Bernal boekt progressie in Romandië, maar: “Heb nog veel werk voor de boeg”
Egan Bernal kende een zeer moeilijk begin van het seizoen, maar in de Ronde van Romandië liet de Colombiaan toch weer enkele klasseflitsen zien. De renner van INEOS Grenadiers eindigde uiteindelijk als achtste in het algemeen klassement. “Ik hoop dat ik deze lijn kan doortrekken”, keek hij met L’Équipe terug op de voorbije dagen.
Na een zeer lange revalidatie en de nodige knieproblemen, lijkt Bernal nu weer helemaal fit en klaar om te schitteren op het hoogste niveau. “Het was een goede week. Het is nu zaak om het dag voor dag te bekijken, en mijn goede gevoel weer terug te vinden. Ik ben wel tevreden over mijn vormpeil. Het zijn kleine stapjes in de goede richting en daar moeten we van zien te profiteren.”
De nog altijd maar 26-jarige Bernal was in de Ronde van Romandië weer competitief, maar koerst zeker nog niet op zijn oude niveau. “Ik heb nog heel veel werk voor de boeg, dat weet ik maar al te goed. Ik ben nog een flink stuk verwijderd van mijn beste vorm, maar daar wil ik weer snel heen.”
“We weten niet hoe ver ik mijn lichaam kan pushen, maar ik ga alles geven. Op die manier kan ik later, als ik gestopt ben met koersen, tegen mezelf zeggen dat ik nergens steken heb laten vallen”, geeft de winnaar van de Tour de France (2019) en de Giro d’Italia (2021) aan in gesprek met de Franse sportkrant.
Volgende koersen
Bernal liet tevens weten dat hij in de Ronde van Hongarije (10-14 mei) normaal gesproken weer een rugnummer zal opspelden. Daarna volgt een deelname aan de Tour of Norway (26-29 mei). In de zomer hoopt Bernal in zijn allerbeste vorm aan de start te verschijnen van de Tour de France.
Om te reageren moet je ingelogd zijn.