Niels Bastiaens

• dinsdag 22 maart 2022 om 08:15

Interview Cian Uijtdebroeks heeft zijn eerste top 10-plaats bij de profs beet. Niet slecht van de 19-jarige, die nog maar pas was hersteld van salmonella en een coronabesmetting. In de Italiaanse eendagskoers Per Sempre Alfredo, die daags na Milaan-San Remo werd verreden, moest de renner uit Hannut genoegen nemen met de zevende plek. “Dit is waarvoor je het doet”, zegt het BORA-hansgrohe-talent aan WielerFlits.

Cian, na nog geen drie maanden als volwaardige prof is je eerste top 10 al een feit. Een verrassing?
“Toch wel een beetje. Zeker omdat mijn aanloop naar de koers niet vlekkeloos is verlopen. Daags voordien was mijn vlucht naar Italië plots geannuleerd en moest ik last minute een andere vlucht nemen. Daarna zat ik nog zeven uur vast op de luchthaven, en tot overmaat van ramp kwam ook mijn bagage maar niet toe. Veel chaos en miserie, maar deze prestatie maakt veel goed (lacht).”

Aan een herboren Marc Hirschi was er niet veel te doen?
“Moeilijk te zeggen. Ik heb een redelijk aanvallende koers gereden in de finale. Juist toen ik met een groepje werd teruggepakt, ging Hirschi aan. Dan wist ik: winnen wordt moeilijk, want ik had al behoorlijk wat krachten verspeeld. Ik kon gelukkig aanklampen en top 10 rijden, maar veel doet dat er niet toe. Het belangrijkste is dat ik mij heb kunnen tonen. Ik dacht: val gewoon aan, en lukt het niet dan is dat maar zo. Dan leer je je limieten kennen. Maar dat ik meteen mee een finale rijd, is wel super natuurlijk. Dat is waarvoor je het allemaal doet.”

Cian Uijtdebroeks aan het werk in de Saudi Tour – foto: Cor Vos

Je seizoensstart was voorlopig nochtans niet de gemakkelijkste…
“Inderdaad. De Saudi Tour moest ik verlaten met salmonella, en drie dagen nadien kreeg ik Covid-19. Allicht opgelopen op de terugvlucht, maar het heeft er serieus ingehakt. Ik heb zo’n anderhalve week koorts gehad met temperaturen tot 41 graden, daarna heeft het drie weken geduurd voordat ik terug op een niveau was waarvan ik kon beginnen opbouwen. Pas toen ik me weer goed voelde, ben ik op zoek gegaan naar de goede conditie. Je ziet vaak dat renners te snel weer willen koersen, maar ik heb rustig mijn tijd gepakt. Dat rendeert nu.”

Mogen we dan besluiten dat je nu nog niet op je allerbeste niveau zit?
“Zeker niet. Een degelijke conditie wel, maar er kan nog veel gefinetuned worden. Ik heb geen hoogtestage gedaan, mijn vetpercentage zit nog rond de 11 %. Daar zit allemaal nog marge op. Dat is maar goed ook. Mijn eerste doel van het jaar ligt pas in de Tour of the Alps, later in de Tour de l’Avenir moet ik op mijn allerbest zijn. In de komende Coppi e Bartali liggen er minder doelen, maar ik wil er wel alles uithalen. Zonder druk, maar zoals bij de junioren: zo lang mogelijk meegaan en aanvallend koersen.”