Corné van Kessel meest onderschatte veldrijder ter wereld: “Heb ermee leren leven”
“Mister regelmaat”, noemen ze Corné van Kessel binnen de ploegleiding van Telenet-Fidea. “De meest onderschatte veldrijder van het peloton”, noemen wij hem. Van Kessel bedankt voor het compliment, maar blijft vooral realistisch. “Ik heb leren leven met die rol in de schaduw.”
Noem ze maar op: de niet-Belgen die zich sinds de komst van Mathieu van der Poel en Wout van Aert handhaven in de top van de UCI-veldritranking en af en toe hun overwinning meepikken. Na Van der Poel kom je als snel uit bij Corné van Kessel. VDP is van een andere orde. Maar als er één renner onderschat wordt in dat kleine crosswereldje, dan wel de Veldhovenaar.
“Ik woon in Herentals en heb een Vlaamse vriendin, maar ik ben uiteraard geen Belg”, lacht Van Kessel. “Daarnaast heb ik in het team altijd een of twee ploegmaats gehad die er wat bovenuit staken. Dan richt de tv zich meestal op die jongens in plaats van de aandacht te verdelen. Dus sta ik zelden in the picture en kennen de toevallige veldritfans mij amper.” Van Kessel kijkt in het Sven Nys Cycling Center-waar de ploegvoorstelling zaterdag plaatsvond- om zich heen en ziet de persjongens aanschuiven bij teammanager Sven Nys, Toon Aerts en Lars van der Haar. Ook de jonge Quinten Hermans is druk gesolliciteerd. Corné zelf heeft echter alle tijd om ons te woord te staan.
Vervecken, Stybar, Wellens, …
Het klopt uiteraard wat hij vertelt. Van Kessel rijdt al tien jaar bij Telenet-Fidea en zag daar onder meer Erwin Vervecken, Zdenek Stybar, Bart Wellens en Tom Meeusen als kopmannen passeren. En toch: Van Kessel draait al enkele jaren mee aan de top van het internationale veldritgebeuren, maar krijgt weinig erkenning. “Tot eind vorig jaar stond ik in de top vijf van de UCI-ranking. Pas na wat lichamelijk leed ben ik wat weggezakt. Maar ik kom wel terug, hoor.” Daarnaast won hij vorige winter wedstrijden in Hasselt en Leuven. Oké, crossen waar Van der Poel en Van Aert wegbleven, maar achter die twee doet hij altijd mee voor de ereplaatsen, af en toe voor winst.
“Ik heb gelukkig met dat schaduwstatuut leren leven”, lacht de ondertussen 27-jarige Van Kessel. “Dat moet je ook. Als je jezelf daar begint in op te jagen, gaat het sowieso fout. Ik focus daarom op wat ik moet doen: goed presteren. En dat is wat ik ook dit jaar weer zinnens ben om te doen. En als het aan mezelf ligt, verkies ik de regelmaat boven een of twee uitschieters. Zoals ploegleider Kris Wouters aangaf, mijn doel moet zijn om in de top acht van de UCI-ranking te blijven. Als ik daarin slaag, zal ik tevreden zijn.”
Geen Superprestige
De stadsgenoot van Wout van Aert begint binnen twee weken zijn winter in de Brico Cross van Geraardsbergen. “Daarna volgen vier wedstrijden in de Verenigde Staten: de twee wereldbekermanches aangevuld met twee kleinere crossen. Eenmaal terug en gerecupereerd van de jetlag, focus ik op de DVV Verzekeringen Trofee. Vorig jaar liet ik de Superprestigewedstrijden links liggen en dat is me niet slecht bevallen. Ik heb dan ook geen zin om van die planning af te wijken.”
Jij gaat er kennelijk vanuit dat niet iedereen hem onderschat noemt. Dat is natuurlijk prima en waarschijnlijk. Maar dat maakt de redenering van west niet vreemd.
Veel toepasselijker want wint ook wel eens een klassement cross oid
Ik denk dat je onderschat met ondergewaardeerd verwart. Als je UCI top 5 haalt, dan hoor je gewoon een SP contract te krijgen, maar dan is Nederlander zijn een nadeel.
En waarom geen superprestige maar wel dvv. Qua punten is andersom logischer.
Onderschat of ondergewaardeerd mag ook wel onderbouwd worden met iets van gegevens. Hoeveel keer podium in klassement (of andere top)cross bijvoorbeeld Ou interessant zijn.