Ben O’Connor voor ‘belangrijkste dag van het jaar’: “Ik ben er klaar voor”
Ben O’Connor is de voorlopige nummer vier in de Giro d’Italia, maar de Australiër heeft de tweede plaats nog altijd in het vizier. Het verschil met Geraint Thomas is namelijk slechts 54 seconden. De rit van vandaag, naar Livigno, lijkt voor O’Connor een uitgelezen kans om de aanval te openen op Thomas.
De 222 kilometer lange vijftiende etappe van de Ronde van Italië telt liefst 5.400 hoogtemeters. Met maar liefst vijf gecategoriseerde beklimmingen doet het kijken ernaar het Giro-peloton haast al pijn. In de finale ligt de Foscagno Pass (14,6 km aan 6,5%), maar ondanks de hoogte van 2.291 meter wacht erna nog een korte maar steile klim naar Livigno (Mottolino).
Voor O’Connor is het met andere woorden een cruciale dag. De kopman van Decathlon AG2R blaakt wel van het vertrouwen, nadat hij gisteren een bijzonder sterke tijdrit wist neer te zetten. “Het was waarschijnlijk de beste tijdrit uit mijn carrière. En dat op een parcours wat niet op mijn lijf was geschreven. Ik had echter een heel goede dag”, laat hij weten aan Cycling Pro Net.
“En nu is het tijd voor misschien wel de belangrijkste dag van het jaar”, zo omschrijft O’Connor de rit naar Livigno. “Ik hoop dat iedereen wat vermoeid is na gisteren en de voorbije dagen. Ik ben wel klaar om te koersen. Het is een vroege start en dus zal het wel even duren om erin te komen. Maar na 215 kilometer begint de koers pas echt. Dan moet je er klaar voor zijn.”
O’Connor verwacht tijdsverschillen tussen de klassementsmannen. “Je hoeft niet eens echt te koersen om verschillen te creëren, gezien de vele hoogtemeters en de lengte van de etappe. Er zullen vandaag zeker verschillen ontstaan.”
Om te reageren moet je ingelogd zijn.