Chris Hoy: “Ik droom dat baanrenners hetzelfde verdienen als wegrenners”
Interview Chris Hoy is als ambassadeur van de Track Champions League nog steeds betrokken bij het baanwielrennen. In een gesprek met WielerFlits vertelde hij over zijn rol als ambassadeur, maar ook over de huidige ster van het baanwielrennen, Harrie Lavreysen. “Hij is echt een exceptionele renner, hij overstijgt generaties.”
Hoy beëindigde zijn carrière als baanwielrenner ongeveer tien jaar geleden. Voor wie een opfrisser nodig heeft: Sir Chris Hoy won maar liefst elf keer goud op een wereldkampioenschap, acht keer zilver en zes keer brons. Daarnaast werd hij ook zes keer Olympisch kampioen en won hij ook nog eens een zilveren medaille op de Olympische Spelen.
Na zijn carrière is Hoy actief gebleven in de sport. Zo is hij vaak te zien op de Britse televisie als het over het baanwielrennen gaat. Daarnaast is hij ook ambassadeur van de UCI Track Champions League, een relatief nieuw event in het baanwielrennen. Afgelopen zaterdag kwam er op WielerFlits nog een overzicht over het concept van die Track Champions League.
Het concept van de Track Champions League lijkt me heel verfrissend voor de sport.
“Ja, het is iets wat de sport al heel lang nodig had. Ik ben heel blij dat ik er deel van kan uitmaken. Mijn rol is om advies te geven over hoe de manches er zullen uitzien. Ik heb er bijvoorbeeld voor gepleit om de manches te condenseren in twee à drie uur racen. Het was niet makkelijk om een balans daarin te vinden; enerzijds moeten de atleten op hun hoogste niveau presteren, maar het moet ook spannend zijn voor het publiek.
De Track Champions League is niet gewoon spektakel, het is ook echt performance op het allerhoogste niveau. We presenteren de wedstrijden op een manier dat het publiek het echt kan begrijpen. Dat is niet altijd het geval bij het baanwielrennen. Sommige events, zoals bijvoorbeeld de ploegkoers, zijn ontzettend moeilijk te volgen. Wij hebben ervoor gekozen onderdelen te kiezen die iedereen kan begrijpen, zelfs als je baanwielrennen nog niet kent.”
Is dat het unieke aan de Track Champions League? Op welke manier kan het zich onderscheiden van andere wedstrijden?
“De samengepakte manier van racen. Er wordt echt alleen gereden om de prijzen, elke wedstrijd is een soort finale. Het is op die manier een fantastisch spektakel, voor de fans is het een unieke ervaring. Het publiek kan ook de atleten beter leren kennen, daar zetten we op in. Uiteindelijk draait het daar echt om, de mensen. Sport draait om atleten. Dat is het belangrijkste, we willen het menselijke element van de sport tonen.
We hebben ook voor een mooie pot prijzengeld gezorgd, dat is ook niet altijd het geval in het baanwielrennen. Het draait echt om de atleten, die het ook geweldig vinden en dit graag willen doen. Ze willen hun sport aan een breder publiek tonen. Het baanwielrennen is superpopulair tijdens de Olympische Spelen, maar daarna zakt het helemaal weg. Als we de fans kunnen blijven boeien doorheen het hele seizoen met interessante wedstrijden zoals dit, zal de sport steeds interessanter en populairder worden.”
Het lijkt me voor de atleten toch niet vanzelfsprekend om aan het einde van het seizoen zich nog eens op te laden voor een event van zes weken?
“Dat zou een probleem kunnen zijn, maar als de Track Champions League meteen na het WK is, kunnen ze hun vorm ook doortrekken. Dat is ook nu het geval, de timing van het event zit goed. De meeste atleten kunnen hun vorm doortrekken en willen dat ook. Het vergt discipline, maar het is zeker haalbaar. Daarnaast duren de manches zelf niet lang, waardoor je nooit ergens lang moet zijn. Je hebt met andere woorden in handen waar je verblijft en hoe je reist. Dat is belangrijk.”
Het baanwielrennen kent momenteel niet veel échte sterren. Je hebt Harrie Lavreysen, die kent iedereen, maar daarnaast zijn het vaak renners als Filippo Ganna en Elia Vivani, die voornamelijk wegrenner zijn. Zou dit event kunnen helpen in het creëren van echte boegbeelden voor de sport?
