CEO Deceuninck ‘beetje ontgoocheld’ in Lefevere: “Hij vergeet dat wij hem gered hebben”
Francis Van Eeckhout, CEO van Deceuninck, legt in gesprek met Het Nieuwsblad uit waarom het bedrijf heeft gekozen voor een vierjarige samenwerking met Alpecin-Fenix. Een opvallende stap, aangezien Deceuninck de voorbije drie seizoenen nog hoofdsponsor was van de WorldTour-ploeg van Patrick Lefevere.
Deceuninck maakte eerder dit jaar bekend te stoppen als hoofdsponsor van de Quick-Step-ploeg. Van Eeckhout en Lefevere leven zeker niet op gespannen voet en de CEO van Deceuninck kijkt met plezier terug op de voorbije periode. “Jullie van de pers smullen daarvan”, doelt Van Eeckhout op de ongezouten meningen van Lefevere. “Het is niet altijd makkelijk met hem, maar Patrick heeft zeker een goed hart.”
Lefevere liet deze week al weten Deceuninck niks kwalijk te nemen. “Wij hebben – vanuit onze kant – de samenwerking niet willen verlengen. We waren bezig met een project voor vijf jaar. Deceuninck is destijds op een gunstig moment gekomen, net toen we het moeilijk hadden. Ze waren een helpende hand, maar ze hebben er veel voor teruggekregen. Maar ze wilden nu niet tekenen voor vijf jaar.”
Redder in nood
Van Eeckhout ziet dit toch anders. “Toen we instapten bij Quick-Step kon dat niet, voorzichtig beginnen. Het was of hoofdsponsor worden of gedaan met de ploeg. Niet vergeten dat bepaalde renners toen al hun opzeg hadden gekregen. Daarin ben ik wel een beetje ontgoocheld in Patrick: hij zegt dat wij goeie jaren hebben gehad als sponsor, maar hij vergeet erbij te zeggen dat wij hem gered hebben. Ik ben ontgoocheld dat hij dat zo snel vergeet nu hij succes heeft met Evenepoel, Alaphilippe, Asgreen en co. Bon, dat is het leven.”
Deceuninck richt zich nu volledig op de (nieuwe) samenwerking met Alpecin-Fenix, de ploeg van de gebroeders Philip en Christoph Roodhooft. Het feit dat Alpecin-Fenix een eigen vrouwenploeg heeft, Plantur-Pura, is zeer belangrijk voor de nieuwe co-sponsor. “We zijn gecharmeerd door het plan van de broers Roodhooft. We willen als modern bedrijf mee in het dameswielrennen. Persoonlijk vind ik dat mooier, galanter dan de koers bij de mannen. We hebben dat besproken bij Quick-Step, maar Patrick is Patrick”, lacht Van Eeckhout.
‘De factor Van der Poel’
Ook belangrijk: Alpecin-Fenix legt zich momenteel nog vooral toe op het eendagswerk. “Terwijl Patrick per se een grote ronde wil winnen, wat een dure zaak is. Het budget van de ploegen die daarop mikken, bedraagt twintig miljoen meer dan dat van de ploegen die dat niet doen. Zonder garanties.” En dan is er ook nog de factor Mathieu van der Poel. Van Eeckhout: “Ik heb hem leren kennen als een modeste, nuchtere jongeman. Hij is populair in Nederland, België én Frankrijk. Drie belangrijke landen voor ons. Die combinatie hebben niet veel renners.”
Deceuninck hecht ook veel waarde aan het veldrijden. “Veldrijden is geen wereldsport, maar het zorgt er wel voor dat je twaalf maanden kan supporteren voor een renner. Nu blijven we van september tot februari op onze honger zitten, terwijl het belangrijk is dat de naam van het bedrijf ook in die periode af en toe in het hoofd van de mensen wordt geprent. Veldrijden kan daarvoor zorgen.”
Om te reageren moet je ingelogd zijn.