De organisatie van de Clubcompetitie heeft met verbazing gereageerd op de plannen van de KNWU, die samen met de Belgische wielerbond vanaf volgend jaar een regelmatigheidscriterium voor beloftenkoersen wil opzetten. Het bevreemdt de organisatie dat de clubs in het proces niet zijn betrokken, terwijl die de bakermat zijn van het Nederlandse wielrennen.

“Onze verbazing spitst zich toe op het feit dat de clubs in dit hele proces niet zijn betrokken. Klaarblijkelijk is er niet de behoefte gevoeld om met de clubs te overleggen en dat verontrust ons in hoge mate”, schrijft de Stichting Clubcompetitie op haar website.

Geschoffeerd
“Overigens voelen wij ons behoorlijk geschoffeerd. Onlangs hebben wij een overleg gehad met KNWU en Wegsport om onze samenwerking te evalueren en om een doorkijk te maken richting 2019. Toen kwam de nieuwe Beloftencompetitie kort ter sprake, maar daar zou nog overleg over komen. En nu worden we geconfronteerd met een fait accompli en is er, zonder enige vorm van overleg, een wedstrijd uit onze competitie gehaald. Ook hier is klaarblijkelijk niet de behoefte gevoeld om te overleggen en dat is veelzeggend.”

De KNWU presenteerde eerder deze week de plannen voor deze U23 Road Series, die zal bestaan uit negen wedstrijden van maximaal 170 kilometer. De wedstrijden worden verreden door twintig teams die in elke wedstrijd van start zullen gaan. Namens Nederland nemen de acht districtsploegen en de nationale selectie als vaste ploegen deel. Het is toegestaan om voorde disctrictsploegen renners van continentale teams te selecteren. Daarnaast worden er per wedstrijd vijf wildcards uitgedeeld.

Gebrek aan overleg en communicatie
De Stichting Clubcompetitie laat weten dat zij het belang van meer aandacht voor de U23-categorie onderschrijft, maar dat de inhoud van de plannen wordt nu volledig overschaduwd door het volledige gebrek aan overleg en communicatie. “De eerste reacties dat de KNWU de clubs uit gaat hollen, zijn inmiddels binnen. Overigens zijn de eerste Nederlandse renners benaderd om een overstap te maken naar Belgische clubs, zodat ze deze competitie kunnen rijden. Dat kan toch niet de bedoeling zijn?”