Alberto Contador plaatste gisteren in de slotfase van de etappe nog een serieuze speldenprik richting de concurrentie. “Het was geen dag om aan te vallen, maar toen ik mijn demarrage plaatste waren er toch enkele interessante details te zien”, vertelt de roze trui-drager op de site van Tinkoff-Saxo.

Contador doelt daarmee waarschijnlijk op de late reactie van Fabio Aru. De Astana-renner sprong niet direct in het wiel van de Spanjaard, terwijl ploeggenoot Cataldo dat wel deed. Paolo Tiralongo ontkracht dat zijn kopman een zwak moment had: “We rekende op een aanval en koerste daarom de gehele klim voorin. Voor ons was het belangrijk om Fabio Aru uit het nerveuse gedrang te houden en in een goede positie te laten beginnen aan de afdaling.” De aanval van Contador veranderde volgens Tiralongo niets aan dat plan.

El Pistolero zag gedurende de etappe enkele renners op het tandvlees bijten: “Er was niet veel geschikt terrein om aan te vallen, maar ik wist dat er een aantal renners waren die niet lekker in het zadel zaten. We hebben niet veel gezien, maar hij viel mij wel op dat sommige coureurs niet hun beste dag hadden. Daarom besloot ik om te demarreren.”

Ploegleider Steven de Jongh gaf na afloop aan blij te zijn met het koersverloop: “Doordat er een goede vluchtersgroep wegreed, konden wij de koers redelijk gemakkelijk controleren. Orica-GreenEDGE gooide in de slotfase het tempo nog wel flink omhoog, maar Zakarin was gewoon te sterk.”

Omdat opnieuw een vluchter – die ver in het klassement staat – wint, was het gisteren alweer een ideaal scenario voor Tinkoff-Saxo: “Ons belangrijkste doel is om Alberto (Contador, red.) te beschermen. De regen maakte de etappe extra gevaarlijk. Al met al opnieuw een goede dag voor ons. Nu richten we ons op de rit naar Vicenza. Er wordt opnieuw regen voorspeld en met de lastige slotklim is het wederom een verraderlijke etappe”, besluit De Jongh.