Cecilie Uttrup Ludwig focust op klassiekers, Giro Rosa en Olympische Spelen
Cecilie Uttrup Ludwig gaat viraal met haar interviews, die allesbehalve doorsnee te noemen zijn. Maar de interviews die helemaal door het dak gaan (La Course 2018, Ronde van Vlaanderen 2019) hebben altijd een ding gemeen: er is een goede prestatie aan vooraf gegaan. Want de expressieve Deense kan bovenal heel hard fietsen. Vanzelfsprekend hoopt ze dat in 2020 opnieuw te kunnen laten zien. Met name tijdens de voorjaarsklassiekers, de Giro Rosa en de Olympische Spelen, zo zegt ze in gesprek met Cyclingnews.
Uttrp Ludwig werd niet alleen derde in Vlaanderens Mooiste, ook in grote WorldTour-koersen als La Course en de Trofeo Alfredo Binda sleepte ze de laagste podiumplek in de wacht. Daarnaast won ze de Grote Prijs van Plumelec en in veel andere koersen reeg ze de ereklasseringen aaneen. “De voorjaarsklassiekers waren natuurlijk het hoogtepunt van mijn seizoen”, steekt ze van wal. “Ook La Course, met heel veel fans langs de kant van de weg, was een hoogtepunt.”
Uttrup Ludwig zal komend jaar niet meer in het tenue van Bigla, maar in dat van FDJ-Nouvelle Aquitaine-Futuroscope koersen. “Het was het juiste moment voor mij om van omgeving te veranderen. Ik denk dat FDJ een goed team voor me is. Het is een heel ambitieuze ploeg, de sponsoren zijn toegewijd en de ploeg heeft een aanvraag voor een WorldTeam-licentie ingediend.”
De 24-jarige zal er samen met de Noorse Stine Borgli en de Zweedse Emilia Fahlin een sterk Scandinavisch blok vormen. “We zullen een sterke ploeg zijn in heuvelachtige koersen en ik ben heel enthousiast om er onderdeel van uit te maken. Ze hebben vertrouwen in mij en ik denk ik dat vaak als leidster zal worden uitgespeeld. Ik moet nog wel aan mijn Frans werken. Dat is nog niet goed en dat is dan ook mijn doel buiten het seizoen.”
Op sportief vlak hoopt ze komend seizoen vooral nog meer aansluiting te vinden bij de dominante Nederlandse vrouwen. “Jaar na jaar kom ik dichterbij. Ik heb nog dat beetje extra nodig om voor een grote overwinning te gaan, dat zou heel mooi zijn. Misschien niet volgend seizoen of het jaar daarna, maar ooit wil ik ze verslaan. Ik moet wel nog aan veel dingen werken, van tijdrijden tot aan beter in vorm komen.”
In navolging van onder meer Annemiek van Vleuten noemt de altijd uitgesproken Deense renster het tevens jammer dat La Course volgend jaar teruggaat naar de Champs-Élysées in Parijs. “Ik weet niet zeker hoe dit laat zien hoe leuk het vrouwenwielrennen kan zijn. Het zou gaaf zijn om een etappekoers te hebben, met een vlakke rit, een bergetappe en een tijdrit.”
Om te reageren moet je ingelogd zijn.