De Belgische profs kwamen op het WK in Yorkshire van een kale reis thuis. Bondscoach Rik Verbrugghe was eerlijk in zijn evaluatie achteraf. “Toen Mathieu van der Poel demarreerde, zaten we in goede positie. Maar we konden op dat cruciale moment niet mee. Dat is de conclusie.”

“Goed, maar niet goed genoeg.” De bondscoach kon niets anders dan vaststellen wat iedereen had gezien. “Toen Van der Poel en Matteo Trentin demarreerden, zaten we in goede positie. Dylan Teuns reed er net voor in een groepje van vier, maar hij kon jammer genoeg niet aanpikken.”

“We waren vandaag gewoon niet sterk genoeg om met de besten mee te gaan. Op die manier kom je in de verdrukking. Als daarna niemand helpt in de achtervolging, wordt het heel moeilijk om nog iets recht te zetten”, aldus Rik Verbrugghe. “Maar de essentie blijft dat we de benen niet hadden om te reageren op dat ene cruciale moment.”

“Renners wisten wat ze moesten doen”
Het Belgische achttal kon wel een excuus inroepen: mede-kopman Philippe Gilbert viel snel weg door pech. Ook Remco Evenepoel, die zich over zijn ploegmaat ontfermde, moest daardoor op een andere manier aan de bak dan voorzien en verliet zo vroegtijdig de wedstrijd.

“Het plan was om met Remco te openen”, gaat Verbrugghe verder. “Dat viel dus weg. Er was wel een hiërarchie opgesteld. Als iemand wegviel, moesten de anderen iets sneller in actie komen. Iedereen wist wat hij moest doen. Maar we begonnen met twee kopmannen en plots staat die ene er alleen voor.”