Blunder bij Nederlandse WK-selectie: vijf junioren geselecteerd voor vier plekken
Een hard gelag voor de Nederlandse junioren op het WK 2021 in Vlaanderen. Bondscoach Marco van Bon riep begin september vijf renners op voor de wegwedstrijd, die komende vrijdag plaatsvindt. Donderdag bleek echter dat er maar vier Nederlandse junioren mogen starten. Tibor del Grosso is het kind van de rekening.
Van Bon – die dit seizoen na jarenlange dienst Peter Zijerveld opvolgde als bondscoach van de Nederlandse junioren – kondigde op 7 september in een persbericht van de KNWU aan dat Joost Brinkman, Mike Bronswijk, Rindert Buiter, Tibor del Grosso en Lucas Janssen namens Nederland de wegwedstrijd voor junioren zouden rijden. Brinkman en Del Grosso waren beiden ook geselecteerd voor het WK tijdrijden U19.
Vier dagen geleden wees een UCI-official de KNWU er via een mail op dat Nederland het selectiequotum bij de junioren overschreden had. Del Grosso zal nu dus alleen de tijdrit afwerken en niet in actie komen tijdens de wegrit. De 18-jarige Drent was tijdens de wegwedstrijd op het EK twee weken geleden nog de beste Nederlandse junior, op plek veertien. Del Grosso – ook een begenadigd veldrijder – is op de Junior Ranking van FirstCycling ook de beste Nederlander.
Gewijzigde selectiecriteria
De UCI heeft twee maanden geleden omwille van corona een wijziging in de selectiecriteria aangebracht voor het komende WK voor junioren. In dit document valt dat te lezen. Het aantal renners dat een land mag afvaardigen, gaat op basis van de UCI Nation’s Cup U19 Ranking van 31 augustus. Normaal mogen landen op de plekken één tot en met tien een selectie afvaardigen van vijf renners. Nederland staat op die desbetreffende Nation’s Cup-ranking op een achtste plaats.
De UCI heeft dat dus echter gewijzigd. Voor dit WK U19 geldt dat de eerste vijf landen op de ranking vijf renners mogen afvaardigen, voor alle andere landen zijn dat er vier. Normaal was die procedure anders. Plek één tot tien leverde normaliter vijf startplekken op, elf tot vijftien was goed voor vier startplekken, de landen zestien tot 25 kregen drie startplekken toegewezen en alle overige landen mochten met twee junioren starten. Dat is dus dit jaar niet het geval.
Van Bon: “Slechte communicatie vanuit de UCI”
Van die wijziging was de KNWU niet op de hoogte. “Vanuit de UCI is dat heel onduidelijk gecommuniceerd. Ik werd daar donderdag volledig door verrast”, zegt de bondscoach. Die vervolgens de loden last kreeg om een van zijn pupillen slecht nieuws te vertellen. “Dat is eigenlijk niet te doen, een onmogelijke opgave. Maar we mogen echt maar met vier junioren starten en dus moest het gebeuren. Uiteindelijk heb ik daarin een keuze gemaakt.”
Dat werd dus Del Grosso. “Alle vijf de renners hebben het niveau om het WK te rijden”, legt Van Bon uit. “Het is alleen zo dat Tibor ook al het EK heeft gereden. Hij was de enige van alle renners die een dubbelprogramma had en zowel het EK als het WK zou rijden, zowel de weg- als tijdrit. Mijn taak als juniorenbondscoach is ook talentontwikkeling. Een van de zaken die daarin spelen, is het geven van kansen aan renners. Door corona hebben de andere vier minder mogelijkheden gehad dan Tibor.”
Van Bon vindt het echter te ver gaan om te zeggen dat hij daarom nu zijn beste renner slachtoffert. “Ik ben van mening dat ik een andere selectie moet maken dan dat Koos Moerenhout dat bij de profs doet. Daar wil je absoluut het beste team aan het vertrek hebben. Maar omdat talentontwikkeling bij de junioren zo’n belangrijker pijler is, kan het voorkomen dat er een renner op het WK uitkomt die misschien niet de beste is. Al zal ik nooit iemand opstellen die niet op een WK thuishoort.”
“Het principe talentontwikkeling zou ik op een WK normaal gesproken ook niet zo snel zou toepassen”, gaat de bondscoach verder. “Er zijn door corona alleen nu eenmaal heel weinig wedstrijden voor junioren geweest. Daarom is dat iets meer gaan meespelen. Bovendien denk ik dat alle vijf de renners die ik geselecteerd heb, met een uitschieter even ver zouden kunnen komen op dit parcours. Bij iedere andere renner had je ook kunnen vragen: ‘Waarom gooi je nu juist hem eruit?’.”
De broer van oud-renner Léon van Bon wijt de fout dus vooral aan gebrekkige communicatie van de UCI. “Het blijft een moeilijke zaak, het is ontzettend vervelend dat dit überhaupt is gebeurd. Het grootste probleem in deze ligt bij de UCI. Dit is in een nieuwsbrief gebracht met daarin acht kantjes aan reglementen. En dan staan de gewijzigde selectiecriteria er ergens in één regeltje tussen. Het lijkt mij dat je dit soort cruciale informatie toch op een andere manier communiceert.”
Van Bon schroomt niet om de hand ook in eigen boezem te steken. “Als KNWU hadden we daar ook zelf scherper op moeten zijn. Het is nu een nare samenloop van omstandigheden, maar het vervelendste is het voor Tibor. Hij kan nu niet starten.”
Om te reageren moet je ingelogd zijn.