“Ja, 100%. Money talks, ook. Mijn droom is dat in tien à vijftien jaar je als een wereldtopper in het baanwielrennen hetzelfde kan verdienen als een wegwielrenner. Er is genoeg interesse vanuit alle opzichten en ook de sponsors vinden stilaan hun weg naar de sport.
De sprinters hebben het misschien iets makkelijker in de sport. De renners die zich richten op de nummers waar uithouding een rol speelt, zoals het Omnium, hebben het moeilijker. Zij rijden vaak tot hun 23ste op de baan, maar worden dan opgepikt door wegteams. Dat is dan hun manier van geld verdienen in de sport. Ze komen dan wel nog terug op de baan tijdens de kampioenschappen, maar alleen dan. Het zou mooi zijn als zij ook altijd op de baan zouden kunnen rijden en hun focus daarop zouden kunnen leggen, als ze dat willen natuurlijk.”
Het is momenteel ongeveer tien jaar geleden dat jij je carrière beëindigde. Het moet jammer zijn dat dit event er toen nog niet was.
“Absoluut. Dit is echt waar ik zo veel jaren naar aan het vragen was. Het is heel jammer dat het er in mijn carrière niet was, maar ik ben vooral blij dat het er nu eindelijk is. Ik kan er ook een klein deeltje van uitmaken, dat maakt het extra leuk.
Het is mooi om je carrière te beëindigen zonder enige negatieve gevoelens. Sommigen zijn bitter na hun carrière, maar dat voel ik totaal niet. Het is mooi om nog deel te kunnen uitmaken van deze sport.”
Het baanwielrennen wordt momenteel voor een deel gedomineerd door Harrie Lavreysen. Hij lijkt me een zeer belangrijke figuur voor de sport.
“Harrie is een echt fenomeen. Er zijn veel kampioenen geweest, elke generatie heeft zijn kampioenen gehad. Maar dan heb je Harrie, hij is echt anders. Toen ik begon met baanwielrennen waren er grote kampioenen, maar zij toonden allemaal af en toe enkele signalen van zwakte. Ze waren allemaal te verslaan. Harrie is dat niet. Hij overstijgt generaties, hij lijkt niet te kloppen. Het maakt niet uit welke wedstrijd het is, hij is altijd in orde en wint altijd. Die consistentie is echt ongelooflijk.
Ik weet hoe moeilijk het is als je veel begint te winnen. Iedereen kijkt naar je en probeert te kopiëren wat je doet. Het wordt steeds moeilijker om te winnen. Harrie lijkt daar geen last van te hebben, hij wordt alleen maar beter. Dit jaar dacht ik dat hij misschien af en toe ging verslagen worden, maar hij blijft gewoon winnen. We waren allemaal heel benieuwd naar de WK-finale tegen Matthew Richardson, maar Harrie zorgde ervoor dat Matthew een ‘gewone’ renner leek. He absolutely steamrolled him. Harrie is gewoon echt een exceptionele atleet. En hij is nog maar 25 jaar oud!”
Jij won elf wereldtitels in je carrière, Harrie heeft er nu ook al elf. Vind je het jammer dat hij je zal inhalen?
“Ik was 34 jaar oud toen ik mijn elfde WK-titel won. Harrie is er nu nog maar 25 jaar. Dat is mind-blowing. Ik vind het niet per se jammer, records zijn er om gebroken te worden. Het belangrijkste vind ik de medailles. Medailles brengen de herinneringen terug en geven je echt iets om te koesteren, je kan ze vastpakken. Dat hebben records niet.
Het zou heel interessant zijn om samen met Harrie te hebben gereden, ik zou het wel leuk vinden om tegen hem te strijden. Dat zou echt mooi zijn. Alhoewel, misschien ook niet”, sloot Hoy af met een knipoog.
Afgelopen vrijdag kwam er op WielerFlits al een interview online met Harrie Lavreysen, die we konden spreken naar aanleiding van een mediadag van Eurosport en discovery+. Het interview kan je hier terugvinden. Deze week komt nog een interview online met François Ribeiro, een van de oprichters van de Track Champions League.
Om te reageren moet je ingelogd zijn.