppen.”
Volgende week gaat Mollema met zijn ploeg Trek-Segafredo van start in de Clásica San Sebastián. Die Spaanse klassieker won de Groninger in 2016.
Om te reageren moet je ingelogd zijn.