Belgische ploegleider wil doorstart maken met Black Spoke: “Maar Kiwi’s vinden wielrennen iets voor watjes”
Interview Het heeft iets enorm zuur. Vier jaar lang bouwde Bolton Equities Black Spoke aan haar weg naar de top, met de missie om zo veel mogelijk Kiwi’s in de WorldTour te krijgen. De ploeg moest daarbij een intermediërende factor vormen tussen het amateur- en hoogste niveau, en jonge renners uit een minder evident wielerland kansen bieden om hun dromen waar te maken. Maar juist nu het project zijn vruchten begint af te werpen – met een eerste WorldTour-deelname in de Cadel Evans Great Ocean Road Race en zelfs overwinningen in de ProSeries – haakt de hoofdsponsor af. Ploegleider Franky Van Haesebroucke is er het hart van in.
“Onze ploeg wordt voor een groot deel gefinancierd door één man. De Nieuw-Zeelandse Marc Coucke, zeg maar”, legt Van Haesebroucke uit. “Die maakt financieel momenteel een heel moeilijke periode mee. De economie draait slecht. Het eerste wat ze dan doen, is hun speeltjes van de hand doen. Pas op, de man heeft wel een sporthart, want hij sponsort ook een American football- en rugbyteam. Maar door de benarde financiële situatie moest hij wel overal een knip in zetten.”
Voor alle duidelijkheid: echt stoppen doet hij niet. Er wordt gewoon een stapje teruggezet, waardoor jullie nu een nieuwe titelsponsor zoeken.
“Hij zegt het zelfs nu al: als zijn financiën er binnen zes maanden beter uitzien, wil hij terug meer budget vrijmaken. Je kan hem dus niets kwalijk nemen. Vier jaar lang heeft hij alles voor ons gedaan en leek er nooit een probleem te zijn. Maar als er geen budget meer is, dan kan je er weinig aan doen. Hij wil verder, maar hij kan het op dit moment niet. De enige fout van het management, is dat we zo afhankelijk waren van één sponsor.”
In welke hoek moeten jullie de nieuwe sponsor gaan zoeken?
“Ik verwacht nog hulp uit de Nieuw-Zeelandse businesswereld. Ons voordeel is dat we garant staan voor heel wat potentiële medailles op de Olympische Spelen. Op het afgelopen WK pakten we er vijf. Als ze in Nieuw-Zeeland te horen krijgen dat die allemaal zouden kunnen wegvallen, verwacht ik wel wat reactie vanuit het land om die potentiële olympische medailles te redden. Er wonen misschien maar vijf miljoen mensen in Nieuw-Zeeland, maar ze hebben wel allemaal een hart voor hun land. Er moet toch meer dan één rijke mens te vinden zijn die ons project financieel wil steunen?”
Europese sponsors zijn geen optie?
“We zijn even met een Belgische sponsor in onderhandeling geweest, ze konden bij ons naamsponsor worden. Uiteindelijk hebben ze bij Lotto Dstny getekend, om daar op de zijkant van de trui te staan. En ik snap hen wel. Het is voor een Europees bedrijf niet zo interessant om Nieuw-Zeelanders uw merk te laten verkopen. Onze funding zal uit Nieuw-Zeeland moeten komen, maar dat is geen koersland. Wielrennen is voor pussies, vinden ze daar. Een coureur is iets om mee te lachen. Zoiets maakt het zeker niet gemakkelijker.”
Hoe realistisch is het dan dat de ploeg kan blijven bestaan?
“We willen de structuur sowieso niet opgeven. Hier hebben we vier jaar aan gebouwd. De logistiek, met een teamhuis, bussen, vrachtwagens, auto’s, dat gooi je niet zomaar weg. De bedoeling is om een doorstart te maken. Althans, daar werken we hard aan en we zijn al met enkele potentiële sponsors in onderhandeling. Als continentale ploeg krijg je iets meer tijd van de UCI. Dus ik hoop écht dat het goed gaat komen. En anders moeten we er misschien een jaar van tussen en blijven we hard werken om vanaf 2025 terug te keren.”
Welke jongens gaan sowieso elders onderdak vinden? James Fouché wint de GP van Cerami, en George Jackson rijgt in Azië de zeges zelfs in de ProSeries aan elkaar.
“We hebben voor niemand een aanbod gehad. Maar ik twijfel of ze al klaar zijn voor een stap hogerop, en ze willen zelf ook graag blijven. Nog geen twee jaar geleden reden ze in Nieuw-Zeeland koersjes met dertig renners van nog geen 100 kilometer. Dat ze nu al meedoen voor de prijzen op Europees niveau getuigt van veel wilskracht en talent. Ze zijn hier zeven maanden samen met jongens die hetzelfde meemaken, ver weg van vrienden en familie. Dat is niet gemakkelijk. Ze steunen elkaar en zo drijven ze elkaar naar een hoog niveau. Zet die gasten alleen bij een WorldTour-team, en het wordt allemaal moeilijker. Daarom zijn er juist ploegen zoals die van ons nodig.”
Om te reageren moet je ingelogd zijn.