Cian Uijtdebroeks verbaast zichzelf in Giro: “Had gedacht dat ik meer tijd zou verliezen”
Interview Bij Visma | Lease a Bike kan men weer lachen, na de ritzege van Olav Kooij voor de rustdag. Maar de man die altijd lacht, is natuurlijk klassementskopman Cian Uijtdebroeks. De 21-jarige Belg prijkt na negen dagen koers op een knappe vijfde plek in het klassement, waardoor hij ook de leider in het jongerenklassement is. Hoe kijkt Uijtdebroeks zelf naar zijn Giro, en wat betekent dat voor de rest van de drieweekse? Dat werd hem gevraagd tijdens een online persconferentie, waarbij WielerFlits aanwezig was en hem ook enkele vragen voorlegde.
Cian, heb je jezelf verbaasd in de eerste Giroweek?
“Laat ons zeggen dat die eerste week sowieso niet de week was waar ik het meest van houd. Er zat bijvoorbeeld een lange tijdrit in, een graveletappe, en ook op dag één meteen een etappe voor puncheurs. Dat is niet per sé mijn ding, maar uiteindelijk heb ik de eerste week redelijk goed overleefd. Ik ben heel blij met de positie waar ik nu sta. Op dat vlak kan je zeggen dat ik mezelf heb verbaasd. Ik had gedacht dat ik wat meer tijd zou verliezen, zeker in de tijdrit. Of dat ik in de gravelrit misschien in moeilijkheden zou geraken. Maar daar genoot ik juist enorm van.”
In een ander interview zei je dat je veel hebt bijgeleerd. Wat bedoel je daar concreet mee?
“Dat kan veel betekenen. Ik heb veel bijgeleerd over mijn eigen capaciteiten, door bepaalde etappes te overleven. En dan zeker die gravelrit. Zoiets had ik in mijn carrière nog nooit gedaan. Ik had nog nooit Parijs-Roubaix of Strade Bianche gereden, dus als je deze etappe goed doorkomt, dan neem je dat sowieso op een positieve manier mee naar de toekomst.”
“Maar ik ben ook bijvoorbeeld gegroeid in mijn rol als leider. Ik denk dat de ploeg me daar ook goed bij helpt. We zijn er natuurlijk al langer mee bezig, want eerder dit seizoen heb ik ook al veel bijgeleerd van Jonas (Vingegaard, red.) en Sepp (Kuss, red.). Nu voel ik dat ik progressie heb gemaakt in het feedback geven aan de jongens, elke dag praten. Hoe doen we het in een lead out, hoe word ik bergop bijgestaan? Dat soort zaken.”
De grootste twijfels – van buitenaf – kwamen vooral door je mindere tijdritten. Hoe heb je jouw prestatie tegen de klok nu achteraf zelf geanalyseerd?
“Laat ons zeggen dat het voor mij een grote stap voorwaarts was. We hebben de afgelopen maanden en weken heel hard op die tijdrit gewerkt, maar je kan natuurlijk niet heel snel van ‘er niet goed in zijn’ naar ‘er supergoed in zijn’ gaan. Ik ben blij met de stappen die ik de afgelopen maanden in het tijdrijden heb gemaakt, er is al een mooie progressie. We gaan dat blijven analyseren en we zijn op de goede weg. Maar het gaat nog één of twee jaar duren om een perfect gevoel te krijgen in die discipline.”
Een andere zorg kwam voort uit het vroege wegvallen van je ploegmaats Christophe Laporte en Robert Gesink. Wat heeft dat met de ploeg gedaan?
“Het is natuurlijk niet ideaal dat ze al zo vroeg uit de koers waren. Dat is meteen een klimmer en een lead-out man minder. We waren daarna wat down, maar de sprintzege van Olav (Kooij, red.) was dan weer een heel positief verhaal voor de ploeg. Ik denk dat – niet alleen voor de groep hier maar voor de ploeg in het algemeen – het véél deugd deed. Je moet weten dat er veel tegenslagen zijn geweest, met Wout en Jonas hun valpartijen als uitschieters. Veel jongens waren ook ziek de laatste weken. Het was leuk om dat winnende gevoel terug te hebben. Dat moeten we voorzetten.”
Is de aankomst bergop naar Bocca della Selva dan meteen iets om naar uit te kijken?
“Het is meteen een belangrijke dag, natuurlijk. Het is al een zwaardere klim dan we hier gewend zijn, maar nog altijd geen extreme hoge berg. Het is een goed parcours, maar de dagen waar ik meer naar uitkijk, zijn ritten zoals zondag (de rit naar Livigno (Mottolino) met onderweg ook de Passo del Mortirolo, red.).”
Met het gevoel dat je nu hebt: is de top 5 in het klassement al realistischer dan voor de start van de Giro? Je staat op een mooie positie.
“Ja, dat zeker. Er is één man die echt op een andere planeet leeft. Daarachter is de strijd momenteel nog volledig open. Het wordt een mooi gevecht. Misschien is top 5 een goede optie, maar het is nog een lange wedstrijd. Ik heb mezelf geen druk opgelegd voor een bepaalde plaats, ik doe alleen elke dag mijn best. Ik wil nog niet te veel naar de verschillen en de plekjes kijken. Er kan nog zo veel gebeuren tot in Rome.”
Heb je nog specifieke andere doelen. De witte trui of een ritzege, om maar iets te noemen?
“Het is mijn strategie om elke dag zo hard te rijden als ik kan. Er is volgens mij weinig verschil tussen rijden voor een klassement en rijden voor de witte jongerentrui. Ook met een ritzege ben ik niet meteen bezig. We willen wel nog etappes winnen met de ploeg, maar ik focus me op het algemeen klassement. Het is vanuit die positie lastig om ritwinst te ambiëren. Je hebt Tadej Pogacar en andere sterke jongens om je heen. Als er een kans is, zou ik het fantastisch vinden om een rit te winnen, maar daar ligt de focus niet op.”
Je staat bekend als de jongen die altijd lacht. Welk voordeel kan dat opleveren in een grote ronde?
“Dat is heel belangrijk, omdat het elke dag ook afzien is. Zeker in de derde week word je steeds vermoeider. Als je dan niet kan rekenen op een positieve sfeer in de ploeg of bij jezelf, dan brengt dat je zeker niet dichter bij je doel.”
Om te reageren moet je ingelogd zijn.