Jetse Bol werd na afloop van de achttiende etappe op het podium gehuldigd als meest strijdlustigste renner van de dag. Mooi, maar de Noord-Hollander denkt daar anders over. Voor de camera van In Het Wiel druipt de teleurstelling van zijn gezicht. Bol was de enige van drie vroege vluchters die niet meesprintte om de zege. “Een klote dag”, stelt hij vast.

De renner van Burgos-BH was samen op pad met latere ritwinnaars Jelle Wallays en Sven Erik Bystrøm uit Noorwegen. Op voorhand wist Bol dat er kansen voor de vluchters waren. “Je probeert het zo slim mogelijk te spelen. En dat is twee van de drie gelukt”, is hij hard voor zichzelf. “Het moet nog eventjes bezinken. Of een contract voor volgend jaar door mijn hoofd gaat? Er gaat van alles door mijn hoofd. Maar dat kun je niet meer veranderen”, zucht de Noord-Hollander.

Uiteindelijk moest onze 29-jarige landgenoot op zeven kilometer voor het einde passen na een versnelling van Wallays. Bol gaf aan veel hinder te ondervinden van een steek in zijn zij, die hij tijdens de etappe kreeg. “Door een wesp, of iets. Daardoor had ik veel pijn. Ik ben nog naar de dokter geweest, maar die kon er niets aan doen.”