Cees Bol keert in Nokere terug naar plaats van doorbraak: “Besef nu dat ik de topsnelheid mis”
Interview Cees Bol komt woensdag voor het eerst sinds 2019 aan de start van Danilith Nokere Koerse. Dat is de wedstrijd waar hij destijds zijn allereerste profzege boekte, toen ook in zijn eerste voorjaar als prof bij Team Sunweb. Zeven jaar later is Bol misschien een andere renner geworden dan hij toen had verwacht, maar de 29-jarige sprinter van XDS Astana acht zichzelf daarom niet kansloos.
De sprint verliep destijds nog na een gevaarlijke afdaling richting de kasseien van Nokereberg. “Ik was toen gezegend met een fantastische lead-out, waardoor ik de afdaling helemaal voorin heb afgewerkt. Tijdens de koers zelf heb ik niets van het gevaar meegekregen en heb ik gewoon kunnen mee sprinten. Pas later zag ik dat ook in die editie in 2019 een grote valpartij gebeurd was rond de twintigste plek. Een van mijn ploegmaten die me fantastisch geholpen had lag daarbij. Dat was toch een domper.”
Bol kon zo vanuit een ideale positie aan de machtssprint beginnen. Uiteindelijk ging hij toen Pascal Ackermann en een piepjonge Jasper Philipsen vooraf. “Het leuke aan die aankomst was dat, als je in een goede positie kwam en de snelheid goed meenam, je bijna zeker kon zijn van een goede uitslag. Maar van de voet tot de top was het wel twintig tot dertig seconden sprinten. Wie daar het minste snelheid verloor, mocht zich vaak winnaar noemen.”
-
Lees ook Verhindert nieuwe aankomst in Nokere Koerse eindelijk de valpartijen? Dit denken de renners
Topsnelheid
Met ook zeges in de Ronde van Californië en de Arctic Race of Norway profileerde Bol zich destijds naast Dylan Groenewegen en Fabio Jakobsen als de nieuwe snelle man van Nederland, maar ondanks een ritzege in Parijs-Nice in 2021 en de dichtste ereplaats in de Tour de France van 2020, kon hij zich nooit helemaal als topsprinter doorzetten in zijn vier jaar bij Sunweb. Bij de troepen van Astana nam hij dan maar plaats in de trein van Mark Cavendish, om vanaf dit seizoen weer wat kansen voor zichzelf te krijgen.

Bol was de beste op Nokereberg in 2019 – foto: Cor Vos
“Ik ga wel wat sprintkansen beginnen aangrijpen”, zegt Bol, die ook realistisch is. “Zeker op aankomsten die me goed liggen, daar wil ik het heel graag nog eens proberen. Anderzijds, ik ben ook alweer bijna 30 en ik heb beseft dat ik niet zomaar meer een andere renner ga worden. De echte pure topsnelheid kom ik misschien te kort, maar daar is het programma wel op aangepast. Ik zal zeker de sprintkansen krijgen, maar ik ga geen regulier sprintersprogramma meer rijden. Dat is niet wat mij het beste ligt, denk ik.”
Klaargestoomd in Parijs-Nice
Daarbij krijgt Bol wel de steun van een gloednieuwe lead out van wereldklasse bij XDS Astana. “Ik ga dit seizoen nog veel samen met Mike Teunissen rijden en dat is natuurlijk een echte topper. Een heel leuke gast ook. Hij is er helaas de komende koersen niet bij, omdat hij Milaan-San Remo doet. En in de sprints in Parijs-Nice verliep het nog niet vlekkeloos op tactisch vlak. Maar we gaan samen nog wel verbeteren.”
Nokere Koerse zou desondanks een mooie kans kunnen zijn. Al kiest men daar nu voor een nieuwe, oplopende aankomststrook aan de andere kant van Nokereberg op asfalt. “Ik kom er pas voor het eerst terug, maar ik heb er wel zin in. Het zal nog moeten blijken of deze aankomst me ook ligt. Het is voor mij altijd beter als het meer op de power is en iets minder op de pure snelheid.”
“Het gaat in ieder geval goed met mij. Ik ben speciaal voor deze koersen iets eerder naar huis gegaan in Parijs-Nice. De laatste twee bergritten heb ik overgeslagen om nog een beetje uit te kunnen rusten. Dat geeft vertrouwen naar Nokere, de GP van Denain en Bredene Koksijde Classic, maar ook later naar de klassiekers in het Vlaamse voorjaar. Ik denk zeker dat ik het niveau heb om mee te sprinten voor de overwinning op een dag dat mij goed ligt.”
Om te reageren moet je ingelogd zijn.