Video Alpecin-Deceuninck heeft vandaag ook het tweede monument van 2024 toegevoegd aan het palmares van de ploeg. Jasper Philipsen in Milaan-San Remo, Mathieu van der Poel in de Ronde van Vlaanderen. Voor Christoph Roodhooft heeft Vlaanderens Mooiste laten zien dat de ploeg in de breedte absoluut sterk genoeg is voor de zware klassiekers. “Wij hebben geen steek laten vallen”, aldus Roodhooft voor de camera van WielerFlits. 

Ook in de finale was ploegbaas Christoph Roodhooft nog niet zeker van de winst. Hij hield altijd een slag om de arm. “De voorsprong was groot, maar met die natte wegen blijf je uitgaan van een slecht scenario. Het was een hele zware wedstrijd ook. Je weet nooit of er krampen of een inzinking kunnen opduiken. We proberen alert te blijven tot het einde.”

Toch wist Mathieu van der Poel het af te maken. Al was voor ploegbaas dit niet alleen een sterke prestatie van zijn kopman. “Van tevoren hebben we uitvoerig besproken hoe de andere ploegen het gingen doen. Daar hebben we ons eigen idee van gevormd. Als ploeg hebben we geen enkele steek laten vallen. We hebben in Vlaanderen een batterij aan analisten en columnisten. Op den duur wordt het voor hen lastig om origineel uit de hoek te komen. Jammer dat onze ploeg zoveel vraagtekens krijgt. De koers heeft bewezen dat we zeker sterk genoeg waren.”

Net als tijdens de koers, durft Roodhooft ook niet al te ver vooruit te blikken als het gaat om de carrière van de wereldkampioen. “Als hij de meeste zeges heeft in de Ronde van Vlaanderen, dan is hij wat dat betreft wel de grootste. Laten we voorderest ook daar afwachten wat de toekomst brengt. Die drie overwinningen zijn al bijzonder goed.”

Parijs-Roubaix
Om zijn imposante palmares uit te breiden wacht voor Mathieu volgende week Parijs-Roubaix. Ook Jasper Philipsen jaagt daar op succes. Hoe gaat de ploeg hier mee om? “We waren daar vorig jaar één en twee. We hebben getoond dat die wedstrijd binnen de mogelijkheden van onze ploeg past. Toen hadden we niet veel tegenslag. Laten we hopen dat we op dezelfde manier ons kunnen tonen. Het zijn dan geen tegenstanders, maar ploegmaats.”

Ten slotte laat Roodhooft zijn licht schijnen op de uitmuntende prestatie van zijn ploeg dit jaar. “Wij zijn een klassiekerploeg en hebben een wereldkopman met daaronder Jasper Philipsen die ook een speciale renner is in dit soort wedstrijden. Dan is dit een logisch gevolg van niet aflatende inzet binnen alle domeinen van het wielrennen.”